REVUE 1925—1930. A.F.C. II—A.F.C. III. A. F. C. bestaat 35 jaren, dat is een vast staand feit! Maar tevens is het een feit, dat ons tweede en derde elftal in het zevende vijftal-bestaansjaren de belangrijkste rollen van alle A. F. C.-teams hebben gespeeld. In het tijdvak 19251930 hebben deze ploegen zich één gevoeld met het spreek woord ,,les extremes se touchent". Zij zijn n.l. zoo diep mogelijk gezonken om daarna, met een alles overweldigende spurt, tot het hoogst bereikbare op te klimmen en zich daar te handhaven. 1925. Rouw in de gelederen van A.F.C. II. Zelfs de Reserve Tweede Klasse bleek te zwaar voor onze reserves. De degradatie wedstrijden tegen Ale. Vitrix II werden ver loren, en het tweede zakte af naar de laagste reserve-afdeeling van den N. V. B., waarin ons derde zich in de middenmoot handhaafde. Toen hebben vele energieke A. F. C.- koppen zich bij elkaar gestoken en zijn tot de conclusie gekomen, dat deze afdeeling, voor A. F. C. II speciaal, een schande was. Ons tweede behoorde in de Reserve Eerste-, ons derde in de Reserve Tweede Klass. Dit schaamtegevoel en erkenning van eigen nietigheid heeft wonderen verricht. Seizoen 1925'26 werd door beide teams met enthousiasme ingezet, hoewel het tweede iets schuchter begon door „alsmaar" 11 te spelen, terwijl het derde overwinningen en nederlagen prefereerde. Maar geleidelijk ver dwenen bij beide ploegen nederlagen en gelijkspelen en werden zij iedere week twee punten rijker. Februari 1926 werd de gloriemaand! Het derde behaalde „kalmpjes 't kampioenschap van Afdeeling B. Het tweede speelde den beroemden „Den Helder-wedstrijd" (na den beroemden af scheidsavond van Kali Noordendorp hallo ben je weer terug!) O, Charles Lungen wat was je toen goed, je maakte er vijf! De beslissende wedstrijd tegen Z. F. C. III werd met 40 gewonnen, en op 28 Februari 1926 verscheen er een grootsch-extra-editie- bulletin van de Schakel. „A. F. C. II A. F. C. III KAMPIOEN" met het parool: „Zij moeten de Reserve Tweede Klasse in!" Dit geschiedde dan ook op keurige wijze. De kampioenswedstrijden tegen Voorwaarts II werden „dik" gewonnen, terwijl in de pro motiewedstrijden het tweede W. F. C. II geen kans gaf en het derde zich de meerdere toonde van D. O. S. II. Deze kampioenselftallen stonden onder ranvoering van A. Ruys (tweede) en Haas- dijk (derde). De volgende geregelde kam- pioens-spelers schieten mij in mijn gedachte (bij voorbaat mijn verontschuldigingen voor vergissingen en weglatingen) de Gebr. Ruys, Gebr. Alandt, Lungen, Knopper, Stroobach, Grimberg, De Vilder, Neseker, Duson, v. d. Kolk, Schade van Westrum. Van Nek, Veen, Breethof, Brusse, Haasdijk, Maas, Van Ooy, Tienstra, Walder etc. Deze buitengewone triomf moest gevierd worden, geweldig gevierd worden, hetgeen in de overweldigende trap van „overgewel- dig" is geschied! Welke A. F. C.'er weet zich de beroemde, of liever beruchte, boottocht naar Hoorn niet meer te herinneren? In plasregen afgevaren met draaiorgel aan boord van alsmaar „Valencia"; het heerlijke bier, de zalige, soms vliegende, haring; de onvergetelijke ontvangst van de Hoornsche bevolking; zwart was de ..haven": 65 man muziek op de „kade"; de straten afgezet voor het binnenstroomend ,,A. F. C. in feestroes": de burgemeester op het balcon; het geweldige diner met voor drachten van een „koster"; de mooie „droge" v»f« w'1- A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders! - 50

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1930 | | pagina 52