AFSCHRIFT VOOR DE AANVOERDERS EN VOOR DE OFFICIALS. AAN de Verenigingen van de K.N.V.B. Een snelle strafrechtspraak is van groot belang, zowel voor de Bond als voor spelers en verenigingen, en daarom v/il het Bondsbestuur met ingang van het nieuwe seizoen trachten de strafzaken nog vlugger af te doen. Zonder Uv; vereniging meer werk of hogere kosten te veroorzaken en zonder haar rechten -of die van Uv? leden- aan te tasten, zal een snellere rechtspraak in vele gevallen mogelijk zijn, als de artikelen 9 en 10 ven het R.C.W. stipt worden nageleefd. Deze artikelen zelf zijn niet gewijzigd, doch voor het nakomen van Uw verplichtingen heeft het Bondsbestuur een gewijzigde werkwijze ontworpen. Hier volgt het schema: 1. Indien de scheidsrechter tijdens een wedstrijd een speler een waarschuwing geeft of van het speelveld zendt, dient hij dit, altijd door tussenkomst van de aanvoer der van die speler te doen. De aanvoerder is dan op de hoogte. 2. Do aanvoerder van Uw elftal is volgens art. 9, lid 1 R.C.W. verplicht uiterlijk 5 minuten na de wedstrijd het ruilformulier te ruilen. 3.- Dit ruilen moet in het vervolg door tussenkomst van de scheidsrechter geschie den, óók als hij tijdens de wedstrijd geen speler een waarschuwing gaf of geen speler van het veld zond. Daartoe dient Uw aanvoerder zich binnen 5 minuten na de wedstrijd bij de scheidsrechter te melden met hot aan de voorzijde ingevulde ruilformulier. Ook de aanvoerder van de tegenpartij komt daar mot zijn formulier. 4. Zoals art. 10 R.C.TJ. hem voorschrijft, draagt de scheidsrechter, indien dat no dig is, beide aanvoerders op, aan de achterkant van het ruilformulier in de daarvoor bestemde vakjes duidelijk te vermelden: a. welke spelers van hem een waarschuwing kregen; b. welke spelers hij van het speelveld zond; c. aan welke overtredingen zij zich schuldig maakten. 5. De scheidsrechter overtuigt er zich van of beide aanvoerders doze opdracht goed hebben uitgeroerd, hij tekent do formulieren voor gezien en ruilt ze. 6. Uw aanvoerder stelt het ruilformulier, dat hij ven de scheidsrechter ontvangt, onmiddellijk in handon van Uw bestuur. Het is daarom goed, als een bestuurslid de aanvoerder vergezelt bij zijn bezoek aan de scheidsrechter; 7. Immers, zodra do scheidsrechter Uw aanvoerder het formulier geeft, ontstaat voor Uw vereniging automatisch de plicht te voldoen aan de opdrachten, genoemd in art. 10 R.C.W.. Bijgevolg dient Uw bestuur: 8. Uw aanvoerder op te dragen een door hemzelf getekende verklaring op te stellen, waaruit kort en duidelijk blijkt, waarvoor Uv; speler of die van de tegenpartij door de scheidsrechter werd gestraft of gewaarschuwd. Natuurlijk moet Uw aanvoerder, als hij de overtreding niet zelf kon -waarnemen, inlichtingen vragen bij zijn mede spelers 9. Uw speler -als de scheidsrechter hem strafte of waarschuwde- opdracht to geven in een door hemzelf getekende verklaring, kort en duidelijk uiteen te zetten: a. hoe zijn overtreding is ontstaan; "b. waaruit zij bestond; c. wat hij tot zijn verontschuldiging of verdediging meent te kunnen aanvoeren. 10. Tot nu toe vroeg het Bondsbestuur Uv; vereniging steeds om inlichtingen <ryer het gedrag van de gewaarschuwde of gestrafte spelers. Dat vragen is vervallen.On- gevraagd dient Uw bestuur het bondsbureau nauwkeurig en naar waarheid in to lich ten^ over het wangedrag van de speler(s)a 11.Indien de wedstrijd op Zaterdag of Zondag is gespeeld, moet Uw bestuur zorgen, dat uiterlijk Dinsdag de volgende stukken in het bezit van het Bondsbureau zijn: a, het volledig ingevulde en getekende ruilformulier; b. het verslag van Uw aanvoerder (zie punt 8); o. de toelichting of verdediging van Uw speler (zie punt 9); d. hot verslag van Uw bestuur (zie puntl)); o. een volledig ingevuld on getekend vragenlijstje, waarop Uw bestuur die inlich tingen verstrekt, welke het Bondsbestuur nodig heeft, om zich een juist oordeel over Uw speler te kunnen vormen. Dat vragenlijstje is natuurlijk slechts nodig, als de scheidsrechter oen speler van Uw vereniging waarschuwde of strafte. U ontvangt hierbij 5 van die vragenlijstjes en U vraagt nieuwe lijstjes aan, zodra dit vijftal is gebruikt. Deze regeling is eenvoudig en moet naar het oordeel van hot Bondsbestuur voor een ieder duidelijk zijn. Uw secretaris, Uw speler en Uw aanvoerder behoeven ook nu niets méér te doen dan in art. 9 on 10 R.C.Ï7. is vastgelegd. ïïat zij moeten doen geschiedt voortaan slechts in een andere volgorde dan vroeger. Hebt U moeilijkheden, meldt ze kort on bondig aan het Bondsbureau, dat U graag helpt. to Hoogachtend, Strafcommissie K.N.V.B.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Bulletins (vnl. opstellingen) | 1952 | | pagina 2