Weetje nog, die ene wedstrijd 15 februari 2012 90e jaargang nr. 7 Het is zondag 15 oktober 2000. De dag van de zevende speelronde van het seizoen 2000-2001. AFC speelt voor het derde achtereen volgende seizoen in de le Klasse A. Na twee eerder mislukte pogingen om te promoveren, moet dit jaar de terugkeer naar de Hoofdklasse worden gerealiseerd. De nieuwe trainer, Ton Du Chatinier, benadrukt het belang van de aanwezige extra kwaliteit gekoppeld aan werklust. Het succes van deze combinatie blijkt uit de eerste zes wedstrijden die AFC ongeslagen doorkomt. Winst vandaag betekent een Periodekampioenschap. Daarvoor moet er echter wel worden gewonnen van stadgenoot Tiirkiyemspor en dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Deze super ambitieuze club en debutant in de 1" klasse, is op dat moment ook ongeslagen en samen met AFC mede-koploper in de competitie. Voor het eerst in de geschiedenis zullen beide clubs de degens gaan kruisen. Vanwege de grote publieke belangstelling wordt uitgeweken naar het terrein van buurman SDW. Daar staat een tribune en kan men de geschatte 2000 toeschouwers wel verwerken. Het duel is een spektakelstuk met een luidruchtige Turkse aanhang, trom mels, vuurwerk, veel doelpunten, opstootjes en een rode kaart. Ver in de 2e helft heeft AFC een voorsprong uit handen gegeven, en dreigt te worden overlopen. Dan gaat verdediger Erwin Smit mee naar voren voor een vrije trap vanaf de linkerkant... Ruim 11 jaar later vraag ik Erwin of hij het leuk vindt om nog eens te vertellen over deze spectaculaire wedstrijd: "Ja zeker, maar dan moet Barry er ook bij zijn voor de feitelijke kennis, want ik weet bijna niks meer". Barry is Barry van der Glas en boezemvriend van Smit. In oktober 2000 was hij de vaste grensrechter van AFC 1. We spreken we af bij Café 1890. Terwijl bekend wordt dat de Elfstedentocht van 2012 niet door zal gaan, drinken we koffie en bier en gaan terug in de tijd. Terug naar het jaar 2000 en die heftige voetbalmiddag op het veld 'achter de grote zwart-witte voetbal' aan de Seineweg. Smit speelt vanaf de F pupillen, hij is de zoon van AFC-Ridder Ger Smit, tot en met de junioren Al in een lichting die men binnen de club in die tijd "De Gouden Jeugd" noemt. Zijn teamgenoten zijn jongens als Nils Adriaans, Ronald van de Meent, Arjen Coorengel, Robbie Slager, Peter van den Dungen Jr. en David Bijlsma. Een aantal jongens uit die groep zullen later in 'het eerste' spelen. Ook Barry van der Glas begint in de F pupillen bij AFC en wordt op latere leeftijd keeper. Als hij zeventien jaar is krijgt hij een paars Cruyff- keepershirt cadeau. Hij speelt er vanaf dat moment al zijn wedstrijden in. Inmiddels al 24 jaar lang. Volgend seizoen beleeft het shirt van Barry een jubileum. Erwin herinnert zich: "Na de junioren speelde ik vier jaar in het twee de elftal. In die tijd trainden AFC 1 2 altijd samen. Pim van de Meent was trainer en zag het in mij zitten. In 1993 liet hij mij door schuiven naar de A-selectie en dat jaar debuteerde ik ook. Dat vond ik wel speciaal. Ik was toen 22". Smit ontwikkelt zich tijdens de jaren negentig tot een vaste waarde in de rood-zwarte defensie. Snel, sterk en uiterlijk onbewogen groeit hij uit tot een solide linksachter. Hij maakt de mooie seizoenen mee, waarin AFC twee keer bijna kampioen wordt, maar ook het diepte punt in 1998 als AFC degradeert, alhoewel hij dat zelf anders heeft ervaren: "Ik had toen jaren gespeeld in een laatste linie met Roy Beukenkamp op doel, Winston Douglas op rechts, Roy Tular en Rokus Hoogendoorn Jr. in het midden en ik op links. Toen waren we zo sterk, dat was puur genieten. Het jaar dat we degradeerden liep het een stuk minder. Je voelde het eigenlijk al een tijd aankomen. Maar grappig genoeg is het op de dag van de degradatie 's avonds op AFC nog best gezellig geworden. Er zat ook niets anders op; we moesten door. Op naar een nieuwe periode" Dat 'nieuwe' wordt de le klasse A, waarin AFC veel weerstand kan verwachten van andere Amsterdamse clubs, zoals DCG en DWV. In het eerste seizoen in deze afdeling speelt men, onder leiding van trainer Rob Bianchi, tot op de laatste dag mee voor de hoofdprijs, maar sneuvelt uiteindelijk in de nacompetitie. Het tweede seizoen verloopt onvoorzien bijzonder teleurstellend met een vijfde plaats in de eindrangschikking. In het seizoen 2000-2001 gaat AFC opnieuw voor een Kampioenschap of promotie via een omweg. De tijd is rijp. Trainer dat jaar is Ton du Chatinier. Hij begint aan zijn eerste van uiteindelijk vijf seizoenen bij AFC. Met zijn komst gaat er een andere wind rondom het eerste elftal waaien. 