IETS OVER VETERANEN-VOETBAL 33 naar Londen, doch heeft zich, indien noodig, vele opofferingen getroost, om Zondags present te zijn, waar voor wij hem teel dank verschuldigd zijn. Tonny, de beste links-buiten, waarover wij in lange jaren hadden beschikt, vertrok naar de groote slokop, Jan Oost, terwijl N. Neseker de laatste jaren optredend als captain ook een der spelers is, waarop het le elftal heeft gesteund. Gelukkig beschikken wij thans over een groote schare spelers, welke in A.F.C. liun voetbalopleiding hebben genoten als Breedveld, R. v. Nek, Ellens, Nigtevelt, Struys, G. Burger, en welke hebben getoond, hun plaats in het le elftal volkomen waard te zijn, terwijl ook in onze Jun.- en Adsp.-elftallen meerdere spelers uitkomen, waarvan wij mogen verwachten, dat zij in de naaste toekomst ons le elftal zullen komen versterken. Hen zou ik, om te bereiken, wat voor ieder van hen een groote eer moet zijn, n.l. deel uit te maken van het le elftal van A.F.C. de volgende raad willen geven: Houdt in het veld den goeden naam welke A.F.C. bezit, hoog. Gedraagt U als een goed winnaar maar nog meer als een goed verliezer. Onderwerpt U ten volle aan de wenken en beslissingen van Bestuur en Elftal-Commissie. Speelt en traint steeds met de meeste animo. Het kan niet anders of A.F.C. met haar zeer vele opkomende spelers moet de toekomst optimistisch kunnen bezien. Laat ons hopen, dat ons 40-jarig bestaan een nieuwe periode van sportieve successen zal inluiden en dat wij door ernstige opleiding van onze jonge spelers zullen bereiken, dat A.F.C. weder daar komt, waar zij met haar groote traditie thuis behoort, n.l. in de eerste klasse. PIET BOS. Zaterdagmiddag 2 uur. De staanplaatsen zijn uitverkocht, de zittribunes bijkans; buiten voor de loketten verdringt men zich om toch vooral nog maar een plaatsje machtig te worden.... Materialistische overpeinzingen van een penningmeester, met zijn gedachten 24 uur verder, hoe hij het den volgenden dag wel zou wenschen bij den thuiswedstrijd van het eerste elftal. Nu echter geen zorg daarover, het is immers Zaterdagmiddag en wij hebben een Veteranen-wedstrijd. Wie is de tegenpartij? Spelen we tegen de H.F.C.-, H.B.S.-, Ajax-, Blauw-Wit-, D.W.S.- Veteranen, tegen de Black Devils? Tegenstanders tegen wie wij het elk jaar opnieuw weer opnemen. Wat doet het er toe wie het is, het zijn allemaal prettige wedstrijden. Hoe kan het ook anders, het gaat uitsluitend en alleen om de eer. Het geval speelt zich af zonder publiek, de uitslag is volkomen bijzaak, hoewel de overwinning toch nimmer cadeau wordt gegeven. Wij hebben een vaste kern van spelers, die het zich als een eer aanrekenen voor het Veteranen-team te mogen uitkomen. Door de groote animo voor dergelijke wedstrijden, is het vaak wel eens moeilijk het een ieder naar den zin te maken, doch met een beetje beleid lukt dat in den regel wel. Wij hebben een vasten scheidsrechter, iemand met onmiskenbare autoriteit, bij wien onder alle omstandigheden de meest strikte onpartijdigheid voorgaat. Behalve aangenaam voor de bedrijvers, kan Veteranen-Voetbal van niet te onderschatten nut voor de Vereeniging zelf zijn. Hoe vaak wordt niet juist door de ontmoetingen tusschen de oud-krijgers den weg gebaand naar een uitstekende verstandhouding in het veld bij de wedstrijden van de eerste elftallen der betrokken clubs, een goede verstandhouding tusschen de Bestuurderen der betreffende vereenigingen, wat niet anders dan in het belang van het voetbal in het algemeen kan zijn. Veteranen-wedstrijden wekken reminiscenties aan de gemoedelijke toestanden van weleer, toen de goede gewoonte bestond, dat na afloop beide partijen nog eenigen tijd onder een genoeglijken dronk bijeenbleven. Interessant wellicht ware het eenige herinneringen te vermelden omtrent het „nu afloop", doch ons blad komt tenslotte ook in handen van de jeugd, zoodat er opvoedende kracht van dient uit te gaan A. M.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1935 | | pagina 37