brengen. Tientallen A.F.C.-ers vergezelden het negental naar Haarlem en ik weet zeker, dat deze wedstrijd zoowel door hen als door de spelers nooit vergeten zal worden. Nadat de 9e inning was verstreken was de stand nog steeds gelijk 6), zoodat, zooals van te voren officieel was bepaald, de wedstrijd verlengd zou wor den, totdat een beslissing werd verkregen. Eerst in de 11e inning gaf Thonus een korten slag, de Schoten-werper kon den bal niet snel genoeg bemachtigen, waar door Hans Czerno, die voor den geblesseerden Nesvadba liep, kans zag het win nende punt te scoren. De wedstrijd eindigde zoodoende met een 7overwinning, waardoor het 1ste klasserschap een feit was geworden. Het negental dat dit jaar vrijwel volledig gespeeld had bestond uit de navolgende spelers: H. Czerno, W. Leloux (werper), M. van Driel, C. H. Kleyn, T. Beets (achtervanger), Sterman, F. Nes vadba, J. van Driel en G. Thonus terwijl J. Disselkoen verscheidene malen als reserve heeft meegedaan. Ook werden wij weer uitgenoodigd voor deelname aan het Zilveren Bal-tornooi. Wij speelden onzen eersten wedstrijd tegen E.D.O. 2 en verloren met 514. Ook speelden wij voor het eerst op het tournooi georganiseerd door Blauw Wit. Successen bleven uit, daar wij reeds onzen eersten wedstrijd tegen Ajax verloren. M. van Driel werd de eer 3e klasse A. waardig om als 2e honkman mee te De Spartaan 8 1 113 spelen in een Bondsteam tegen V.V.G.A., A.F.C. 2 8 6 2 12 terwijl hij en Thonus uitgenoodigd wer- O.V.V.O. 8 3 14 7 den om in een Amsterdam/Utrecht-com- D.W.V. 8 3 5 6 binatie te Utrecht mee te spelen tegen het Shell 8 1 7 2 hier te lande reeds ingeburgerde negen tal der „Mormonen" (later „The Seagulls" genaamd). Deze wedstrijd stond op een buitengewoon hoog peil en werd door de Combinatie, vooral dank zij het voortreffelijke werpen van de G.A.-werper Meent horst, met 10 gewonnen. Het 2e elftal onder captaincy van B. Dorlas speelde op ons verzoek weer in de 3e klasse. Na een „nek aan nek race" met De Spartaan moes ten wij de lauweren aan deze vereeniging laten en ons met de eervolle 2e plaats tevreden stellen. Na deze groote successen op het groene veld hadden wij echter intern een groot en zwaar verlies te lijden. Een van de pioniers van het A.F.C.-honkbal en reeds lan gen tijd voor de oprichting van de Honkbalafdeeling lid van A.F.C.de heer J. M. Meyer overleed plotseling na een korstondig lijden op 12 October op 57-jarigen leeftijd. Hoe zwaar dit verlies ons trof bleek wel uit de groote belangstelling van A.F.C.-zijde die bij zijn teraardebestelling bestond. Ook de Nederlandsche Honkbal- bond herdacht hem in de Bondsvergadering van 24 October bij monde van haar voorzitter, den Heer Bleesing, die speciaal het door hem verrichte werk in het be lang van honkbal naar voren bracht. 1939. Dit jaar speelden wij voor het eerst sinds onze oprichting in de 1ste klasse. De resultaten beantwoordden echter niet aan de gestelde verwachtingen, waaruit tevens te concludeeren viel, dat er tusschen de 1ste en 2e klasse nog een zeer groot ver schil in spelpeil lag. Een wedstrijd, die hier wel gememoreerd dient te worden was die tegen de kampioenen „The Seagulls". In het begin stonden wij zelfs met 30 102

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 124