ook al 'n bal in 't net I 43. De A.F.C.-supporters waren doel van vreugde, den Ajaxiden brak het angstzweet uit. Bijna was de gelijkmaker ook nog ter wereld ge komen, doch Couton verijdelde dezen boozen opzet der roodhemden en tot groote opluchting van alle Ajax-aanhangers kwam het einde, Ajax een magere 43 over winning brengend. Had de strijd nog een oogenblikje langer geduurd, Ajax zou er in gegaan zijn, want de achterhoede en vooral Fons Pelser en keeper Smit waren er totaal uit, terwijl de aanval der roodhemden dusdanig den smaak te pakken had, dat er geen houden aan scheen. Dat was krek zoo iets als de heilige 10 minuutjes van Ajax tegen Sparta waarmede de Meerbewoners het Westelijk kampioenschap behaald hebben. Na afloop was iedereen nog ten zeerste verbaasd over die geweldige bevlieging van de A.F.C.-voorhoede en dat even merkwaardige falen van de Ajax-achterhoede. 'tWas met recht een slot, dat pakte Doch ook de andere wedstrijden mochten er wezen en vooral in het Stadion weerde onze ploeg zich geducht. Tegen Go Ahead werd een 00 bevochten; Willem II met 21 verslagen. Be Quick met een 42 nederlaag naar huis gestuurd. Vooral de 21 oo Willem II was een uitstekende prestatie. Het was een der beste wedstrijden die A.F.C. ooit speelde en door de overwinning maakten we den weg vrij voor een Kampioenschap van Ajax. Zoo beëindigde A.F.C. deze kampioenscompetitie zeer eervol met 5 punten,waar iedere voetbalkenner ons 0 punten had toegedacht. De farce van de gelijkwaardigheid tusschen 1 A en 1 B werd inmiddels door den N.V.B. gehandhoafd ondonks heftig protest van velen, die het met het Nederlandsche voetbal goed meenden. We moesten dus in 19181919 weer in 1 B starten. Van meet af aan stoomde ons elftal volle kracht en dat wilde in dien tijd heel wat zegaen; elftal na elftal moest er aan gelooven en met nog twee wedstrijden in handen hadden wii een voorsprong van zeven punten. „Opzittend" werd het kamoioenschap behaald. De kampioenscompetitie ging vriiwel tegen dezelfde tegenstanders als het iaar tevoren; alleen was in het Zuiden N.A.C. kampioen geworden. Begrijpelijkerwijze trokken de kampioenswedstrijden wederom enorme belangstelling. Ten aanschoüwe van ruim 20.000 menschen werd in den eersten thuis-kampioens- wedstrijd Go Ahead met 10 geklopt. Nog zie ik het moment, waarop na een corner ons binnentrio opsprong en Jan Asscherman den bal langs den Deventer keeper kopte. Nog hoor ik 't daverend gejuich op de tribunes Zelfs de pers was enthousiast over dezen kamp, meer nog door de groote fabelachtige energie, waarmee onze spelers zich roerden en over het hartelijke medeleven van de A.F.C.-familie. Het „Sportblad" schreef na den wedstrijd: „Zaterdag in de Kalverstraat paradeerden A.F.C.-ers al. Eerst kwam ik Jan te Riet tegen, die met 't kalmste gezicht van de wereld verzekerde „we winnen moraen Later sprak ik Van Ooy en Scheepens en ook zij waren vol vertrouwen in den naderenden strijd, die beslissen moest of The Reds verder als outsider of als serieuze concurrent mededingen zullen. Op Eersten Paaschdag is deze beslissing ge vallen en het is gebleken, dat de A.F.C.-enthousiasten niet ten onrechte vertrouwen stelden in de verrichtingen van hun representanten. Toon Kooij en z'n mannen heb- 41

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 51