DE JONGSTE SPRUIT m 34 Aangezocht om een bijdrage voor dit jubileumnummer, voelde ik mij in een eenigszins vreemde positie geplaatst. In een jubileumnummer, geheel gewijd aan een veertigjarige jubilaresse en waarin bijna alle bijdragen spreken over wat er gebeurde gedurende een reeks van jaren en waarin hoofdzakelijk geschreven wordt over wat gebeurd is, en dan te moeten schrijven over de jongste spruit van de jubilaresse „de Honkbalclub", dan voelt men dat ik in dezen een uitzondering maak en in deze omgeving van herdenking, alleen een woord kan spreken over het heden en de toekomst. Toch heb ik aan dit verzoek met alle genoegen voldaan en hoofdzakelijk om te bewijzen dat de jubilaresse, ondanks hare 40 jaren, niet van plan is op non-activiteit te gaan. Integendeel, naar alle kanten breekt hare levenslust uit en de afdeeling Honkbal is een der resultaten daarvan. Honkbal toch is een spel der toekomst en juist in de allerlaatste jaren komt er in Europa wat meer belangstelling. Nederland is een der eerste Europeesche landen geweest die dit spel uit Amerika hebben ingevoerd, waar dit spel hoofdzakelijk beoefend wordt door professionals. Daar bestaat enorme belangstelling voor base ball, en de uitblinkers verdienen belangrijke sommen en worden door het publiek als afgoden vereerd, terwijl 50000 bezoekers bij een wedstrijd geen uitzondering zijn. Zoover is het hier in Nederland nog niet, hoewel het een zeer verblijdend teeken is, dat de publieke belangstelling sterk toeneemt, en dezen zomer de eerste Internationale ontmoeting plaats vond tegen België. Wel werden eerder reeds eenige wedstrijden gespeeld tegen de bemanning van Amerikaansche oorlogssche pen, doch deze werden meer als oefening beschouwd, daar ons spel nog lang niet op de hoogte staat van dat van Amerika. Deze afdeeling werd opgericht op 22 Mei 1934 en was het gevolg van een levendige propaganda van C. H. Kleijn, nu secretaris. Als voorzitter werd benoemd H. v. d. Grampel, terwijl ondergeteekende werd aangezocht de financiën te beheeren. Als vertegenwoordiger van het hoofdbestuur kwam A. P. Bos in ons midden. Direct na de oprichting werd met oefenen begonnen en de leden door de kenners van het spel ingewijd. Reeds spoedig werd een oefenwedstrijd gespeeld tegen A.M.V.J. en in deze ontmoeting werd eenige wed strijdroutine opgedaan, die ons later van veel nut zou blijken te zijn. Inmiddels waren wij toegetreden tot de Nederl. Honkbal Bond en ingedeeld in de 2e klasse B, waar wij als tegenstanders ontmoetten Blauw Wit 2, V.V.G.A. 2 en 3 en Shell. Laatstgenoemde was ook nieuweling in het rijk der Honkballers. Na afloop der competitie stonden wij als No. 2 geklasseerd achter Blauw Wit 2, de kampioen dezer afdeeling. Voorwaar een zeer bevredigend resultaat, ook in verband met ons nog gering aantal leden. Het wegens vacantie afwezig zijn van verschillende spelers was oorzaak dat in enkele wedstrijden geen volledig negental opkwam, maar geen nood, onze voorzitter was altijd bereid zijn diensten beschikbaar te stellen, terwijl in één wedstrijd de penningmeester zelfs het niet onder zich kon laten met zijn jongens het veld in te trekken. Zooals uit dit laatste gedeelte blijkt, is ons ledental nog niet groot en zeker niet voor een vereeniging als A.F.C. Dit gebrek meen ik hoofdzakelijk te moeten toeschrijven aan onbekendheid met het spel, en ik kan dit artikel da.il ook niet besluiten zonder een oproep aan de leden van A.F.C. om lid te worden van de Honkbalclub. Jongelui, die gaarne een avond in de week willen komen oefenen en Zaterdagsmiddags een paar uurtjes in het vrije veld willen doorbrengen met een onderhoudend en aantrekkelijk spel, kunnen zich bij onzen secretaris als lid aanmelden. Verwacht wordt dat vele jongelui aan dezen oproep gehoor zullen geven, opdat ook de Honkbalclub moge bijdragen tot meerdere bloei van ons oude A.F.C. J. M. MEIJER.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1935 | | pagina 38