Helaas, de illusie ging in rook op, de laatste promotiewedstrijd werd in Hilversum met 10 verloren het programma was beëindigd. En toen schreef Schaf wéér een brief aan de spelers van den volgenden inhoud: Waarde Vrienden, Nu Uw groot en buitengewoon spannend programma afgewerkt is, helaas niet met dat resultaat hetwelk gij verdiendet en waarop wij ons allen zoo zeer verheugd had den, voel ik mij gedrongen, U namens het bestuur, de Elftal-commissie en alle A.F.C.-leden, hartelijk dank te zeggen voor Uwe groote toewijding en vele diensten, door Uw trouw opkomen, in het afgeloopen seizoen aan de A.F.C. bewezen. Wij waren ongelukkig juist bij de sterkste Amsterdamsche 2e klassers, Ajax en de Spartaan, ingedeeld te worden, en hoe veel werd er niet van Uwe krachten gevergd om ten minste de 3de plaats niet mis te loopen. Zeer hoopvol was Uw begin in de promotie competitie, zoodat vriend en vijand er aan gingen gelooven, dat A.F.C. de le klasse zou bereiken. Waar zooveel in korten tijd van Uwe zenuwen gevergd werd, lag het voor de hand, dat eene reactie verwacht was. Jammer, dubbel jammer, dat toen ook de „A.F.C.- Pech" ook nog ging helpen, anders was ons le Elftal reeds Zondag voor Pinksteren gepromoveerd. Ook Zondag l.l. mocht gij het niet tot de overwinning brengen. Het siert echter den waren sportman en dat zijt gij toch allen, nietwaar zijne tegenstanders te waardeeren en zijn verlies geduldig te dragen, wel echter met den vasten wil, zoo spoedig mogelijk revanche te nemen. Tot ons bijzonder groot genoegen vernamen wij l.l. Zondag onmiddellijk na afloop van den wedstrijd van nagenoeg alle spelers: 't Is jammer, doch niet den moed verloren en het volgend seizoen weer metfrisschen moed begonnen. Zoo moet de gedachte van alle A.F.C.-ers zijn en onze „good old" zal blijven wat zij steeds geweest is en nog is: de intiemste en gezelligste vereeniging van Amsterdam. En nu le Elftallers, geniet van de welverdiende zomerrust, Uwe trouwe aanhangers verlaten A.F.C. niet, omdat zij weten en gevoelen, dat gij dat ook niet zult doen. Aan stonds met September komen zij weer, om met onverflauwden ijver U aan te moedi gen voor den strijd, die weer heftig belooft te worden. Uw spel van het afgeloopen seizoen geeft ons veel hoop voor het komend speeljaar. Moge hat gezegde: „De aanhouder wint", bewaarheid worden Op de algemeene vergadering, in het begin van de volgende maand te houden, hoop ik U allen nog eens mondeling den dank der vereeniging over te brengen. Hopende, dat gij ook daar aanwezig zult zijn, verblijve met vriendschappelijke groeten t.a.v. G. N. SCHEEPENS, Voorz. A.F.C. Men moet een clubbestuurder neen, een mensch van meer dan gewoon for maat en van meer dan gewone noblesse zijn, om na zoo'n bittere en diepe ontgoo cheling een dergelijke brief te kunnen schrijven. En toen kwam voor het eerst in de toen 22 jaar van ons bestaan het gelukkige toeval te hulp Na afloop van de promotiecompetitie bleek, dat Feijenoord eigenlijk 38

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 46