echter blijven bestaan en hoe Het is steeds een genot daaraan terug te denken.
Ook aan die onvergetelijke serie wedstrijden in Zutphen, Almelo, Zaandam of Waal
wijk, wanneer we met de prijzen naar huis kwamen. Aan onze feestavonden, waar
Ger'd, Peet en ik het muzikale gedeelte verzorgden. Aan onze Zaterdagavond club
bijeenkomsten in De Karseboom en d'IJsbreker, waar de voordrachten en zang
nummers door spelers en supporters niet van de lucht waren. Aan de vergaderingen
die ik als lid van de enquête-commissie heb meegemaakt en waar het nuttige steeds
aan het aangename verbonden werd. Al deze herinneringen zijn een waardevol
bezit voor het verdere leven. Hoe gelukkig was ik, toen ik eind 1914 wederom in
Amsterdam terugkeerde, het interne leven van onze A.F.C. weer geregeld te kunnen
meemaken, mijn krachten ervoor te geven, hetgeen tevens beteekende het A.F.C.-
leven te genieten. Het duurde dan ook niet lang, of ik kon vele jaren achtereen in
kas-commissie, elftal-commissie enz. wederom iets voor de A.F.C. doen en ik heb dit
graag gedaan, tot er jongeren kwamen, om dit werk over te nemen. En steeds denk
ik met genoegen aan deze bezigheden terug. Waren de vergaderingen van de Elfta -
commissie toentertijd door gebrek aan goed spelers-materiaal meestal vol zorgen,
veel werd weer vergoed door de bijeenkomsten van de kas-commissie onder leiding
van Jo Wijnand, destijds onze schatbewaarder, waar vroeg begonnen en vlot ge
werkt werd om daarna nog uren achtereen uit te rusten onder het genieten van
balzemende versnaperingen. Dan waren de kwinkslagen niet van de lucht, het reper-
toir van onzen penningmeester was onuitputtelijk en het uur van scheiden kwam,
hoewel steeds weer uitgesteld, juist dan, wanneer we er net goed in begonnen te
komen. Gelukkig bestond er destijds echter op onzen Maandag Clubavond de be
roemde vierkante tafel, waaraan om circa 11 uur door enkele uitverkorenen plaats
genomen kon worden en aan welke tafel der wijzen dan tot 1 uur sappig en grappig
geconverseerd werd.
Ook daar vloog natuurlijk de tijd om en voor we het wisten klonk het „heeren hoogste
tijd" en stonden we weer buiten onder het licht der lantaarns om nog even bij te
komen van de laatste lachbui. En zoo zijn niet alleen deze gezellige bijeenkomsten
van A.F.C.-vrienden omgevlogen, zoo vlogen ook die 50 A.F.C.-jaren om. „Kan niet
bestaan" hoor ik onze A.F.C.-adspiranten al zeggen, maar ik ben overtuigd dat zij
mijn woorden zullen beamen, indien zij het mogen beleven het 100-jarig bestaan
van A.F.C. mee te maken.
Gelooft mij, jonge vrienden, de tijd gaat snel en eer gij het weet is het zoover en
zullen de A.F.C.-ers aan het einde dezer eeuw jubelen bij het Eeuwfeest van hun club.
Veel zal er dan veranderd zijn op deze wereld. Moge er echter ook veel van het
oude terugkomen en in de toekomst blijven bestaan en moge vooral blijven bestaan,
dat wat nooit weggeweest is, wat dus ook niet behoeft terug te komen maar dat
was is en blijven zal: A.F.C. door vrienden, A.F.C. voor vrienden.
N. A. SCHEEPENS.
146