Glubliefde
het cement der A.F.C.
zelfs zegezangen begonnen op te klinken, totdatplotseling de betovering ver
broken werd; het lief en het leed ontmoetten elkaar.
Het drama van den afgeloopen nacht overschaduwde het blijspel van den dag. Stil
trokken de tientallen A.F.C.-ers naar onze goede Amstelstad waar een hunner groo-
ten zielloos ter neder lag.
In de afgeloopen 50 jaren zijn vele van deze tegenstellingen voorgekomen, waarvan
alle wellicht niet eens bekend zijn. Het blijve echter steeds een der mooiste idealen
van ons gouden A.F.C.: het lief met ongetemperde levensvreugde genieten en het
leed gezamenlijk dragen en verzachten.
D. J. BESSEM.
Dit is geen phrase maar een begrip.
Een begrip, dat ons geheele wezen vervult, als de hartstocht voor onze club al
onze vezelen doet trillen.
Wij hebben ons leven te leven zooals dat voor ons is weggelegd.
De wegen die wij allen moeten bewandelen zijn zeer verschillend. Maar wij bewan
delen ze, naar onze opvattingen en onze doelstellingen. Als onze weg dan eenmaal
gekruist is door onze club, en we hebben ons in die club ingeleefd, dan gaat er
iets in ons ontbranden dat langzaam maar zeker ons hart raakt. Dan zijn wij aan
die club niet meer uitsluitend gebonden door de formeele inschrijving als lid op de
ledenlijst, maar dan zijn wij door banden van aanhankelijkheid vastgeklonken,
die inniger en hechter zijn dan de genoemde formaliteiten. Dan heeft alles wat A.F.C.
betreft onze volle belangstelling en beleven wij alle gebeurtenissen in onze club dus
volledig mede. Dan worden wij getroffen door tegenslagen en opgebeurd door
haar voorspoed.
Dan ook is onze verbondenheid met die club zoo hecht dat zij niet meer bepaald
wordt door onze verhouding tot de leden van die club maar door iets dat niet defi
nieerbaar is, dat wij niet kunnen tasten of zien, maar dat er is en dat die club
wezenlijk tot de onze maakt, waarvan wij niet vervreemd kunnen worden door wie
dan ook in of buiten de club.
Het is dan zoo, dat als wij iets van A.F.C. hooren dan luisteren we; als wij iets van
A.F.C. zien dan kijken we en als iemand A.F.C. aanvalt, dan stellen wij ons tusschen
onze club en dien aanvaller, en als A.F.C. juicht dan jubelen we mee.
En hoe de constellatie in A.F.C. ook is als wij iets voor die club kunnen doen, dan
doen wij het omdat het voor A.F.C. is. Dat gevoelen heeft de velen beheerscht die
ons in onze club zijn voorgegaan en dat overstelpt ook nu nog de goede A.F.C-ers.
Die diep gewortelde gehechtheid in onze club, is het cement dat het A.F.C.-gebouw
123