Het was moordwarm weer en in den vooravond moesten we terug naar Straarsourg, waar we te gast moesten bij den Nederlandschen Consul. Dat was een fuifavond op Nederlandsch gebied in Straatsburg met een heerlijke wijnbowl om nooit te vergeten. Toen de politie ons al te luidruchtig vond ten huize van den Consul en ons waarschuwde, was een mededeeling uit het raam door den Consul voldoende (al geloof ik, dat de agent nog een kleine „persoonlijke" ver snapering" heeft gekregen), dat we op neutraal, d.i. consulair gebied konden door gaan; het Wilhelmus werd menig keer aangeheven en andere vaderlandsche liederen deden braaf opgeld. Na de 30 overwinning te Mets volgde vanuit Straatsburg de wedstrijd tegen Schlett- stadt in de Vogezen, waaraan een autotocht verbonden was door het gebergte. Terugkeer naar Straatsburg en de groote Fransche Vrijheidsdag Quatorze Juillet, de dag van Liberté, Egalité et Fraternité gevierd; dansen op straat op houten plan kiers, het was één groot feest dien dag en avond en nog later. Niet te vergeten ook ons verblijf in het Bain du Rhïndie Franschen hadden ons heel wat te vertellen daar met geïllustreerde gedichten. Kranslegging door onzen tourleider Louis Galavazi (een neef van onzen vroegeren voorzitter I. Galavazi) bij het standbeeld van Klebert, alles momenten, die men van ziin eerste en eenige internationale tour niet vergeet. 17 Juli slotmatch te Straesbourg oftewel Strassburg tegen A.S.S. „Le Sport Alsacien" schreef: „Eines steht fest, dasz wir Sonntag einen Fussballmatch allerersten Ranges beiwohnen werden". „Les dernières Nouvelles Sportives" schreef: Das ist ein Sportereignis wie Strassburgs Publikum es schon lange nicht mehr geboten wurde". We speelden een goeden wedstrijd en verloren met 32. Door alle belevenissen kwamen we een tikje „fatigué" te Amsterdam aan, zooals een paar dames vaststelden, die aan het station hun verloofdes kwamen begroeten. 1921/1922 brengt ons de z.g.n. Overgangsklasse,- de E.C. slaat mij wel eens over voor het le (komt nog wel eens voor bij huidige cracks, nietwaar maar altijd is het heerlijk een reisje te maken, hetzij in het le of 2e: kaarten in den trein, moppen ver tellen, kwinkslagen over iemands capaciteiten of eigenschappen. Later weet je, dat dit complex van ervaringen je tot mensch maakt en je bewegelijker in de Maat schappij maakt met daarnaast een stel vrienden, oude connecties, waarvan het een vreugde is elkaar te ontmoeten. 1922 bracht ons Noord-Holland in,- een wedstrijd in Hoorn vorderde een heelen dag en een beetje blijven dansen in Alkmaar was hoogst gezellig. September 1923. Oranje-feesten. Purmerend noodigt V.V.A. en A.F.C. uit tot het spelen van een jubileumwedstrijd; wij verloren met 10 dien Zaterdagnamiddag, maar de intocht met oempa's voorop plus de Oranje-commissie, dien geheelen avond dansen en feesten, den laatsten trein en tram missen en pas den volgenden morgen naar huis, och, dat zijn zoo van die momenten, die de goede clubman niet vergeet. Het is het seizoen 1923/24: uitwedstrijden tegen Xerxes (Rotterdam) Neptunus (Rotterdam) Concordia (Delft) A.D.O. en B.M.T. (Den Haag) Bloemendaal, Schoten en Zandvoort; om de week dus de stad uit met een soepelen captain als Pim Versluis was. De clubavonden zijn in dien tijd op Zaterdagavond (en de bals duurden tot 4 uur) wat niet bepaald bevorderlijk was voor den goeden gang van zaken. Hoe 151

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 183