aan bod kwamWe verloren thuis met 10! Het ongeslagen record was ge
broken.
Maar de 19e wedstrijd bracht ons reeds het kampioenschap, ettelijke ronden (min
stens 9 punten) voorsprong op no. 2 Concordia.
Weer moesten wij de „Margarine" hoog houden.
Na 20 wedstrijden was de stand
A.F.C. 20 16 3 1 35 53—16
Concordia 19 9 6 4 24 3622
Feyenoord 20 10 5 5 25 4933
De voorhoede had per wedstrijd gemiddeld bijna 3 goals gemaakt, terwijl nog niet
één per wedstrijd werd tegengescoord. Wel een bewijs, dat de voorhoede actief was,
de verdediging goed in elkaar zat en men elkaar goed begreep, hetgeen voor de
komende kampioenswedstrijden groot vertrouwen gaf.
De strijd om het kampioenschap van Nederland ging weer tegen de pretendenten
van het vorige jaar, Ajax, Go Ahead en Be Quick terwijl de Zuidelijke kampioen
thans N.A.C. was uit Breda.
Deze groote strijd is wel de allerbeste tijd van A.F.C. geweest.
Wanneer je als voetballer of lid van de A.F.C. dezen tijd hebt meegemaakt, dan is
het ongetwijfeld dit seizoen en vooral de daarop volgende wedstrijden, waarin
het grootste succes werd behaald en de herinnering alleen hieraan al doet je bloed
sneller stroomen, doet je in vuur en gloed geraken en wat zou je er niet voor over
hebben zoo'n tijd met je club en met je trouwe makkers weer eens mee te maken.
Dat is geschiedenis geweest voor je leven.
De eerste wedstrijd Be QuickA.F.C. op 13 April 1919 eindigde in 00. Men vond
dit reeds een mooi resultaat, uit op het lastige Be Quick-terrein, zoodat het Sportblad
schreef: „A.F.C. viel mee en kon wel eens meer zijn dan een lastige outsider en de
nul tegen Be Quick, die er in dit seizoen zoo'n kleine 100 goals bij elkaar getrapt
had, wijst op een puike verdediging van de Reds".
Vooral Bornemann speelde een prachtwedstrijd en heeft heel wat venijnige schoten
onschadelijk gemaakt. Arend Vis, die als steeds een solide partij speelde ontwrichtte
na 37 minuten spelen zijn arm, welke door een dokter (ons lid Kees Bekkèr) er
weer spoedig ingedraaid werd. Maar tijdens den wedstrijd was het meermalen mis
en dan riep hij: „Dick, geef 'm nog een zetje". Ik wist dan direct, wat hij bedoelde,
kwam in een rustig moment even in zijn buurt, gaf den arm het gevraagde zetje en
dat scheen te helpen. Veel beweging kon hij met dien schouder niet maken, moest hem
stijf houden en hoe hij den wedstrijd zelfs puik spelende uitgehouden heeft, is mij
een raadsel.
De thuiswedstrijden gingen evenals verleden jaar in het Stadion. Daar voelden we
ons best thuis en speelden er onze beste wedstrijden. Go Ahead versloegen we
ten aanschouwe van ruim 20.000 toeschouwers met 10. De strijd was zwaar, maar
de verdediging kon standhouden.
De week daarop weer zoo'n echte wedstrijd tegen Ajax in het Stadion. Het gemeente
bestuur gaf „acte de présence" en wethouder Vliegen deed den aftrap. De span
nende strijd eindigde met 11, we maakten de eerste goal, waarbij de A.F.C. haar
succes grootendeels te danken had aan het schitterende spel van haar verdediging
165