Volgende zaak, deurwaarder En daarmede was die importante kwestie ook al weer opgelost. Vroeger had A.F.C. lang niet zooveel commissies als thans. Ik herinner mij goed, dat er een tijd was, dat Piet Wessel, vrijwel in zijn eentje, alle elftallen opstelde. Dan kregen de clubavonden ook meer kleur en kon iedereen van de uitgebreide genoe gens, die deze avonden boden, ten volle genieten. En het kwam niet zelden voor, dat dan Schaf aan de .piano ging zitten en dan vulde een community singing op aan gename wijze de uren tot soms ver over sluitingstijd. Er viel wel eens een glas bier op de toetsen of wat glaswerk in het interieur, maar dat kon de pret niet verkleinen. Integendeel I Zoolang er nog muziek uit het ding wilde komen, zoo lang speelde Schaf op de hem gezellige wijze een heel repertoire van bekende Hollandsche liederen. Onze vereeniging telde trouwens veel music-minded-fellows. Als Broeksmit heden ten dage met zijn Coca-Cola-meisje in Eggers begint te wiemeien, is dit even vaak het sein voor de lambethwalk. En vergeet vooral niet onze beroemde Reds-Band, waar Jan Bosch, Dick Pieksma, Willy Brusse en vele anderen gepoogd hebben en er tevens in slaagden de „schaarsch" voorkomende feesten op te luisteren. Toen ik een jaar of twintig geleden lid van A.F.C. werd, beter gesproken, de eer en het groote voorrecht genoot, na een enquête van Eef Cornelissen, lid te mogen worden (ja, jeugd van 1945) zette ik voor het eerst een voetstap op onze groote zittribune. Ik werd voorgesteld aan Jo Broeksmit, destijds secretaris, waarop ik zóó verbouwereerd was, dat ik met een „dank U wel" repliceerde. Op die tribune zaten alle adspiranten van A.F.C., om precies te zijn, tien in getal, o.w. Roel van Nek, Willy Neseker, Harry Prent e.a. Ik hoor nog Dick Langevoort uitroepen: „Ha, fijn, weer een adspirant er bij, nu kunnen wij eindelijk een elftal op de been brengen I" Overigens was mijn entrée bij A.F.C. niet bijster glorieus. De derde wedstrijd, die ik speelde (als invaller bij de juniores) met acht man tegen Ajax, verloren wij met 210. Toen het 190 was, kregen wij een penalty te nemen, die den Hemel zij dank, naast werd geschoten. 211 was ook tè mal geweest. A.F.C. is groot geworden. Recettes waren in die dagen klein. Jo Wijnand had eens een „moordrecette" van, naar ik meen, acht honderd gulden. Het was namelijk op een AROL-dag. „,Zeg, Jo" vroeg een van ons „je gaat toch zeker mee een borreltje drinken bij Eggers Maar Wijnand had het vele zilver- en kopergeld zorgvuldig in een city-bag gelegd en dacht er niet over. „Eerst mijn tasch naar huis brengen, enfin zei hij „ééntje zal ik er meepikken dan breng ik eerst de tasch naar huis". Zoo gezegd, zoo gedaan. Met de tasch tusschen zijn beenen onder de stoel werd het rantsoentje snel verorberd, waarop hij ijlings de tram nam naar huiszonder tasch I I I Wij hebben vaak om zijn verstrooidheid gelachen, maar het meest om die meester lijke grap die Nico Scheepens met hem uithaalde. Het zat zoo: De meeste Uwer weten van het bestaan van de befaamde Bottertocht, een jaarlijks terugkeerend fes tijn, in de Schakel trouw door Seagull bezongen, waarbij een 20 a 30 tal oudere A.F.C.-ers, zich tezamen in een daarvoor gehuurde botter een eindje het ruime sop der Zuiderzee op lieten zeilen, niet om Ie visschen, maar om eens ongestoord een vroolijk feest op touw te zetten onder het genot van drink-, en soms zélfs eenige eet- 183

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 223