UIT DE GRIJZE OUDHEID
Als een der oudste leden van ons geliefde A.F.C. ben ook ik gevraagd een bijdrage
te schrijven voor het gedenkboek ter gelegenheid van het vijftig jarig bestaan der club.
De herinneringen van ongeveer vijftig jaar geleden zijn wel grootendeels vervaagd,
maar toch wil ik gaarne aan dit verzoek voldoen.
Op 18 Jan. 1895 werd door eenige jongelui, veelal buurtgenooten omtrek Over
toomWillemspark onze vereeniging opgericht en spoedig door toetreden van meer
dere vrienden en bekenden (zooals ook ondergeteekende) uitgebreid tot een gezel
lige vriendenclub.
Doel was: onze vrije tijd, die toen nog zeer beperkt was (vrije Zaterdagmiddag
bestond nog in geen jaren) met het beoefenen van het in die dagen meer en meer
ontluikende voetbalspel, nuttig en aangenaam te besteden.
Een geschikt stukje terrein in het oude Willemspark was spoedig gevonden en een
paar goalpalen daar geplaatst waren in het begin voldoende om ons te oefenen in
goalschieten etc. Bepaald trainen mocht dit niet genoemd worden, dat ontstond
eerst in veel latere jaren; maar het waren gezonde en prettige middagen, al spoedig
gevolgd door avondjes van gezellig samenzijn wat ons alras den naam bezorgde van
Amsterdamsche Fuif Club. Alvorens een redelijk elftal kon worden samengesteld om
ons met andere vereenigingen te meten, hadden wij heel wat moeite en zorgen en
meermalen kwam de vraag bij ons op, of het op den duur zou gelukken de club in
stand te houc'en.
Na eenige jaren waren verschillende kleinere clubs genoodzaakt te liquideeren,
waardoor weer eenige toeloop tot onze vereeniging ontstond en zoodoende is de
club gegroeid en uitgebreid tot een werkend ledental wat de oprichters zich wel
nooit gedacht zullen hebben. Bijna dertig elftallen in het veld te brengen is een
prestatie, waartoe weinig clubs in staat zijn. Bovendien was de sport steeds nummer
een en na de wedstrijden (vriendschappelijk of competitie) was er steeds gezelligheid,
onverschillig of er al of niet gewonnen werd.
En als ik wekelijks de A.F.C. Schakel zoo doorlees is het mij een genoegen te con-
stateeren, dat die gedachte nog steeds hoog wordt gehouden. In 1943 mocht
de club een groot succes boeken; na vele jaren van harden strijd en moeizaam
zwoegen kwam de A.R.O.L.-beker voor een jaar in het bezit van de club. Dat meer
dere successen mogen volgen en de club moge zijn en blijven: de gezellige vrienden
club is de wensch van Uw eerelid,
J. TH. TER VEER,
Penningmeester der A.F.C. 1898/1902.
P.S. Personen heb ik in dit epistel niet willen noemen. Zeer velen heben zich in den
loop der jaren, ieder op zijn wijze, verdienstelijk gemaakt voor de A.F.C. Laten wij hen
allen eeren in den naam van wijlen mijn trouwen vriend, onzen eere-voorzitter:
GERARD N. SCHEEPENS.
128