Het stond 40 en leek werkelijk wel op een inmaakpartijtje, toen Jan Aschermann („Pinkelhoutje") door de heele verdediging van Ajax heenglipte en een prachtgoal maakte. En waarlijk, binnen de minuut flikte hij dat nogeens, de verdediging van Ajax was totaal de kluts kwijt. We kregen, zooals dat in dergelijke omstandigheden meer gebeurt, de meerderheid van het publiek op onze hand, men begon zich te roeren en zoowaar, nummer drie werd geboren, waarvan Dirk Zweedijk de vader was. In korten tijd drie doelpunten, wat een actie in de laatste minuten van een wedstrijd opeengehoopt De Reds speelden als duivels, de aanval had den smaak te pakken, er was geen houden meer aan. Helaas, kort hierop was het tijd, tot op luchting van Ajax met zijn geheelen aanhang, want ongetwijfeld waren er nog een paar doorboringen in de maak en stonden op aflevering. Intusschen had A.F.C. het Ajax (ze zijn kampioen geworden) danig lastig gemaakt. Dat waren in een voetballoopbaan weer zoo'n paar minuten, die je je leven lang niet meer vergeet. De wedstrijden tegen de Zuidelijke kampioen, Willem II, hebben zeker niet veel indruk op me gemaakt. We verloren in Tilburg met 20, maar sloegen de gasten thuis na een geweldigen strijd met 21. De eindstand van deze kampioenscompe titie luidde: Ajax 8 6 1 1 13 16— 4 Go Ahead 8 4 2 2 10 74 Willem II 8 4 13 9 10—10 A.F.C. 8 2 15 5 11—17 Be Quick 3 1 16 3 9—18 We eindigden 4 van de 5, konden tevreden zijn, (maar waren niet voldaan). In de hoogere voetbalschool hadden we ervaring opgedaan, waarvan het volgende jaar profijt getrokken kon worden. Over het algemeen was gebleken, dat de spelers, voornamelijk die van de voor hoede, wat licht van stuk waren en zij hierdoor tegenover de 4 andere ploegen, vooral die van Go Ahead waren echte mannetjesputters, gehandicapt waren. Ze moesten het meer van snelheid en enthousiasme hebben en daaraan mankeerde het zeker niet. De ploeg vormde een eenheid, zooals we in jaren niet gekend hadden. En al hadden de spelers hun best gedaan en al deed het A.F.C.-bestuur alle moeite A.F.C. in de le Klasse A te krijgen, het lukte niet, we bleven „margarine". Een gezellige fuif in Parkzicht, want daaraan heeft het bij onze A.F.C. nimmer ont broken, besloot het mooie seizoen 1917/18. Uit deze tijden dateeren ook de bijzonder gezellige clubavonden in de „IJsbreker" op Zaterdagavond, waarvan we nooit voor 12 uur huiswaarts keerden en dan de bijeenkomsten in de „Poort van Weesp" en later in „Mille Colonnes" na afloop van wedstrijden. Het kon daar dan soms hevig spoken, want de vroolijkheid werd nu en dan in uitbundigheid omgezet, tot we een „tip" kregen om wat rustiger te zijn, want ook hier was A.F.C. bekend. Nog zien we de krijgsdans van J. A. en D. D. op een m2 tafel uitvoeren, de laatste met de mof van „len" als kolbak op zijn hoofd. De tafel kon het niet uithouden, pooten braken af, beiden tuimelden op den grond en maakten een smak. Konden daar wel tegen, want waren in de competitie erger gewend. Met de ervaring van het voorafgaande seizoen werd 1918/19 met klinkende uit- 163

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 199