„ZIJ, DIE GINGEN 43 Onze Schakel-redacteur hoeft mij verzocht enkele woorden te willen wijden aan „hen, die gingen Gaarne voldoe ik aan dit verzoek, omdat ik het prettig vind, bij het herdenken van ons 40-jarig bestaan, onze oude brave vrienden, die zooveel voor de A.F.C. gedaan hebben, en nu helaas niet meer zijn, niet te vergeten. Denk ik dan in de eerste plaats aan onzen Ben Schrage, die als 2e Secretaris een buitengewoon vlijtig en goed bestuurslid is geweest. Bovenal een echt A.F.C.'er en steeds op zijn post als de belangen van de club zulks noodig maakten. Met veel zorg stelde hij de notulen van algemeene- en bestuursvergaderingen samen. Nam hij iets op zich, dan kon men verzekerd zijn, dat het in orde kwam en goed ook. Als speler kwam hij in lagere elftallen uit als achterspeler; later kon men hem als zoodanig steeds vinden als „de Veteranen" een wedstrijd speelden. Dat de A.F.C. al zijne goede hoedanigheden, zijn onvermoeid werken voor de vereeniging wist te waar- deeren, moge blijken uit het feit, dat hem het eere-lidmaatschap van de A.F.C. werd aangeboden. Toen A.F.C. na eenige jaren in de le Klasse van den toen nog doodgewonen X.V.B. (zonder K.) gespeeld te hebben, (waarvan 2 maal achtereen kampioen) via de overgangsklasse in de tweede klasse beland was, zag het er voor de club slecht uit. Enkele spelers meenden het bijltje er bij te moeten neerleggen, anderen vertrokken naar het buiten land en weer anderen konden deze „malaise" niet verdragen en verhuisden naar andere vereenigingen. Heel, heel veel, heeft het toenmalige Bestuur te danken gehad aan onzen helaas zoo jong verscheiden Tonny van Lierop. Als oud-A.F.C.'er in Amsterdam teruggekeerd, speelde hij, hoewel geen bestuurslid, een groote rol. Zijn enthousiasme, zijn optimisme, zijn hartelijkheid getuigden steeds van warme vriendschap en groote toe genegenheid voor alle A.F.C.'ers, en A.C.C.'ers, maar: dat waren toch ook alle A.F.C.'ers, nietwaar? Zat men zooals men dat noemt „in de put", Ton haalde je er uit en voor je goed en wel wist, hoe het kwam. had hij je op andere, betere gedachten gebracht en met frisschen moed werd het moeilijk werk voor A.F.C. hervat. Voor onze dochtervereeniging A.C.C. hoeft hij ook zeer veel werk gedaan en was hij de groote stuwkracht. Een prima aanvoerder van het 2de A.C.C. en zij, die het voorrecht gehad hebben met mij onder zijn leiding te spelen, zullen dit ongetwijfeld volmondig beamen. In ons succesvol jaarlijksch tournooi om den „AB.O.L."-beker blijft zijn naam in dankbare, blijvende herinnering voortbestaan. Uit diezelfde cricketperiode moet ik nog memoreeren Dolf Manus, helaas ook reeds op zeer jeugdigen leeftijd door den dood uit ons midden gerukt. Een goed kameraad, hulpvaardig, als wellicht geen ander en steeds op zijn post. Opgewekt en zonder mopperen deed hij het hem opgedragen werk en zelfs veel meer dan dat. Onze beste herinneringen zullen wij steeds aan dezen goeden clubman bewaren. Eveneens viel de groote eer van het eerelidmaatschap te beurt aan onzen onver- getelijken makker Piet Vermeulen. Wat deze bestuurder voor de club gedaan heeft, is niet in enkele regelen weer te geven. Gevat, en geestig redenaar als hij was, gelukte het hem indien het op een of andere algemeene vergadering wel eens iets rumoerig toeging, en de debatten hopeloos verward waren geraakt een helder resumé van al het gesprokene te geven, de tegen over elkaar staande debaters elk het hunne te geven en tenslotte er in te slagen die oplossing te vinden, welke m.i. de eenig juiste was voor de belangen van de A.F .C. Bij voorkomende feesten, ter gelegenheid van een of ander jubileum of behaald kampioenschap, was Piet de leider. Hij was buitengewoon goed organisatorisch aangelegd. Onze feesten klonken als een klok en voor een niet gering deel was dat aan zijn werk te danken. Bij onze jaarlijksche bottertocht was hij in zijn element als „hoffie" op zijn pantoffeltjes. Het ontbrak ons dien dag letterlijk aan niets. Het onvolprezen „Hollandsch Zeebanket" met een koud kelkje gerstenat, gevolgd door allerlei andere nuttige en noodige spijzen en dranken, moppen gekruid, soms gepeperd, alles óp zijn tijd, maakte onze Zuiderzee-trip tot een dag van intens genot, vreugde en ontspanning. Aan het jaarlijksch diner bij gelegenheid van den verjaardag van A.F.C. was hij „natuurlijk de tafel- praeses en zelden heb ik zulk een voortreffelijk ceremoniemeester elders ontmoet. Ernst en luim wisselden elkaar af, en de wijze waarop hij „den volgenden spreker" al of niet op diens verzoek inleidde, was een speech op zichzelf, en zoo smulden wij die avonden niet alleen van de heerlijke spijzen en dranken, doch bovenal van zijn steeds geestig en welgemeend woord. BEN SCHRAGE TONNY VAN LIEROP DOLF MANUS PIET VERMEULEN

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1935 | | pagina 47