A. F. C. Ie KLAS
Het kindje is er in gekomen,
En nu juicht heel het huisgezin!
Vervuld zijn eind'lijk onze droomen:
De le klas! We zijn er in!!
't Stond onbereikbaar voor onze oogen.
Fata Morgana in de woestijn,
Want nooit heeft ons 't idee bedrogen,
Dat 1 B, le klas zou zijn
En 't kindje deed z'n eerste passen,
Eerst schuchter nog, pas uit 1 B,
't Salon in, de élite-klasse
Van „Haarlem", Sparta", „H.V.V."!
Het botste tegen een der sterken,
En liep broer „Ajax" voor den grond.
Toen konden de and'ren alvast merken,
Hoe vast het op z'n beentjes stond.
Elet zal nog wel wat stootjes krijgen,
Het valt misschien een enk'len keer.
Maar laat het vastberaden zwijgen,
En denken: „Dat gebeurt niet meer!"
Dan zal het kindje het wel klaren.
En hén beloonen, mettertijd,
Die vijfentwintig lange jaren
Het koesterden met liefde en vlijt!
Sept. 1919. NICO H.
AFSCHEID.
Aan hoeve „Goed Genoeg (waarachter de
A.F.C. tot dusverre speelde).
Ze zijn voorbij, de oude jaren
Dat wij nog tweedeklasser waren
En speelden achter „Goed Genoeg",
En dat wij met tevreden smakken
Een fiksche borrel gingen pakken,
En dat we trainden in de kroeg
En in de Meer, bij „Goed Genoeg".
Ze zijn voorbij, de oogenblikken,
Dat wij de appels gingen pikken,
Die groeiden achter „Goed Genoeg".
Dat 's avonds wij in 't gras daar zaten
En stil Oostveen z'n appels aten,
Die smaakten na ons zwaar gezwoeg
Daar in de Meer, bij „Goed Genoeg".
Ze zijn voorbij, die leuke dagen,
Dat vreemden in den mesthoop lagen,
De mesthoop achter „Goed Genoeg".
En dat we ze op 't droge trokken
Met riemen en met lange stokken,
Terwijl elk bakjes water droeg
Uit 't slootje achter „Goed Genoeg".
Ze zijn voorbij, de ouwe tijden,
Dat wij nog speelden op de weide,
De lage wei van „Goed Genoeg"
Waar eenmaal wij triomfen vierden
En de rood-zwarte vlaggen zwierden,
Daar scheurt en snijdt de wreede ploeg
Ons levend land van „Goed Genoeg
De leukste dag in 't jaar.
Kampioen.
„Als 't kindje binnenkomt,
juicht heel het huisgezin."
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
- 20