Hardnekkige strijd De oorlog 12 1910—1911 Dat in 1909—1910 een reactie bij de spelers van het eerste elftal zou intreden, behoeft geen verbazing te wekken. De spanning was zóó groot, de teleurstelling zóó schrijnend geweest, dat in genoemd jaar de resultaten slechts matig waren. Inmiddels bleef A.F.C. een domineerende plaats in de voetbalwereld innemen. Sterke buiten- landsche clubs werden uitgenoodigd; in de jaren 1909—1912 kwamen hier de Bolton Wanderers, de London Caledonians, Borussia en de R.C. de Bruxelles. Men kan zich indenken, welk een sportieve hoogtepunten in de betreffende seizoenen deze wedstrijden vormden. Amsterdam was gespeend van internationale wedstrijden en van eerste-klas- voetbal A.F.C. zorgde hier voor het noodza kelijke contact. Was het seizoen 1909—1910 dus voor het eerste elftal teleurstellend, de pro motie van het tweede elftal naar de reserve eerste klasse maakte veel goed. Geen wonder dat het 15-jarig bestaan op luisterrijke wijze gevierd werd. Toen kwam de tijd, waarin A.F.C. (zij het natuurlijk contre-coeur) haar bijnaam „Eeuwige Tweede" ging verwerven. Vier seizoe nen achtereen eindigde A.F.C. op de tweede plaats, en, wat merkwaardig is, A.F.C. eindigde driemaal achter Concordia. Hoe klein het ver schil vaak was, moge u de hierneven vermelde cijfers demonstreeren. Laatstgenoemd seizoen was dus een volkomen reprise van het seizoen 19071908, toen eveneens een miniem verschil in doelcijfers ons de kans op promotie ontnam. En hier moge even de opmerking uit de pen helaas, opvoedkundige tirades ten spijt dat de aanhouderniet altijd wint. Zoowel uit bovenstaande cijfers als uit die van vóór 1910 blijkt toch zonneklaar, dat A.F.C. en Concordia waarlijk een heroïeken strijd gestreden hebben, om het walhalla der eerste klasse te bereiken. Concordia heeft het nooit tot de officieele Westelijke Eerste Klas kunnen brengen en als er in 1917 geen andere competitie-indeeling gekomen was, dan laten we het eerlijk bekennen was A.F.C. waarschijnlijk óók nooit in de 1ste klasse gekomen. Toch vonden in die jaren gebeurtenissen plaats, die iederen A.F.C.'er met trots en met vreugde ver dulden. Ei was zeer veel werk gemaakt van de opleiding der reserve-spelers en deze serieuze opleiding zou succes blijken te hebben. Concordia A.F.C. Concordia A.F.C. Concordia A.F.C. 18 18 14 14 14 14 15 13 1911- 11 9 1912- 10 9 1 2 -1912 1 3 -1913 1 3 2 3 2 2 31 28 23 21 21 21 66—19 52—24 5517 42—17 4515 41—15 In 1912—1913 behaalde het tweede elftal het kampioenschap der reserve 1ste klasse. Dit geschiedde na een uiteist spannende competitie, waarbij geheel A.F.C. meeleefde. Een jaar te voren had het derde elftal zijn entrée in den N.V.B. gedaan, hetgeen eveneens wijst op de groote sterkte van onze lagere elftallen. Daaren tegen was een minder gunstig symptoom, dat het publiek ons ontrouw begon te worden. Steeds weer wer den onze duizenden supporters teleurgesteld. Geen wonder de mentaliteit van het verwende, nukkige voetbalpubliek kennende dat de drukte voor de loketten zich verplaatste naar onze buurvrouw Ajax, die beter op haar tellen gepast had en er in geslaagd was, Hercules uit de eerste klasse te verdringen. Verdel ging een gedeelte van het publiek zijn sympathie verpanden aan Blauw-Wit, dat in die jaren eveneens sterk naar voren kwam en in 19131914 kampioen werd. A.F.C. eindigde natuurlijk als No. 2. In één opzicht was A.F.C. wèl No. 1 gewor den. Het eerste elftal bestond uit vlugge kna pen als Ben Jobst en Grijseels, die de kern uit maakten van onze athletiekploeg, welke ploeg in 1913 voor A.F.C. het Ned. Athletiekkampioen- schap van den N V.B, veroverde. De voetbalploeg had in het reeds gememo reerde seizoen de nevenstaande cijfers. Blauw Wit 14 12 1 1 25 37—4 A.F.C. 14 10 3 1 23 39—13 Spartaan 14 7 2 5 16 33—14 R.F.C. 14 7 2 5 16 22—22 S.V.V. 14 4 2 8 10 23—36 V.U..C. 14 3 3 8 9 12—30 Alcm. Victrix 14 2 4 8 8 11—32 Neptunus 14 1 3 10 5 7—33 lijdens de zomertraining A.F.C. had den moed niet opgegeven en prepareerde zich serieus op het volgende seizoen brak de oorlog uit. De hieruit voortvloeiende mobilisatie van het Nederlandsche leger ontwrichtte het georganiseerde sportleven volkomen. Geen enkel elftal kon normaal meer worden opgesteld en de treindienst was zoodanig beperkt, dat van een normale competitie met uitwedstrijden geen sprake kon zijn. De Bond besliste dat er een zoogenaamde „nood-competitie" zou worden ingesteld, waarin de clubs zooveel mogelijk plaatselijk zouden worden ingedeeld. Promotic en degradatie zouden worden afgeschaft, daar geen enkele club in haar sterkste samenstelling kon opkomen en dus van eerlijke krachtsverhouding geen sprake kon zijn. A.F.C. werd ingedeeld in afdeeling B en beëindigde de nood-competitie als volgt:

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1935 | | pagina 16