heven zitplaats en de droefheid zijner oogen doet een mist nederdalen over de strijd perken van zijn burcht. De schildknaap heeft zijn plicht gedaan: reeds nadert een eindelooze schare den burcht, vooraan, kalm en treurig, de ouden, die de glorie kenden en het verval zagen, achteraan de jongeren, vroolijk en luid ruchtig, in verheuging over een naderend feest. Nog steeds zit daar de burchtheer, nog graast zijn droeve blik, en de schare ver stomt als zij hem ziet. Dan neemt een der oude wijzen het woord: „Vijf maal zeven jaren hebben wij trouw met u gestreden tegen den draak, die ons allen bedreigde: Degradatus. Soms dachten wij hem voorgoed te hebben ver slagen, dan kwam hij weer terug in ver dubbelde kracht. Wederom is hij nabij, wie zal ons redden?" Bij het hooren van 's draken naam huivert de schare, een kille huivering en de burcht heer kijkt verschrikt achter zich in den mist. Rumoer ontstaat tusschen de jongelingen, hun roepen zwelt aan tot één machtige stem: „Wij zullen den draak verslaan!" Hoopvol glanst het oog des burchtheers en een blijde zucht ontsnapt zijn benauwde borst: „Nog bedreigt geen gevaar mijn burcht." Moedig slaat de schare de zwaarden tegen de schilden ik bedoel de voetbalschoenen tegen de scheenbeschermers - en allen heffen aan een wonderschoon lied, dat als een machtig koraal voortzweeft over de velden, als hoogste uiting van kracht en moed, wegvagend den mist der droefenis: „En die A.F.C.-luitjes Met hun roode truitjes, Trala Zooals het een heldensage-manuscript betaamt breekt ook dit at op het moment, dat het interessant begint te worden. Het vervolg is echter zooals bij alle andere hel densagen: de draak is natuurlijk onkwets baar. maar een klein keurkorps jonge helden trekt ten strijde en jaagt hem zooveel schrik aan, dat hij het verstandig vindt zich verder maar koest te houden. J. J. FÜRSTNER. HET OORDEEL VAN EEN SUPPORT STER OVER „HAAR" A.F.C.-ER. Zondagmiddag. Leuke vent, zooals ie daar op 't veld komt ziet er goed uit in zijn voetbaltenue fijne schei ding, frisch gezicht zal ze wel dik inmaken Lieve hemel daar wordt hij alweer omver geloopen wat ziet ie er nu vies, modderig, uit, bah kijk, alweer een tegenpunt sukkel, om zich zoo te laten inmaken zal het vanavond niet goed bij mij hebben, zou hem niet meer geven dan 3— Zondagavond. Hij danst wel heerlijk als ie ook maar zoo voetbalde Tcch wel een knap snuit zoo boven z'n smoking boordje die cocktail doet je goed, hij schijnt ook heel wat te kunnen verdragen flinke vent toch rapport 8-j-. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII'll'llllllllllllltlllllllKllllllllllllllllllllllllll""1"""!'"11 - 55 - A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1930 | | pagina 57