strijd werd door beide vereenigingen een minuut stilte in acht genomen wegens het
plotseling overlijden in het buitenland van ons lid Jan Hatzman. De feestelijkheden
ter eere van het 10-jarig bestaan werden besloten met een gezelligen avond in ons
clubhuis, voorafgegaan door een „éénpans-maaltijd" voor Bestuur, spelers en
hun dames.
Het seizoen 1944 was zeer spannend en succesvol. In de overgangsklasse had het
eerste elftal tot het laatste toe kampioenskans. Een gelijk spel in den laatsten wed
strijd tegen Hilversum zou reeds voldoende zijn om kampioen te worden, doch op het
nippertje werd met 32 verloren. Achteraf bleek dit geen ramp, want er vond geen
promotie plaats.
NAAMSVERANDERING.
Het jaar 1945 was voor de honkbalclub zeer belangrijk. Verschillende omstandig
heden maakten het wenschelijk, dat ook tegenover de buitenwereld zou kunnen blij
ken, dat de honkbalclub geen onderafdeeling van A.F.C. was, maar een aparte
vereeniging, met een eigen bestuur, eigen finantiën etc. Besloten werd, den naam te
wijzigen in A.B.C. (Amsterdamsche Baseball-Club) en de thuiswedstrijden te spelen
op de Gemeentelijke Sportvelden bij het Schinkelbad.
Het eerste seizoen onder de nieuwe initialen is zeer succesvol geweest. De N.H.B.
besloot een noodcompetitie in te stellen en A.B.C. I werd ingedeeld bij vier eerste
klassers en vier „overgangers". De eindstand zag ons op de derde plaats. Vooral
tegen de eerste klassers waren de resultaten zeer eervol. Gewonnen werd van Ajax
en Quick, waartegen van V.V.G.A. op het kantje af met 54 verloren werd. De
kampioen van Nederland, Blauw Wit, sloeg ons met slechts 31. Ook het tweede
bracht het er kranig af en eindigde op de tweede plaats achter D.W.S. II.
Ik hoop met dit overzicht er toe bijgedragen te hebben, dat ook de verrichtingen
van onze Honkbalafdeeling voor de historie bewaard zullen blijven.
Tot besluit rest mij dan ook namens het Bestuur en spelers der Honkbalclub het
A.F.C.-Bestuur onze hartelijke gelukwenschen aan te bieden met het 50-jarig bestaan,
waarbij wij de hoop uitspreken, dat nog vele jaren en dan onder gunstiger omstan
digheden dan zulks de laatste jaren het geval is aan deze reeks zullen worden toe
gevoegd. Met Bestuursleden als Dick Bessem, Arnold Eysvogel, Arie Mets e.s. moe
ten wij toch een groote toekomst tegemoet kunnen gaan. Ik spreek hierbij den wensch
uit, dat het 1ste elftal, dat de laatste jaren tegen hooger geklasseerde tegenstan
ders meermalen voortreffelijk spel liet zien op dezen weg zal blijven voortgaan en
er spoedig in zal moge slagen A.F.C. te brengen in de hoogste Afdeeling van den
Nederlandschen Voetbalbond, een plaats die zij als oudste Amsterdamsche Vereeni
ging zeer zeker waard zal blijken te zijn. Nogmaals alle A.F.C.-ers van jong tot
oud bij dit 50-jarig Jubileum: Proficiat.
G. W. THONUS.
109
