Dat catchen vond hij het best bij hem passen, de plek met het overzicht Homerun-koning Maatschappelijke carrière Topcatcher DE AFC'ER 11 Wim werd wisselspeler bij het eerste en zag de techniek van werper Han Urbanus en catcher Frits Meijer van dichtbij. Die techniek wist Wim zich al jong eigen te maken. Hij kon daardoor beter begrijpen waarom Frits om een bepaald geworpen bal vroeg. Wim werd in 1962, na de Amerika-reis, ook catcher bij het natio nale team en dat bleef hij tot 1974. In die tijd waren daar ook de ABC/AFC’ers Arnoud Blom (catcher) en eerste honkman Hugo Walker (later verslaggever bij Studio Sport). De latere AFC-voorzitter Dick van der Klaauw was een topscheidsrechter in het honkbal tijdens deze periode. Wim Crouwel werd ook al snel een goede slagman. Dat komt omdat een catcher de bal naar zich toe krijgt geworpen, elke keer weer, de hele wedstrijd lang. Op een gegeven momenten kon hij uitstekend inschatten wat de snelheid van de bal was en zag hij wat voor bal er werd gegooid. Zoiets gaat in een split second. Veldspelers en de honkmannen pikken dat minder snel op. In de Haarlem Honkbalweek heeft hij nog wel een paar keer in het eerste gevoetbald van OVVO, dat in de Eerste Klasse uitkwam. Europees kampioen honkbal, Wim Crouwel met beker bij aankomst op Schiphol. werd Wim, die zevenmaal deelnam, eenmaal beste slagman. En dat tussen het geweld van Amerikanen en Japanners, die tot de top van de wereld behoorden. Wim genoot ervan. Crouwel: “Mijn vader zei vroeger: 'Wim, de toekomst ligt in de techniek, je moet auto monteur worden’. Maar daar was ik niet in geïnteresseerd, ik wilde eigenlijk gymnastiek leraar worden. Ik had een mulo- diploma en kon daarom alleen naar de gemeentelijke kweek school voor onderwijzers. Ik heb daar akte J gehaald, zodat ik beperkt gymnastiekles Wim wordt geëmotioneerd als hij dit verhaal vertelt. “Want, dit was de beste keuze uit mijn leven. En op het moment dat ik in het eerste jaar zat van mijn interlandcarrière. Tevens het seizoen dat ik naar Amerika ging in 1962, dus nam ik mijn boeken mee. Maar je begrijpt, er kwam dus niet veel van leren. Meneer Leffe- laar gaf mij alle vertrouwen en had geduld. HIj zei: 'Je kunt het altijd over doen’. Ik zat toen mocht geven. Het ging verder niet goed want ik haalde slechte cijfers. Directeur Wiggers van de kweekschool heeft mij toen op het spoor van fysiotherapie gezet. Hij stuurde mij naar de opleiding van E.G. Leffelaar." Fysiotherapie bij FC Amsterdam. v.l.n.r. Wim Crouwel, Gerard van der Lem, Jan Jongbloed en dr. Arie Farber. Wim Crouwel werd catcher. De man achter de thuisplaat. Dat catchen vond hij het best bij hem passen; op de plek met het over zicht. Op die positie kun je iedereen zien, alle honken, de mannen in het verre veld en ook wat de slagman en de lopers van de slagpartij doen. Frits Meijer was toen de catcher bij het eerste negental van OVVO, en een goeie. Zijn techniek kopiëren werd een uitdaging voor de toen vijftienjarige Wim. Hij speelde inmiddels in het tweede negental van OVVO waar Charles Urbanus sr. (Nederlands honkbalicoon) de werper was en daarnaast coachte hij het eerste team waar Han Urbanus, de jongere broer van Charles, als werper fungeerde.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

De AFC’er | 2022 | | pagina 11