We waren kampioen van de I B en mochten meedoen om het kampioenschap van heel Nederland, hoera Wie had dat ooit gedacht, wat voelden we ons, 2e «las ser het vorige jaar en nu om het kampioenschap der le Klasse. Wat zouden we daarvan terecht brengen, want in den grond voelden we wel, dat er tusschen de beide afdeelingen toch nog wel eenig verschil zat. Na afloop van dezen strijd met volle trams en taxi's en in feeststemming naar „Kras", daar moest op gedronken worden Aan dit laatste onderdeel ben ik tekort gekomen, want ik lag een poosje uit te blazen in den koelkelder van „Kras", een paar kussens onder mijn beenen, maar heb wel heel wat bladen vol, met van die kleine glaasjes erop, voorbij zien dragen, en wist dus, dat alles goed ging. Een gezellig diner, met een kleine honderd deel nemers, beëindigde dezen 7en April 1918, een dag om niet licht te vergeten. Het elftal, dat dit resultaat had bereikt, bestond uit de volgende spelers: Bornemann, Dekker, Fischer, Kooy, Piet Bos, Wim Welsch, Addicks, Delsen, Jan Aschermann en' Zweedijk. Onze tegenstanders voor het kampioenschap waren Ajax, Go Ahead, Be Quick en Willem II, elftallen, die reeds eerder aan een dergelijken strijd hadden deelgenomen en met deze reuzen zouden we een heele competitie spelen. De wedstrijd in het Stadion tegen Ajax was spannend, we verloren slechts met 10, maar matigden ons aan, dit als een moreele overwinning te beschouwen. De beide Pinksterdagen thuis en uit tegen Be Quick waren gezellige wedstrijden. Thuis wonen we met 42 en trokken na afloop, met heel wat supporters mee, ge zamenlijk naar Groningen. De Be Quick-spelers bleken flink in training, op het Dam rak trof ik het heele stel achter ijs en limonade. In den trein werd broederlijk gedi neerd en steeg de vroolijkheid ten top. In korten tijd was al wat eet- en drinkbaar was, totaal uitverkocht. Hier en daar werd men baldadig, kroop op de perrons door de ramen in en uit, kranten, koffertjes enz. zeilden door de restauratiewagen van de eene hoek naar de andere. Dat heb je zoo, als je met zoo'n stel vroolijke klanten op stap bent, want die Noordelingen konden best meedoen. In de molleboonenstad waren we 's avonds gast op de soos, de Be Quick-spelers zagen we dien avond niet of weinig, waren zeker vroeg onder de wol gekropen. Om 11 uur kregen ook de A.F.C.-spelers een „tip" om te verdwijnen. Met Ernst van Ooy, met wien ik backte, had ik in het hotel een kamer op de le verdieping, juist boven den ingang. Het late en luidruchtige thuiskomen van eenige A.F.C.-supporters begon ons dadelijk te vervelen en uit wraak werd door ons menig kannetje water buiten het raam onderste boven gekeerd, en dat het flink raak was, daarvoor werd gezorgd, want dat was in goede handen. Den volgende morgen hing mijn A.F.C.- yersey aan de vlaggestok te bengelen, dader onbekend. Met 4 2 kregen we klop, zoodat de punten op Pinksteren eerlijk gedeeld zijn. Tegen Go Ahead uit werd met 31 verloren; wat ik me herinner was het zeer lange gras van het speelveld, waarop de kennismaking lang niet meeviel. Het was een uit stapje van een dag, zoodat een groote schare naar de IJsselstad meetrok en met een nederlaag en de bekende lekkere koeken terugkeerde. Thuis werd tegen de stoere Deventenaren gelijk gespeeld, door tot het uiterste te verdedigen, en de stand bleef zooals we begonnen waren. De wedstrijd tegen Ajax uit is door zijn laatste 10 minuten sensationeel geworden. 162

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 198