1 Was tusschen 1900 en 1910
Het eerst maakte ik met A.F.C. kennis op haar veld aan den Ringdijk in de Water
graafsmeer, toen A.F.C. haar 10-jarig bestaan vierde in Januari 1905.
A.F.C. speelde een feestwedstrijd en als keeper fungeerde B. Brouwer de thans be
roemde professor B. Brouwer.
Op dat terrein heeft A.F.C. het le kampioenschap (1905/1906) harer afdeeling (2 B)
behaald, maar werd om ondoorgrondelijke redenen uitgesloten voor promotie-wed
strijden, evenals de kampioen van 2 C. Alleen nummer een van Afd. A (V.O.C.) mocht
promotie-wedstrijden spelen. Een motie van afkeuring op de Alg. Vergadering van
den N.V.B. aangenomen, werd door het toen zitting hebbende bondsbestuur zonder
meer naast zich neergelegd I
Van dat terrein verhuisde A.F.C. (seizoen 1906/07) naar het meer bekende terrein
complex aan den Middenweg achter hoeve„Goed Genoeg" van boer Oostveen, waar
de club roemvolle jaren gehad heeft.
Als ik aan dat terrein denk, dan gaan mijne
gedachten naar de berucht geworden
„mesthoop", waar menigeen ingetuimeld is
met alle gevolgen van dien.
Ik heb daar eens een jongen tot zijn hals
toe in zien vallen. We hadden de grootste
moeite om hem er uit te trekken. Boer
Oostveen bond hem een touw om 't mid
del en „spoelde" hem af in de sloot, waar
na hij in de koeienstal verder behandeld
werd. In de stal was 't lekker warm).
Ook met fiets en al viel er wel eens iemand
in en onderging dan dezelfde manipulatie.
Door bijzondere omstandigheden kon die toestand daar niet verbeterd worden.
Op dat veld heeft A.F.C. haar le wedstrijd tegen buitenlanders gespeeld, als ik mij
goed herinner tegen Walthamstone Avenue F.C. (in seizoen 1907/08) welke wedstrijd
wij wonnen.
Men moet weten dat er in dien tijd, eene zoogenaamde „depressie" in het Amster-
damsche voetballeven was en A.F.C. het initiatief nam daarin verandering te brengen.
Zij slaagde er inderdaad in meer leven in de brouwerij te krijgen en 't spel op te
voeren (juist ook door 't organiseeren van wedstrijden tegen buitenlandsche clubs).
Een evenement in Amsterdam was het organiseeren van een wedstrijd tegen de 1ste
klas prof-club Boltan Wanderers, (1909) waarin ik ook nog meegespeeld heb. Ik
weet nog, dat wij met 81 verloren en dat Togneri het tegenpunt maakte uit een
verdiende strafschop.
De leiding van dien wedstrijd berustte bij niemand minder dan bij den grooten
Engelschen scheidsrechter Howcroft. Ook weer een A.F.C.-snufje op zich zelf.
In de kleedkamer een boerenschuur waar je tusschen de dakpannen door kon
kijken, was onze eerste consumptietent, bestaande uit een kist, waarop de oude boer
139