‘Familie is een
groot woord voor
AFC, gemoedelijk
is het wel’
‘Behoud je
tradities, maar
ga met de tijd
mee’
DE AFC'ER 77
tjes waar ik vaak om moet lachen maar zo’n
anekdote ligt lastig.”
Hoe vaak ben je nog op AFC?
Marcel: "Eigenlijk niet. Alleen op de
bijeenkomsten van de Zilveren Ploeg ben
ik op AFC. Maar vroeger keepte ik soms
bij de veteranen en ook bij zaterdag 2 met
een paar oud-internationals. Ik was er ook
zomers, dan stond ik op onze tennisbaan.”
Guus: "We trainen sowieso drie avonden en
tevens op zaterdag de speeldag, dat is dus
vier keer.”
Hoe vaak zie je je (oud-)ploeggenoten?
Marcel: "Weinig moet ik zeggen. Je komt
ze nog weleens tegen in de stad of bij de
bijeenkomsten van AFC.”
Guus: "Ook dus die vier keer maar tevens
nog weleens daarbuiten. Dan zijn het vooral
de jongens die in Amsterdam wonen. Daar
ga je nog weleens mee stappen of drink je
een bakkie koffie mee.”
Wat is voor jou het AFC-gevoel?
Marcel: "Dat is thuiskomen! De club waar
het allemaal begonnen is en eigenlijk nog
steeds diep in je ziel, in je hart zit. Het is
en blijft je club. Ik was er altijd, drie keer
in de week trainen en in het weekend een
wedstrijd. Dat heeft niets met mijn vader
(Pim, red.) te maken. Eerst kwam ik bij de
club, daarna mijn broer Ronald, vervolgens
mijn vader als interim-trainer en ten slotte
De gouden tip voor AFC?
Marcel: "Blijf zoals het is, zorg dat je in
de Tweede Divisie speelt met het eerste
elftal. De jeugd opleiden zo goed als dat
kan. Behoud je tradities, maar ga wel met
de tijd mee.”
Guus: "Ik vind de balans tussen hier spelen
en daarnaast dingen kunnen doen, zoals
werken, belangrijk. Maar je merkt wel dat
het steeds professioneler wordt als je
ziet wat AFC faciliteert. Ik zou lekker wat
kleiner blijven, de tradities vasthouden. De
jeugdopleiding bij AFC is een heel goede.
Dat weet iedereen, dat moet ook zo blijven.
En wat ik ook leuk vind is dat steeds meer
spelers uit de jeugd richting het eerste
gaan. Zoek een goede balans tussen
voetbal en gezelligheid. Dat zou mijn
gouden tip zijn.”
mijn moeder die dertien jaar het clubhuis
bestierde.”
Guus: "Het is misschien gek maar als je van
een BVO naar een amateurclub gaat veran
dert sowieso je hele leven. Ik ging naar
Katwijk, een omgeving waar ik niemand
kende. Dat maakte dat je pas als je iemand
kent je thuis ging voelen. Maar wat ik hier
wel merk, en dat vind ik leuk aan AFC, dat je
ook een beetje het Amsterdamse gevoel
krijgt. Ik kwam heel veel mensen tegen die
ik al kende. Ik heb vrienden die hier voet
ballen. Ik ken ouders van voetballertjes via
die en die. En dat vind ik leuk aan een club in
een stad waar je vandaan komt. Dat geeft
dat AFC-gevoel. Dat het hier één familie
is vind ik een beetje te groot woord. Maar
gemoedelijk is het wel.”