39 Maar ja, ook toen kon het weieens geducht regenen en sneeuwen. Je stond op het natte gras langs het lijntje. TribuneWat een uitkomst, toen er een plankier kwam Wel nog slechts langs één zijde van het veld, want meer geld had de entree bijdrage niet opgebracht. Nu kwamen ook meer dames naar ons kijken en dan deden we nog eens extra ons best. Zoo langzamerhand gingen we ook meedoen in seriewed strijden. Eerst nog wat dichtbij, b.v. Hembrug. Dat was een Paaschtournooi van Z.\.V. Verscheidene witte tenten waren daar opgesteld. Eenige kleine tenten deden dienst als kleedkamer, terwijl er een heel groote tent was, waar je voor een civiel prijsje o.m. Paaschbrood en eieren kon nuttigen- Toon van Seventer zal zich dit wel het beste herinneren. Als gijntje zou van een der A.F.C.'ers die even was weggeloopen, zijn eitje worden weggemoffeld. Ja, waar verstoppen. Hier Toon, jij in je haar (zeg Toontje, wat had je toen een fijne krullebol). Speler teruggekeerd, woedend aan het zoeken naar zijn eitje, maar dan plotseling (wel licht ingefluisterd) een klap op het hoofd van onzen Toon, dan heb jij het snoodaard.... Een week later was er nog niet alles uit, wel Toon! Nog wat later werd er door A.F.C. aan een kersttournooi te Zutfen deelgenomen. Het was bar koud. Op de slaapkamers was het om te klappertanden. Centrale verwarming.... niks hoor. De Hotelier kwam wat dekens te kort en zoo moesten we alsof het zomer was met een enkel dekentje genoegen nemen. Never mind, we wisten ons wel te behelpen en stapten met ons voetbalshirt in bed. Dat hielp ten minste iets. Den eersten Kerstdag hadden we al twee tegenstanders verslagen en den tweeden dag zouden we tegen het sterke U. in de finale komen. Er was heel wat publiek. De U.D.'ers blijkbaar zoo overtuigd van hun meerdere kracht, namen de allures aan, het wel op hun slofjes tegenover ons af te kunnen. Zoo hadden b.v. de beide achterspelers hun jekkertjes er maar bij aangehouden. De doelverdediger had zich extra ingebakerd tegen de vinnige koude. De A.F.C.'ers spanden zich terdege in en schenen in t geheel geen last van kou te hebben. Binnen vijf minuten hadden we succes. Nog hielden de backs hun jasje aan, want ach ja, wat zegt dat nu, het gebeurt toch wel meer, dat het zwakste team het eerste doelpunt maakt. Maar weer trekken we ten aanval en waarachies 't wordt 20. Dan toch gaan de jasjes uit. Het publiek roert zich ook we zijn sterk favoriet. Even voor de rust maken we er 30 van. De tweede helft zijn de U.D.'ers werkelijk sterker, doch onze gelukskeeper Brandts houdt er op bewonderenswaardige wijze alles uit. We zijn geheel ingesloten, doch dan een paar gevaarlijke uitvallen en 't wordt voor ons 50. Bij het eindsig naal stormt het publiek het veld op en ieder van ons wordt op de schouders naar de kleedkamers gedragen. De pret 's avonds kan men zich indenken. Met 50 hadden we U.D. verslagen en waren daardoor in het bezit gekomen van onze eerste zilveren lauwerkrans. Van lieverlede hadden we al wat medailles bij elkaar in een sigarenkistje. Nu die lauwerkrans er bij was gekomen gingen we van extra bijdragen een medaillekast koopen. Het seizoen 1905 brengt dan bijzondere spanning. Ons eerste elftal in de running. Elke Zondag opnieuw na het bekend worden der overige uitslagen worden nieuwe berekeningen gemaakt en de kansen besproken. A.F.C. heeft dan zijn laatsten wedstrijd gespeeld en gewonnen en staat nummer 1 op het ranglijstje. Nu hangt alles van den volgenden Zondag af. D.V.S. uit Rotterdam, onze concurrent, moet haar laatste wedstrijd tegen Ajax, Amsterdam, spelen. Destijds speelden ze in den IJ-Polder. Wint Ajax dezen wedstrijd dan zijn wij kampioen, anders D.V.S. Wat een spanning.en wat doet het A.F.C.-bestuur? Zij zorgt er voor dat ons eerste elftal dien bewusten Zondag te Vlissingen, in het E.M.M.-tournooi uitkomt. Beter dan zoo heel dicht bij. Maar 't was goed „beke ken". Zaterdagsmiddags gingen we weg en de noodige stemming zat er al gauw in. Volop pret. We hadden geen tijd om te piekeren en dat was de bedoeling van dit uitstapje. De uitslag van den in Vlissingen gespeelden wedstrijd herinner ik me dan ook niet, maar wel het geweldige oogenblik toén we de tijding kregen dat Ajax gewonnen had en wij dus kampioen waren. Dat zijn van die momenten welke nooit te vergeten zijn. De terugreis ook een en al vroolijkheid en toen onze aankomst aan het Centraal-Station. Afgevaardigden van R.A.P., Volharding, Ajax en natuurlijk een massa A.F.C.'ers. Te zamen togen we naar de Oude Karseboom in de Kalverstraat, waar ons vele hartelijke woorden werden toegesproken en we den verderen avond nog gezellig doorbrachten. Nu had ik het zooeven over het Bestuur en dan denk ik in de allereerste plaats terug aan al die Bestuurs- en Commissieleden na dezen beschreven ouden tijd: aan die kloeke mannen van thans. Hoeveel ineer rompslomp nu met zooveel grooter ledenaantal. Een eere-saluut voor al deze mannen en een three cheers voor onze veertigjarige A.F.C.! PEET SCHEEPENS.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1935 | | pagina 43