en ik kon dit niet anders dan respecteeren. Anderen deden hun toezegging gesfan a en schreven; zij schreven onder het gedreun van het afweergeschut, terwijl er bom men vielen of op hun „duikadres". Toen ik met het notulenboek bezig was, kreeg ik huiszoeking. Om het notulenboek eens echt rustig te gaan bewerken, nam 'ik het op een reis mee naar Maastricht, vergat met m'n nonchalance, dat ik weer op een S.D.- u! f!i !P het hote' Maastricht in de val en belandde met notulenboek op e Maastrichtsche hoofdbureau van politie. Maar enfin, de stukjes zijn tenslotte alle maal geschreven, maar U moet maar niet vragen hoé. Dit stukje biedt mij tevens een welkome gelegenheid, om hartelijke woorden van dank Het adr6S VQn de inmiddels in het huwelijk getreden Mej. Zeevalk van het Bondsbureau in den Haag, die mij op buitengewoon welwillende wijze hielp aan het verzamelen van gegevens. Hetzelfde gelde den heer C. A. W. Hirschman, die verschilende gegevens uit den oertijd voor mij uitpuzzelde. Verder dank ik mijn col- lega riet Bakker, die mij met de proloog hielp. Ook in A.F.C.-kring waren er velen, die mij spontaan hielpen. Ik denk aan de jongelui Freddie van Someren en Hans Schooneveldt, die de prijzenkast, de lijst van bestuurs leden etc. noteerden, aan Hans Bosch, die de A.R.O.L.-uitslagen hielp uitzoeken, kortom aan allen, die op de een of andere wijze bouwsteenen verzamelden om mij het gebouw te kunnen laten optrekken. Dit „gebouw" had overigens niet opgetrokken kunnen worden, indien niet de druk kerij de N.V. ,,'t Koggeschip", op zoo bijzonder vlotte wijze meegewerkt had. De band, die t Koggeschip" aan A.F.C. bindt, dateert van het begin dezer eeuw. De irecteur, ons lid van Trigt, opvolger van wijlen Toon van Seventer en de procuratie houder van Roo hebben meer gedaan, dan redelijkerwijze verwacht kon worden. Van Trigt heeft bij het zetten en drukken onder zeer moeilijke omstandigheden een waren wedloop met den tijd moeten houden, dien hij op het nippertje gewonnen heeft. Dank ook aan Harre Venema, de teekenaar, met wien ik op zeer prettige wijze samengewerkt heb. Tenslotte dank aan hen, die mij foto's en clichés ter beschikking s elden. Van de niet A.F.C.-ers noem ik hier de uitgeefster van de Revue der Sporten/ Sport in Beeld. Uit den A.F.C.-kring noem ik eerbiedig wijlen Jan Buijs, wiens prachtiq photo-archief ons uitstekende diensten bewees. Een woord van dank ook aan Jo Nestelroy, die voor de keurige verpakking van de boeken zorg droeg. En nu is het boek klaar. Voor het eerst beëindig ik een boek, zonder te denken aan de vermoedelijke oplaagcijfers en de te verwachten cheques van de uitgeverij. Maar nooit heb ik zoo verlangd, dat een boek geslaagd zal heeten als dit. Omdat ik de bedoeling gehad heb, in dit boek naar voren te doen komen de uitzonderlijke betee- van onze A-F-C Omdat ik hoop, dat men uit dit boek zal kunnen lezen, dat het een eer en genoegen is, lid van de A.F.C. te zijn en er zijn uiterste best voor te doen. Of ik hierin geslaagd ben Het staat niet aan mij, om dit te beoordeelen. Het boek had anders en zeer zeker ook beter gekund. Maar één ding weet ik zeker: Wat ik aan clubliefde weet te hebben en aan vakkennis meen te hebben, heb ik voor dit boek „ingezet zooals onze „beschermers" plachten te noemen. Gouden Boek van A.F.C.: ik wensch je een goede reis en behouden thuiskomst in de harten van alle leden. 244

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 294