'Chat' motiveert zijn eigen spelers door hen vaak prikkelend "de heertjes uit Zuid" te noemen. Hij eist van zijn team werklust en een 'over mijn lijk' mentaliteit. Daarin wordt hij bijgestaan door twee teamleiders. Oud AFC 1 goal- getter Henk Bijlsma en oud AFC 1 speler Frank Keijzer, die zelf ook een aantal jaren een ongebreidelde werklust op het middenveld tentoon spreidde. Co Grosze Nipper is ook dat seizoen de bijna niet weg te denken verzorger van de ploeg. Barry van der Glas start dan aan zijn derde seizoen als clubgrensrech- ter, een bij de "lagere" klassen horend fenomeen. Die taak werd in 1998 van origine waargenomen door de heer Peter Schenk, een bondsofficial die bereid was gevonden om de wedstrijden van AFC 1 te gaan vlaggen. Maar in de rust van één van de eerste competitie wedstrijden krijgt Schenk ruzie met aanvoerder Roy Tular, die vindt dat hij bij een bepaalde situatie voor buitenspel had moeten vlaggen. Schenk is het er niet mee eens en nog tijdens de rust stapt hij onder de douche en verlaat (in recordtempo) briesend de kleedkamer. Lichtelijk in paniek gaat Bijlsma op zoek naar een vervanger en vindt Van der Glas, die buiten op de tweede helft staat te wachten. Hij wordt, zo zal later blijken, een permanente vervanger. Cees Thomas traint dat jaar de keepers en daarmee direct één van de nieuwe aanwinsten: Edwin van Holten. Een geweldige keeper met een profvoetbal verleden bij Volendam, Excelsior en Telstar. In 1995 staat hij zelfs in de Kuip onder de lat tijdens de KNVB Bekerfinale tussen Volendam en Feyenoord. In de achterhoede spelen Joey Esioney, de slimme Mohad Zaoudi en de bikkelharde Maarten Steke lenburg. Aan de linkerkant speelt Erwin Smit dan inmiddels al voor het zevende jaar op rij. Op het middenveld spelen Peter de Waal en Robert Gehring. Door blessures zijn Guido Smits en Uli Landvreugd helaas voor lange tijd uit de running. Versterkingen zijn dus brood nodig. Twee van die versterkingen zijn Hans Geerlings en Daniel van Meer. Twee Tinkspoten'. Geerlings komt over van Hollandia en combineert een mooie techniek aan een groot loopvermogen. Van Meer komt over van Elinkwijk. Tactisch en technisch sterk, met een drang naar de goal. Ook Marco van Galen is dat jaar nieuw bij AFC. Hij speelde jarenlang in de Ajax jeugd en was een groot talent. Een goede voetballer met een geweldige dosis Amsterdamse humor. Niet alleen op, maar ook buiten het veld is hij een belangrijke aanjager. Qua aanvallende power is AFC ook goed bedeeld, met de af en toe onnavolgbare Dennis Purperhart en aanvoerder Eschwin de Bruijn, die een buitengewoon sterk seizoen door maakt. In de tweede helft van het seizoen voegen zich daar Frank Aboikoni en Rivellino Sleur nog bij. Ze komen terug van blessures en voegen direct iets extra's toe. Smit, inmiddels routinier, geniet dat jaar volop: "We hadden een geweldige selectie met veel écht goede spelers. Maar we speelden niet alleen goed, we wonnen ook veel wedstrijden. En het was gezel lig, we konden we het heel goed met elkaar vinden. We gingen op zondagavond vaak met veel jongens naar de Odeon, aan de Singel. Dat waren, zacht uitgedrukt, opmerkelijke avonden". Na een vliegende start treft AFC dus na zes wedstrijden rivaal Tiirkiyemspor. Deze tegenstander heeft binnen een beperkt aantal jaren reeds flink naam gemaakt door een aaneenschakeling van Kampioenschappen. De droom van deze van origine Turkse vereniging, is om een multiculturele topclub in het Nederlandse amateurvoetbal te worden. Daarvoor worden kosten noch moeite gespaard en men weet (extra) goede amateur spelers te overtuigen om in Amsterdam-West te komen voetballen. In het team van dat seizoen spelen onder leiding van trainer Edward Metgod, de zeer sterke Yucel Gundogdu, de gebroeders Akgün, Tayfur Kahraman, Marciano Boumann en Jerrel Linger. Ook voor hen bestaat maar één doel: het Kampioenschap. De uitkomst van deze op handen zijnde kraker wordt, ook al is het nog maar vroeg in het seizoen, door kenners bestempeld als bepalend voor de titel. Die middag is het Sportpark Spieringerhorn zo goed als "uit verkocht". Er kunnen niet veel mensen meer bij. De voetbalsfeer is mooi, maar tegelijkertijd een tikkie intimiderend. Bij de opkomst van

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 2012 | | pagina 23