A.F.C. Kampioen der 1e Klasse B K A M PI OEN 11 14 was O O, toen Jaap Fischer even voor de rust gewond raakte. In de algemeene nervositeit was vergeten een afspraak te -maken inzake de invallers met het gevolg dat Amstel een invaller weigerde. Die tweede helfteen groot contingent Spartaan-supporters moedigde Amstel hartstochtelijk aan en was dol van vreugde, toen er een bord langs kwamD.V.S.—Spartaan 0—3; we stierven duizend dooden op de tribune, doch onze tien jongens verdedigden iedere centimeter gronds en toen het eindsignaal kwam was „Schaf", die op den dag af 12^ jaar voorzitter was, stond stil en ontroerd op de tribune De eindstand luidde: A.F.C 22 12 7 3 31 37—16 Spartaan 22 12 7 3 31 36—19 Hermes 22 9 7 6 25 31—24 Feijenoord 22 10 4 8 24 31—30 Dordrecht 22 8 6 8 22 29—28 Concordia 22 7 7 8 21 26—28 't Gooi 22 9 3 8 21 26—28 R.F.C. 22 7 7 8 21 26—28 D.V.S. 22 7 5 10 19 33—40 V.V.A. 22 4 8 10 16 37—33 S.V.V. 22 4 8 10 16 21—39 Amstel 22 6 5 11 15 21—32 Nu hadden wij eens het voordeel van het doelgemid- delde. Amstel boette haar van het veld loopen met twee verliespunten en degradeerde. Ik hoef U niet te vertellen, hoe de avond van den 7den April 1918 verloopen is. We mochten meespelen om het kampioenschap van Nederland, daar de Bond, zij het met volkomen negatie van de practijk, vasthield aan de gelijk waardigheid tusschen 1 A en 1 B. De A.F.C.-familie was gèk. Ruim een jaar daarvóór een middelmatige tweede klasser, nü geklasseerd voor het kampioenschap van Nederland. A.F.C. voelde zich als een vent, die een lot gekocht heeft en eensklaps tot de ontdek king komt, dat de honderdduizend er op gevallen is. Nico Holtzappel, onze hofdichter, vertolkte ons aller gevoelens door het volgende gedicht te publiceeren: Ik kan geen woorden vinden Het zit me tot m'n keel! Ik klets maar in den blinde; Het ishet iste veel! Ik lijk soms half bezeten, En brul m'n blijdschap uit, In wonderlijke kreten En kettersch vloekgeluid. Ik kan het niet gelooven, Ik kan er niks aan doen, 't Gaat mijn verstand te boven, Wijwij zijn kampioen! Wie had dat durven hopen In 't vorige seizoen? Dat het nog zóó zou loopen, Dat wij dat zouden doen!! Dat wij na lange jaren Van taaien tegenistand. Nog candidaten waren Voor Kampioen van 't Land!! Het elftal begon aan de wedstrijden om het kampioenschap van Nederland, en waarlijk, de resultaten vielen mee. We hadden inderdaad een elftal, dat rijp was voor de eerste klasse. Bornemann, Doets en Dekker, Jaap Fischer, Toon Kooy, Piet Bos, Wim Welsch, Addicks, Delsen, Jan Asscherman en Zweedijk vormden een eenheid, zooals we daarvoor of daarna vrijwel nooit gehad hebben. Ajax, Willem II, Go Ahead en Be Quick waren onze tegenstanders. Van Ajax werd beide malen ver loren; in het Stadion met 01, in De Meer met 43 na een onvergetelijken strijd, waar A.F.C. de laatste tien minuten van 0 4 op 3 4 kwam. In Deventer werd met 31 verloren, doch in Amsterdam hield A.F.C. stand 0—0. Be Quick kreeg hier klop met 42 en nam den dag daarop in Groningen revanche met 4 1. Van Willem II verloren we „uit" met 20. De thuiswedstrijd bracht ons de sympathie van de geheele Amsterdamsche sportwereld. Voor ons stond niets op het spel, doch als we wonnen dan maakten we den weg vrij voor een kampioenschap van Ajax. A.F.C. begreep haar sportieve plicht en sloeg de Tilburgenaren met 21, na heroïeken strijd. De eindstand luidde: We hadden gehoopt nu tot 1 A toegelaten te worden, doch de Bond was koppig en deed rustig alsof 1 A en 1 B van dezelfde kracht waren. Heel A.F.C. stond, toen de indeeling bekend werd, op haar achterste beenen en zwoer aan de sportwereld te toonen, dat we te sterk waren voor 1 B. Op de wijze van „De gilde viert had Jijmen Wit een schoon gedicht gemaakt, dat op clubavonden en zoo gezongen, zal ik maar zeggen, werd, en waarvan het laatste couplet luidde: Ajax 8 6 1 1 13 16—4 Go Ahead 8 4 2 2 10 .7—4 Willem II 8 4 1 3 9 10—10 A.F.C. 8 2 1 5 5 11—17 Be Quick (Gr.) 8 1 1 6 3 9—18

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1935 | | pagina 18