Leven inhoud, en daardoor waarde geeft. Moge ook onze 50-jarige A.F.C. steeds
beseffen, dat zij er vóór alles naar dient te streven haar taak als voetbalclub als
primair te beschouwen. Dan pas kan en zal ieder A.F.C.-er met recht trots op zijn
club zijn en de rest volgt vanzelf. Dan vervult zij eerst volledig haar hooge en mooie
taak voor onze jeugd. Bij Ir. Feber lees ik, dat de waarde van de persoonlijkheid
wordt bepaald door de mate waarin en de intensiteit waarmee een mensch zijn ver
houding tot God en zijn medemenschen beleeft. Wij kunnen op onze velden en in
ons clubleven tot de vorming zulker waarachtige persoonlijkheden zoo prachtig bij
dragen. Welke sport is immers zoo bij uitstek geschikt om onze jongens spelender
wijs, in teamverband en bondsorganisatie, deze hoogste levenswaarden-, eerbied
voor het gezag en via sportieve vriendschap voor clubgenoot en tegenstander
respect voor hun medemenschen bij te brengen Leeren wij onze jeugd dus discipline
en sportiviteit als begin en basis voor deze eerste en voornaamste levensbeginselen,
dan voorkomen wij, dat zij zich ontwikkelen tot menschen, die egoïsme en winzucht
tot norm voor hun handelen hebben gemaakt. Dan geven wij haar het waardevolste
geschenk in het Leven mee; dan bewijzen wij een weldaad en een kostelijken dienst
aan haarzelf en daarmee óók aan ons Nederlandsche Volk. Dan bouwen wij mee
aan een nieuwe en betere gemeenschap
Haar inhoud bleef onder alle wisselende omstandigheden en personen steeds in den
kern gezond en haar ons maar al te dikwijls benijde vorm gaf ons als jonge
ling en als man in het rijk-geschakeerde clubleven zóóveel vreugde en blijdschap,
als wij bij andere nauwelijks konden denken Daarom houd ik zoo van voetbal
in het algemeen en van A.F.C. heel in het bijzonder. Ik houd er nog meer van, nu
ik als ambteloos burger verder van personen en zaken af sta. Nu besef ik nog beter,
wat zij voor mij beteekent. Daarom breng ik volgaarne hulde aan allen, die in het
verleden en in het heden in welke functie, hoe bescheiden dan ook hun
krachten aan den groei en den bloei onzer A.F.C. hebben gewijd en dit nog met
ijver en opgewektheid doen. Laten zij nooit tevreden zijn met wat reeds is bereikt.
Niet in het verleden, maar in het heden ligt de toekomst I Onvermoeid en onver
saagd moet er naar gestreefd worden onze A.F.C. steeds sterker en hooger in aan
zien te brengen, opdat men steeds rekening met ons houde en omdat nu eenmaal
voor iederen waren sportman het hoogst bereikbare het doel moet vormen. Intern be-
vordere men den goeden onderlingen geest, kweeke bij de jongeren liefde voor hun
club en hun sport, opdat in volkomen harmonie tusschen inhoud en vorm A.F.C. voor
ieder lid een kostbaar bezit, voor de jeugd een onvergetelijke leerschool .zij, en
deze jeugd later ouder en rijper geworden op haar beurt de taak overneemt,
ons allen, ouderen, de voldoening schenkend, dat wij aan iets goeds en blijvends
hebben meegebouwd.
Moge ik dan besluiten met mijn oprechte hulde en hartelijke gelukwenschen aan te
bieden aan ons actief Bestuur, aan alle oude strijders en aan alle groote en kleine
functionarissen, spelers en leden, hun kracht en inzicht toewenschend in het vervul
len van hun schoone taak, tot heil onzer 50-jarige A.F.C. I Dat zij groeie en bloeie I
I. H. GALAVAZI.
135