18 JANUARI EN GIJ, JONGEREN 35 Deze datum heeft voor ons beteekenis en met het klimmen der jaren, steeds grootere beteekenis gekregen. Aanstonds maken wij ons weer op haar te her denken en dan voor de veertigste maal. Het is een groot gebeuren en toch zal het feit, om ons bekende redenen, op sobere wijze worden herdacht. Voor vele vrienden buiten de Vereeniging, zal het wellicht onopgemerkt voorbij gaan. Maar al wordt er dan ook niet officieel feest gevierd, het officieuse Clubdiner zal van ouds plaats vinden en wellicht voorgaanden nog overtreffen. Dit feest der Reünisten, zooals wij het thans kennen, heeft niet altijd bestaan. In de prille jeugd der Vereeniging, konden de Heeren Leden, waar van de meesten nog in korte broek, zich niet met dezen titel tooien. Maar steeds zijn er den 18den Januari bijeenkomsten geweest, welke oogenschijnlijk niet de moeite waard zijn te worden gememoreerd. Ik heb ze gekend van een man of vijf, met steeds als hoofdfiguren G. N. Scheepens en H. A. Brass. Voor Schaf kon deze datum nooit ongemerkt voorbij gaan, daar zijn njoeder hem hieraan trouw met een bloemetje aan het ontbijt herinnerde. Eenigszins smalend zou op deze vroegere bijeenkomsten kunnen worden terug gezien. Er waren geen diners met zorgvuldig samengestelde menu's en de wijnkaart kwam er heelemaal niet bij te pas. De feest- drank was bier, met een feestsigaar van hoogstens vier cent. Maar hoe ook over deze bijeenkomsten moge worden gedacht, toch zijn ze geweest de grondleggers van de groote Reunistendiners zooals wij ze thans kennen. Daar komen de laatste jaren de getrouwen in steeds grootere getalen. Tot de genoodigden behooren zij, uie iets voor de Vereeniging zijn geweest en nog zijn. Daar ontmoet elkander oud en jong. Oud is overheerschend. En wanneer dan de mannen van het huidige Bestuur aan het hoofd der tafel prijken, de mannen die op het oogenblik de leiding hebben en de verantwoording dragen, dan is zoo'n avond voor de Vereeniging iets meer dan een gezellig samenzijn. Dan is het Bestuur omringd door oude beproefde vrienden. Dan houdt onze grijze Koning zijn causerie, waarin hij ons vertelt wat zijn opvatting is van een club. Een lange rij van sprekers volgt om als oprechte clubvrienden hun harte te luchten, en welke oogenblikken voor het Bestuur, in voor hem dikwijls moeilijke tijden, weer een steun en aanmoediging zijn. Mogen wij allen op deze a.s. Reünie in den besten welstand tegenwoordig zijn en hierbij den wensch uiten, dat wij allen nog heel veel malen het voorrecht mogen hebben, gezamenlijk te herdenken den dag van 18 Januari. J. C. A. VAN OOY. Wat deed gij, om de club te maken wat het nu is?? Wees trotsch, lid te zijn van A.F.C.Ü Onze vereeniging is om de drommel niet groot geworden door lijntrekken en luierenVele Bestuurderen zijn er geweest, en zij deden, wat in hun vermogen was, om A.F.C. te doen bloeien en en groeien. En zij allen deden dat eenvoudig, omdat zij het gevoelden als hun plicht, en tevens om hun groote appreciatie en clubliefde uit te drukken in daden. En, nogmaals, gij, jongeren....? Wat kunt ge zooal doen om mee te helpen??? Denkt ge soms, dat het lid-zijn-van-een-vereeniging enkel zit in het tegen een stukje leer aantrappen en contributie betalen??? Denkt ge soms, dat A.F.C. groot en gezellig is geworden alleen door voetbal te spelen??? Gelukkig niet! Anders zou de amicale sfeer en de onvolprezen stemming ver te zoeken zijn. Maar wat kan ik doen, zult gij zeggen!!! Het zit hem in oogenschijnlijk kleine dingen; het dadelijk opvolgen van een vriendelijk verzoek, het laten van alle gekanker en geroddel. Bespreek je wenschen en grieven niet met een paar vriendjes in een stil hoekje: die kunnen er toch immers niets aan veranderen!!! Kom eerlijk en open voor den dag, met alles, wat je zwaar op het hart ligt. Spreek ronduit met Bestuur of Leider, en het resultaat zal zijn, dat jullie club, de A.F.C., er slechts beter van kan worden. Bij de volgende mijlpaal, welke wij hopen mee te maken, zullen jullie veel ouder zijn, en wellicht zijn er onder de jongeren velen, die dan reeds een functie in Bestuur of Commissies zullen bekleeden. Welaan dan, toont de ouderen, dat wij voor onze toekomst allerminst bevreesd behoeven te zijn; laat zien, dat A.F.C. een schare van jeugdige leden heeft, die, indien noodig, voor haar door het vuur gaat. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Ergo, Gij, jongerenbewijst krachtig erx afdoende, dat onze toekomst een schoone zal zijn. WIM STAATS.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1935 | | pagina 39