floersen voor de ramen hingen. Fluisterend vroeg ik, wat dat was. Droevig staarde
de secretaris naar buiten, toen kwam het hooge woord er uit: „Dat is 't lijkenhuis."
Met een schreeuw vloog ik overeind, wat stom was, want ik kénde nu toch die veeren,
doch mijn gastheer bezwoer het gevaar, door me nog net bij m'n beenen te grijpen
en hij begon mij in te palmen. Toen ik beneden was ging hij verder:
„Ja, inderdaad, zoo is het. Dat komt hierdoor. In 1971 is op algemeen verzoek van
de jeugd, die door den oorlog een tikje verwilderde, de free-kick regel afgeschaft en
nu gebeurt er wel eens iets op het veld."
„Wie spelen nu het vuilste Van vroeger kan ik mij nog herinneren, dat er hier of daar
een ravenbekuitsteksel overdwars kwam te zitten, als spelers van verschillende religie
of van verschillende maatschappelijke standing hun sportvreugde uitleefden."
„Politiek zijn we het allemaal eens tegenwoordig" antwoordde de secretaris. „Alleen
is er nu gedonder, als voor- en tegenstanders van het handelsverdrag Holland-Tibet-
Paraguay tegen elkaar spelen."
„En hoe houdt het publiek zich daaronder
„Dat hebben we tam gekregen door de velden heelemaal te omgeven met onbreek
baar glas. Er werden in de afgeloopen jaren teveel spelers door het publiek neer
geschoten en dat werd zoo vervelend, want je had dan voor ieder elftal zooveel
invallers noodig."
„Nou, nou, dan is dat voetjebal toch langzamerhand wel zoo'n beetje catch-as-
catch-can geworden."
„Kom, kom, nu overdrijft U toch heusch. Catch-as-catch-can wordt nu gespeeld met
een soort handgranaten, de vervolmaking van de destijds uitgevonden pantservuist
Voort zoefde de trein. „Die gebouwtjes, die U daar ziet, zullen we na de lunch be
zichtigen."
Ik keek intens, doch zag geen gebouwtjes, maar eenige kapitale bouwwerken, die
hij natuurlijk niet kon bedoelen.
„Waar vroeg ik vrij stom.
„Daar was het antwoord en hij duidde de kasteelen aan.
„O zuchtte ik en trachtte het dak te zien, wat mij bijna een nekfractuur kostte.
„Hoe vindt U de accomodatie
Ik had moeten liegen, als ik die A.F.C.-stad niet modern vond en zei iets in dien geest.
Eindelijk arriveerden wij bij het hoofdveld. Torenhooge tribunes omzoomden het
veld, dat zich nietig voelde. Vlakbij de stratosfeer ontwaarde ik door de verrekijker
van m'n gastheer, lucifershoutjes.
„Zijn die om het vuur in de Marathonkrabber te ontsteken
De secretaris begreep de vraag niet. Het bleken vlaggestokken te zijn, die 25 Meter
hoog waren en ik nam het maar voor lief.
„Hoeveel menschen kunnen hier in vroeg ik en wees in de muil. (Het Stadion, be
doel ik).
„1.363.578 antwoordde mijn gids zonder aarzelen, „maar als het erg vol is, dan
zetten we een paar banken langs de lijn en dan kunnen we nog 40 a 50 man meer
hebben."
„Wat fijn voor den penningmeester" vond ik.
203