Het 1ste elftal speelden en welke thans nog lid zijn, noem ik N. S. Scheepens en
schrijver dezes.
A.F.C. heeft de primeur in reclame gehad en dat is waard verteld te worden.
Wij moesten spelen tegen D.V.S. (thans H.D.V.S. Schiedam) en Toon van Seventer en
zijn reclame-commissie, kwamen op de gedachte een grootscheepsche reclame op te
zetten.
Hij huurde een verhuiswagen, liet die roodzwart schilderen en garneeren met corner
vlaggen. Voor den wagen reden twee mannen te paard (een daarvan was de onder
de A.F.C.-ers bekende „Puck" de noodhulp terreinknecht).
De eene was gekleed in A.F.C.-tenue, de andere in geleend D.V.S.-costuum. Ook
de paarden waren „versierd en hadden o.a. elk twee nieuwe voetballen om den nek
hangen.
Zoo trok deze stoet Zaterdag voor den wedstrijd de stad in. Rond de beurs, die
natuurlijk net aanging, werden door die kerels wedrennen gehouden, tot groote hila
riteit der beursbezoekers, 't Werd gewoon een volksoploop totdat de politie er een
einde aan maakte.
Maar de reclame had ingeslagen en A.F.C. maakte een goede beurt.
De clubavonden waren beroemd of berucht, al naar dat je het bekijkt.
Welke oudere A.F.C.-er herinnert zich niet de opvoeringen van de „Hond van de
Baskervilles door Chr. Klomp, Piet Vermeulen en Oude Tol als Watson.
Ik zal maar niet uitweiden over de syphon spuit
water welke Klomp als hond spelende „bij" zich
droeg en vooral werk deed als de „hond" aan
een paal of stoel rookI
Ook de Historisch-Allegorische optochten waren
beroemd/berucht.
De „opvoerenden" trokken hunne jassen bin
nenste buiten aan en sjorden hunne broekspijpen
op. Aanvoerder Klomp zette het boveneinde
(deksel) van een vulkachel als Romeinsche
helm op, deed zich een groen laken om als
„tunica een dambord als schild en een biljard
queue als wapen en liep gevolgd door even zoo
toegetakelde volgelingen door de zalen van de
„oude" Karseboom in de Kalverstraat tot groot
vermaak of schrik van de aanwezigen.
Dit alles werd opgeluisterd door den onuitput-
telijken pianist Gerard Scheepens.
't Was om je tranen te lachen.
Wie herinnert zich niet Willem van Amstel als de
imitator Kakadorus, een succes-nummer en aan
de voordrachten van Hofman, later naar Amerika
gegaan, de liedjes van Robert Kerr en de
muziekavonden van de gebroeders G. N. Schee
pens en N. A. Scheepens I
141