14 maart 2012 90e jaargang nr. 8 J 1933: volle tribunes aan de Zuidelijke Wandelweg tijdens het AROL-TOERNOOI. 1951: Ajax wint voor de 5e keer de AROL-BEKER, waardoor de beker definitief in het bezit van Ajax komt. Aanvoerder Potharst ontvangt hier de beker uit hande van AFC-voorzitter Hauber. 1954: Ajax scoort hier de beslissende treffer tegen AFC in de eerste ronde van het AROL-TOERNOOI. (AFC-Ajax 2-3) Ajax zou daarna de finale verliezen van E.B.O.H. uit Dordrecht. Tony van hierop, (links op de foto) naar wie de AROL-BEKER is ver noemd, rechts Gé Bosch. De eerste AROL-BEKER, deze beker is definitief in het bezit van Blauw Wit. HET A.R.O.L. - TOERNOOI Het A.R.O.L.-TOERNOOI heeft bestaan van 1923 tot 1970 en werd 46 keer verspeeld. De naam van het toernooi is ontleend aan het in 1922 te jong overleden AFC lid Tony van Lierop, die vol uit A.R. Onslow van Lierop heette. Zijn initialen achter elkaar gezet vormde de aanduiding A.R.O.L. De (eerste) beker werd geschonken door zijn goede vriend Gé Bosch. De wedstrijden werden altijd in de maand augustus gespeeld en werden gezien als voorbereiding op het nieuwe seizoen. In de jaren tot kort voor en na de oorlog overigens waren deze bekerwedstrijden zeer populair bij het Amsterdamse publiek. Zo populair dat mede op basis van de bezoekaantallen bij dit toernooi het bestuur in de jaren '30 besloot de accommodatie aan de Zuidelijke Wandelweg uit te breiden naar 8000 toeschouwers. De opbrengsten van het jaarlijks terugkerend toernooi, zorgden er dan ook voor, dat de financiële situatie van AFC zich kon herstellen. De finale werd, naarmate het succes toenam, vaak gespeeld in het Olympisch Stadion, waarbij toeschouwersaantallen van 12.000 (in 1943) gehaald werden. Bekende voetballers namen deel aan het A.R.OL.-TOERNOOI. Zo speelde Abe Lenstra in 1953 met Heerenveen de finale tegen Enschedese Boys, De Boys wonnen deze finale overigens met 2-0. De bekendste A.F.C.-er uit die tijd (jaren 1927 tot en met 1938) was Charles Lungen, die soms bijna in zijn eentje voor heel wat AFC-successen zorgde. A.F.C. was overigens weinig succes vol in haar eigen toernooi. Slechts tweemaal wonnen ze in 1943 en in 1958. In 1943 speelde A.F.C. de finale tegen A.G.O.V.V. uit Apeldoorn in het Olympisch Stadion, voor 12.000 toeschouwers. In het reeds eerder genoemde "Gouden Boek van A.F.C.'" lezen we daarover het volgende: "Maar in dat Olympisch Stadion geluk te het eerste elftal dan toch, voor het eerst den AROL-BEKER te winnen. Het elftal was mentaal goed voorbereid en kon juist op tijd naar de climax gebracht worden. De finale tegen het sterke A. G.O.V.V. zag een eerste elftal, dat zoo prachtig "geladen was, dat zoo geconcentreerd was, dat de technische tekortkomingen overspeeld werden, de rust ging in met 0-0. In de tweede helft kwam A.F.C. onder laaiend enthousiasme aan de leiding en toen in de laatste minuut Chris Geluk de overwinning consolideerde, was het op de tribune een ware Holland-België". Blauw Wit won het toernooi maar liefst negen keer en Ajax vijf keer, beide clubs zijn daardoor definitief in het bezit van de AROL-beker. In 1940 werd de beker, die toen in het bezit van D.W.S. was, uit het clubhuis van D.W.S. gestolen. Nooit werd er van die beker meer iets teruggezien, maar het ontdane DWS zorgde, zeer galant, voor een nieuwe beker. In de jaren'60 liep, mede na invoering van het betaalde voetbal, de belangstelling zienderogen terug en bleek dat het toernooi geen toekomst meer had. In 1970, mede ter ere van het 75-jarige bestaan van A.F.C. werd het voor het laatst gespeeld. De winnaar Neptunus uit Rotterdam mocht de (laatste) wisselbeker definitief houden. En zo kwam er een einde aan een, in die tijd, groot en succesvol toernooi, dat blijvend een markante plaats in de AFC historie heeft ingenomen. Namens de archiefcommissie Rik de Boer 1943: AFC wint voor de eerste keer her eigentoernooi, door in de finale A.G.O. V.V. met 2-0 te verslaan.. De finale werd gespeeld in het Olympisch Stadion voor 12000 toeschouwers. 21

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 2012 | | pagina 21