Wat de vermenging zelf betreft, betwijfelen we of deze wel ooit plaats zal vin den. Zijn de geruchten juist, dan zullen de A-vereenigingen zich hiertegen blijven verzetten. Aangenomen kan dus worden, dat de B-afdeeling zal blijven wat zij is, d.w.z. een doode competitie, waarin de vereenigingen, volgens een uitlating van den voorzitter van een niet Amsterdamsche Vereeniging „langzaam zullen kwijnen". Deze uitlating bevat terecht veel waarheid. In de laatste 2 jaar, gedurende welke de B-afdeeling bestaat, heeft de praktijk alle theorie doodgeslagen. In plaats van spelverbetering is het tegenovergestelde het geval. De publieke belangstelling voor de wedstrijden van de 1-B-ers wordt steeds geringer. En dat nog wel in de hoofdstad, waar de belangstelling voor de voetbalsport enorm is. Door de meeste B-vereenigingen kan dan ook niet aan radicale verbetering van hun terreinen worden gedacht, wat dan ook de oorzaak is, dat het spelpeil op een laag niveau zal blijven staan. Zonder goede terreinen kan goed spel niet worden bereikt. Deze stelling kan door niemand worden weerlegd. Het competitie-vraagstuk staat thans op het doode punt. Toch zal er nu eindelijk na de afgeloopen twee jaren een beslissing dienen te worden genomen en wel: vermen gen, of de B-afdeeling tot overgangscompetitie promoveeren. Wij bezigen hier juist promoveeren, daar het inderdaad een promotie is. Aangezien wij hierboven reeds breedvoerig hebben uiteengezet, dat vermengen onjuist is, onrechtvaardig en een degradatie voor de A-vereenigingen beteekent, meenen wij, dat dit systeem thans detinitief moet worden prijsgegeven. Met klem meenen wij dan ook te moeten voorstellen de B-afdeeling tot promotie-com petitie te bevorderen en wel met dien verstande, dat aan het eind van elk seizoen de Nrs. 11 en 12 van A ruilen met de Nrs. 1 en 2 van B. Hierdoor heeft inderdaad reeds een geleidelijke vermenging plaats, zoodat aan hen, die nog voorstanders mochten zijn van algeheele vermenging, in zeker opzicht tevens tegemoet gekomen wordt. Verder ruilen de Nrs. 11 en 12 van B met twee kampioenen van de tweede klasse, terwijl de promotie van de derde naar de tweede klasse blijft, zooals zij nu reeds is bepaald. Van een tornen aan rechten kan hier geen sprake zijn, aangezien die rechten ver kregen zijn als gevolg van een fout uitgangspunt: deze rechten hebben dan ook geen reden tot bestaan, leder onpartijdig beoordeelaar zal de grove onjuistheid moeten toegeven, indien een van de a.s. kampioenen van de 2e klasse, bijv. Stormvogels (IJmuiden) of Hilversum (welke vereeniging nog niet eens in het bezit is van een ter rein) zonder meer de geheele B-afdeeling overslaat en naar A promoveert. Dat de vereeniging Hilversum wel over een veld zal beschikken, indien zij naar A overgaat, ligt niet in de kracht van die vereeniging, doch zal het gevolg zijn van de groote repu tatie van A-vereenigingen, waartegen zij zal komen te spelen. Op de a.s. Districtsvergadering, welke vermoedelijk in April zal worden gehouden, zal door A.F.C. worden voorgesteld: a. Opheffing van de gelijkwaardigheid van A en B; b. De B-afdeeling tot overgangscompetitie te promoveeren, zooals voorstaand is aangegeven." Wij kunnen in dit bestek niet al te uitvoerig op den verderen strijd om de competitie- indeeling ingaan, maar kunnen met voldoening constateeren, dat de inzichten van A.F.C. tenslotte gezegevierd hebben. Nadat de zaak in den zomer van 1919 hopeloos 45

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 55