DE AFC’ER Joop (links op de foto) met het team van de AFC horecabrigade. André: gelukkig want het gezicht van het clubhuis is Joop! AW 24 wensen, als het maar met respect gaat. En dat is wel het geval, het respect is wederzijds. Geklaag komt meestal van buiten. MAAR ALS JE AL ZO VROEG BEGINT, DAN HEB JE TOCH GEEN TIJD VOOR VOETBAL? (Joop schaterend) Maar ik kan helemaal niet voetballen en ik heb er ook niets mee. Ik heb twee linker benen. Wel judo en jiujitsu. MENSEN IN DE HORECA SWITCHEN NOG WEL EENS. DUS WAT KWAM NA HET APOLLO HOTEL? Dat klopt. Ik ging naar Keijzer Bodega en daarna naar Hems op Schiphol. Op mijn 25ste voor mijzelf begonnen.Eetcafé 'De eetkamer van de Jordaan’. Dat bestaat onder een andere naam nog steeds. Echter ik begon mij opgesloten te voelen tussen vier muren, dus op mijn 40ste ben ik gaan rondzwerven. Niet werkelijk, maar qua werk. HOE IS HET OM HIER BIJ AFC ACHTER DE BAR TE STAAN? Horeca zit in je bloed. Als ik achter de bar sta, vergeet ik dat ik misschien wel een rot dag had. Dan ben je er voor de mensen. De gastvrijheid is zo belangrijk. Hier op AFC zijn het geen klanten of gasten meer. Het zijn vrienden geworden. Ja familiegevoel. Je bent er voor die mensen, dan komt die lach en vriendelijkheid vanzelf. Ik moet er niet aan denken om in een buurtcafé te staan, dan ben je vaak het aanspreekpunt voor de klant met zijn ellende. MAAR ZIJN AFC’ERS DAN MAKKELIJK? Ja hoor, natuurlijk zijn ze wel eens ongeduldig. Tijdens de rust van het Eerste is het een gedrang, daar kom je niet onderuit. 'Ik sta hier al zolang’ Dan kan ik moeilijk zeggen 'Ik al de hele dag’ (Joop scha tert het uit). En ach natuurlijk zijn er die een voorkeursbehandeling BESTE JOOP, WANNEER BEN JE BEGONNEN? Op mijn zestiende bij het Apollo Hotel. Opleiding, maar wel vast in dienst. 12 uur per dag voor 30 gulden per week. Opgeklommen naar 'chef de rang’. Dat is een horeca term. OM UITEINDELIJK OP GOED GENOEG ACHTER DE BAR TERECHT TE KOMEN. HOE KWAM DAT ZO? Door Frans Ris. Een mopperkont maar een hart van goud. Hij vroeg mij in 2002 als oproepkracht. Nooit spijt van gehad. Bij Frans mocht ik alles, als het maar ten goede van het bedrijf kwam. Vriendschap was onze basis, daardoor heel leuk en goed kunnen samen werken. NU BEN JE IN DIENST VAN AFC, DAT LIJKT MIJ TOCH ANDERS. De samenwerking met het Bestuur is prima, je merkt wel dat het geen echte horecamensen zijn. Er wordt nu meer op de cijfers gelet en dat is goed. Een zakelijker aanpak, zoals het hoort. WAT MIS JE NU? De gezelligheid. Zeker als de Klassieke Veteranen thuisspelen. Dan hoor ik ze weer: 'Joooooop’. Met respect, en dan komt die lach toch vanzelf. Maar ook de nazit van vergaderingen van het vorige bestuur. Dat werd meestal heel laat. En de maandagavonden en de woens dagavonden. Dan ben je toch meer een clubman, dan is het toch veel meer dan alleen je brood verdienen? HOE LANG GA JE NOG DOOR? In januari word ik 66 en ja ik wil, als ik het volhou, nog 10 jaar door. Ik moet er niet aan denken om al te stoppen. Ik heb nog veel te veel plezier in mijn werk bij AFC.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

De AFC’er | 2021 | | pagina 24