een halve eeuw uit Amersfoort, Utrecht, Zandvoort enz. Wij werden overal gul onthaald en hadden veel plezier. Ook zijn we opgetreden op 't A.F.C.-veld ter gelegenheid van het koperen huwelijksfeest van onzen Schaf. 'tWas echter jammer dat daarna de band uit elkaar gegaan is. De één ging trou wen, een ander naar Indië en zoo bleven er niet veel meer over totdat half 1943 B. Dorlas en ondergeteekende ongeveer gelijktijdig op 't idee kwamen om weer nieuw leven in de band te blazen, mede met 't oog op 't vijftigjarig bestaan. En met succes. Er vonden eenige besprekingen plaats en spoedig hadden wij een aardige bezetting ongeveer van tien man bij elkaar. Muziek werd gekocht, zaal gehuurd en was er nu maar geen oorlog geweest danmaar bij de eerste oproep voor de repetitie kregen wij van eenige leden geen gehoor. Waar ze zaten, dat vertelde de geschiedenis niet, maar wij zaten weer zonder band. Nu hopen wij maar, dat in de toekomst de Reds-Band toch zal herriizen. G. J. BOSCH. Nu onze A.F.C. het groote voorrecht heeft, deze nieuwe mijlpaal en wat voor een in haar bestaan te bereiken, heb ik gemeend daarover iets te vertellen en een greep te moeten doen uit mijn alleroudste herinneringen. Dat „grijpen" valt nogal mee, omdat ik alle A.F.C.-foto's en paperassen steeds bij elkaar heb gehouden en in een groote lade heb opgeborgen. Op het oogenblik dat ik dit schrijf, heb ik voor me liggen een foto van A.F.C.'s eerste jubileum, namelijk het vijfjarig bestaan. Op deze foto tel ik negentien leden. Erg veel meer hadden we er in dien tijd ook niet. Ik kan me nog goed herinneren, dat ik, als knaap van zestien er ook heen mocht. Dat was in dien tijd heel wat anders als nu; maar Schaf had 't thuis toch wel in orde weten te maken. En eigenaardig A.F.C. wist toen reeds wat feestvieren was. Wel jammer, dat bij een herdenking als deze, men zoo weinig meer van al die oude leden afweet en dubbel jammer is het, dat figuren als Schaf en Bernhard de beide oprichters ons reeds eenige jaren geleden zijn ontvallen. Vrijwel de eenige, die ik nog geregeld op wedstrijden en bijeenkom sten zie, is Jacques van Ooij, een man, die evenals zoovele anderen (namen noemen doe ik hierbij liever niet, dan zou ik allicht iemand vergeten en ik wil niemand te kort doen) veel, ja ontzaglijk veel voor A.F.C. heeft gedaan. Voor jou Jacques zal het evenals voor mij wel een bijzondere herdenking zijn. Ik ga dan verder snuffelen in mijn A.F.C.-archief. Och ja, daar zie ik een brief van A.F.C.'s toenmaligen len Secretaris Hein Brass, gedateerd 24 Juli 1899; een bevestiging, 130 i F. i

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 158