meer er verandert, hoe meer er hetzelfde blijft, kan ik na een kwarteeuw vaststellen,
al zijn het nu niet de bals tot vier uur, maar zoo hier en daar een gezelligen avond
tot vier uur „als gevolg van den spertijd"
De A.F.C. Schakel in dien tijd (1923) schreef n.l.: „Helaas, die echte oude clubliefde
van vroeger dagen schijnt de tegenwoordige generatie niet meer te kennen
Komaan Heeren, toont, dat ge naast de gedachten aan Uw persoonlijk genoegen,
ook nog aan de toekomst der A.F.C. denkt.". Commentaar in 1945 overbodig.
Het zijn de jaren waarin Dick Bessem, thans onze voorzitter reeds de vriendenploeg
leidt, de jaren van thans wijlen Kali Noordendorp, van Marius v. d. Heide, Kamp
Kip (gelijk van Gend Loos) allen goede clubmenschen, maar met gedachten aan
soirées, bals, dansavonden, balmasqués, en daarnaast ook het succes willen hebben
voor ons good old A.F.C.
Dat jaar werd A.D.O. kampioen, door met 32 in Den Haag van ons te winnen.
Wij waren dus bij de kampioenswijn en op het Damrak bij Guus kwam de flesch
met de streepjes, waaruit de noodige levensvreugde na onze nederlaag kwam.
Hetzelfde jaar brengt ons de Gouden Kruiswedstrijden, de seriewedstrijden van Z.V.V.
te Zaandam (een gezellige boottocht heen) waar helaas Pim Versluis ernstig gebles
seerd werd en niet meer actief daarna heeft kunnen spelen, ook een wedstrijd te
Alphen voor de seriewedstrijden van Alphen tegen B.M.T. Een boottocht met „enthou
siaste supporters en lieftallige aanhangsters", alleen Alphen beviel niet als tourgat,
daar die plaats op Zondag drooggelegd was.
Dan komt de tijd, dat we weer veel Noord-Holland ingaan en... 's Zondagsavonds
in de Bor(delaise) in de Leidschestraat elkaar weer vinden om te spreken over spor
tieve successen of nederlagen, over gezellige voetbaldagen en waarvan de Schakel
dan b.v. zegt, na een 33 te Alkmaar:later in den avond voer de Bor er weer wel
bij dat A.F.C. een puntje veroverd had. Een waardig slot van een leuken dag".
Die Bessem is in gepeins voor een behoorlijk clublied en het lied doet opgang:
A.F.C. kent één woord
Pretjes, ditjes, datjes en zoo voort
A.F.C. kent één lied
Pretjes, ditjes, datjes anders niet.
Daar kwam weer een tourtje en wel naar Robur Apeldoorn met één supporter
Dick Bessem.
Arie Mets backte het werd 50maar op een zeker moment werd de geest
over ons vaardig en we wisten tot 54 op te halen. Het werd de beroemde dag van
Arie's: „I am Mac Namara the leader of the band". De Amsterdamsche Footballclub
werd dra Amsterdamsche fuifclub; het werd een feest van het 42-jarig heertje Robur
met het 30-jarig vrouwtje A.F.C. In den wedstrijd hadden wij elkaar nader leeren ken
nen, in het bitteruurtje was wederzijdsche waardeering toegenomen en het diner had
een hartstochtelijke liefde tot resultaat. Het ontroerende lied: Nog eenmaal Robur
troelalali werd uitgevonden. Vertrek uit Apeldoorn met waarschuwingen van den
stationschef, dat we niet mee mochten wegens luidruchtigheid. Einzug der Gladia
toren in de Bor in Mokum (54 verloren beteekende een overwinning I)
1925/26 brengt ons in de Utrechtsche afdeeling met Hercules, Voorwaarts, Kampong,
152