opzittend werd het kampioenschap behaald. De kampioenscompetitie ging vrijwel tegen dezelfde tegenstanders als het jaar tevoren; alleen was in het Zuiden N. A. C. kampioen geworden. Begrijpelijkerwijze trokken de kamp oens wedstrijden wederom enorme belangstelling. Ten aanschouwe van ruim 20.000 menschen werd in den eersten thuis-kampioenswedstrijd Go-Ahead met 10 geklopt. Het is nu ai elf jaar geleden, maar nog zie ik het moment, waarop na een corner ons binnentrio op sprong en Jan Asscherman den bal langs den Deveter keeper kopte. Nog hoor ik 't dave rend gejuich op de tribunes! Zelts de pers was enthousiast over dezen kamp, meer nog door de fabelachtige energie, waarmee onze spelers zich roerden en over het hartelijke medeleven van de A. F. C.- familie. Het „Sportblad schreef na den wedstrijd: Zaterdag in de Kalverstraat paradeerden A. F. C.'ers al. Eerst kwam ik Jan ter Riet tegen, die met 't kalmste gezicht van de wereld verzekerde „we winnen morgen!" Later sprak ik Van Ooy en Scheepens en ook zij waren vol vertrouwen in den naderenden strijd, die beslissen moest of The Reds verder ais outsider(!) of als serieuse concurrent mededingen zullen. Op Eersten Paaschdag is deze beslissing gevallen en het is gebleken, dat de A.F.C.-enthousiasten niet ten onrechte vertrouwen stelden in de verrichtingen van hun representanten. Toon Kooij en z'n mannen hebben voor de twijfelachtige eer als lastige outsider te fungeeren bedankt en door een verdiende overwinning op het gevreesde Go-Ahead getoond, dat zij met een onder geschikte positie niet tevreden zijn, doch heel veel ambitie bezitten voor de Gouden Plak. We spraken voor den aanvang verschil lende Deventernaren en ontmoetten ook hier dat zelfde vertrouwen in eigen kracht, wat we bij A. F. C. aangetroffen hadden. Die roodbaatjes zullen 't ons wel lastig maken, dat is gewis, maar winnen doen we toch wel. Het Deventer elftal was door een groot aan tal getrouwen vergezeld, hetgeen bleek uit 't enthousiaste gejuich dat opsteeg toen de Koekenieren binnen de lijnen verschenen. Doch toen daarop Kooij en z'n mannen hun entree maakten, daverden de toejuichingen van alle rangen en vooral de A. F. C.-coterie midden in de overdekte tribune roerde zich aanstonds geducht. Die A. F. C.-aanhangers overtreffen in hun aanmoedigingen alles wat we op dat gebied^beleefd hebben. Zij houden van hun A. F. C. als een moeder van haar kind en t kind vaart wel bij die koesterende liefde. Tegen Ajax werd gelijk gespeeld, van N. A. C. met 20 gewonnen en zoo stond A. F. C. na 4 wedstrijden om het landskam pioenschap als volgt: gesp. 4 gew. 2 gel. 2 pnt. voor teqen 4 f Eén goal tegen na alle kampioenen (Ajax Be-Quick, Go-Ahead en N. A. C.) éénmaal ontmoet te hebben. Een mooier resultaat voor i Oude Glorie. A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders! 10

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1930 | | pagina 12