Primadonna's!
Een AFC'er vertelt
Arthur Reddering
16 februari 2011 89e jaargang nr. 7
door Laurens Samsom
Zeven uur, bord op schoot. Afgelopen zondag dacht ik een oude
traditie weer eens in ere te herstellen. Als kind liep ik de hele zondag
te stuiteren, omdat ik niet kon wachten op mijn held: Dennis Berg
kamp. Weergaloos, fluwelen techniek, tikje nonchalant.
De schaarse spelers die af en toe voor een paar seconden konden
tippen aan het niveau Bergkamp, zijn in de winter uit Nederland
weggekocht voor de reservebanken van de buitenlandse voetbalfa-
brieken. En dus blijven wij zitten met spelers die zelfs op een training
het 'stiffie' van Dennis nooit zullen imiteren, maar wel de sterallures
hebben alsof ze God op aarde zijn.
De Oostenrijkse spits in dienst van FC Twente, Mare Janko, speelt al
twee maanden - in navolging van ongeveer alle spitsen in Europa -
met een shawl. Een wat? Een shawl, een ronde versie zonder begin of
eind! Tijdens de wedstrijd? Ja, tijdens de wedstrijd ja! Anders zou
Herr Janko misschien kou vatten. Het schijnt dat hij tussen september
en maart los van het voetbal sowieso niet buitenkomt. Alleen voor
sponsorbijeenkomsten die hij echt niet mag missen. Dan hult hij zich
in drie pooljassen en vijf skibroeken zodat hij veilig die vijf meter
tussen zijn kapitale villa en zijn bolide met chauffeur kan overbrug
gen.
Maar het kan erger. Bij de club waar Bergkamp nota bene zelf groot
werd (en nu de Al traint), ligt het probleem bij de jongste jongens.
De negentienjarige linksbuiten Lorenzo Ebecilio wil namelijk alleen
meedoen als hij handschoenen aan mag. Veldverwarming? Maakt niet
uit. Het dak dicht? Het kan Lorenzo niet schelen: alleen met hand
schoenen doet hij mee. Ook bij de interviews schijnen de handschoe
nen aan te blijven en zelfs onder de douche zijn de handen bedekt.
Na vijf minuten dwalen mijn gedachten af. Ik zie Janko, Ebecilio en
Geert Wilders in een voetbalkleedkamer. Janko met de handschoenen
van Lorenzo, Wilders met de shawl van Mare en Ebecilio omringd
door de bodyguards van Geert.
"Jullie hoeven het land niet meteen uit", begint Geert terwijl hij het
begin van de shawl om zijn nek zoekt. "Maar na drie mindere wed
strijden zetten we jullie over de grens." "Waarum?" fluistert Janko,
omdat hij een keelontsteking voelt aankomen. "Omdat jij uit Polen
komt en omdat die kleine daar moslim is", zegt Geert.
"Onzin", roept Ebecilio vanachter de bodyguards vandaan. "En wat
doe jij hier trouwens in ons kleedlokaal?" "Ik probeer zieltjes te
winnen voor de Provinciale Statenverkiezing", antwoordt Geert.
"Natuurlijk pleiten we nog steeds voor een subsidiestop naar alles wat
met cultuur te maken heeft. Maar in de provincie kunnen we mensen
ook gerichter aanpakken. Zo willen we in Noord-Holland hoofddoek
jes uit de bus trappen en trekken we al het geld uit het onderwijs voor
moeilijk opvoedbare en gehandicapte kinderen."
"En het profvoetbal?" vraagt Ebecilio. Geert begint te glimmen:
"Zolang Barcelona onze moslims overneemt, vind ik het prima."
Ik schrik terug uit mijn droom. De Eredivisie is inmiddels voorbij en
voordat het andere sportnieuws begint, zie ik nog wat beelden uit het
buitenland: United-spits Berbatov speelt met maillot, Inter-keeper
Julio Cesar draagt een muts...
"Na de reclame", zegt Dione de Graaff, "de alternatieve Elfsteden
tocht". De promo toont noeste mannen die met min 30 graden en van
top tot teen bevroren over het ijs rijden. Ik zet te televisie uit. Er is en
blijft maar een sport: Koning Voetbal, of eigenlijk Koningin Voetbal
Toen ik op mijn 10e verjaardag als cadeau, lid van de Amsterdamsche
Football Club mocht worden, sprong ik een gat in de lucht.
Ik kon toen niet bevroeden, dat het een lidmaatscha "voor het leven"
zou worden. Voetballen deed ik tot dan toe op de ventweg van de
Rooseveltlaan in Amsterdam - Zuid met een tennisballetje, het z.g.
"putten". Onder andere met mijn buurjongen Rob Duis, Robert,
later met een grote staat van dienst in de A.F.C. Vanaf dat moment
nam A.F.C. een grote plaats in.
De Zuidelijke Wandelweg werd dagelijks bezocht en voorzag in zeer
ruime mate in mijn vrije tijdsbesteding. Terreinknecht Harry, een heel
vriendelijk mens, ik mocht hem helpen en zelfs op de maaimachine
het tweede veld maaien. Memories zoals bijvoorbeeld de lekkere
lucht van het vet, waar de ballen mee ingevet werden.
Herinneringen aan die tijd zijn er in grote mate. Ik bezocht trouw de
trainingen en heb vele trainers mee kunnen maken.
Het was zeer divers en niet altijd even boeiend, b.v. een Engelse
trainer, nadat hij gedurende een half uur ons verveelde met hoe je de
wreef tegen de bal moest plaatsen, ons alleen maar strafschoppen liet
nemenwij vonden het maar niets wij wilden achter die bal
rennen (jongetjes van ca.10 jaar).
Ik herinner mij het derde veld, met na afloop onder toezicht van de
perfecte leiders: v.d. Hurk en de Granje. In de zinken bakken je
wassen met koud water.
Later met mijn maatje Henk Teiwes, een kanjer van een keeper,
vormden wij een hechte verdediging. Gekozen voor het Amsterdamse
Jeugd Elftal en nog wat later voor het Amsterdamse Amateur Elftal.
In de periode was Cor Sluyck onze trainer, een fantastische kerel!
Zijn trainingen logen er niet om, in het mulle zand over het ruiterpad
joggend en over het braakliggend land naar het Olympia Plein en
terug.
Op mijn 21ste werd ik Bestuurslid, de jongste 2e secretaris. Maar wel
nadat ik in gezelschap van Jan van Dijk een "intake" gesprek moest
afleggen bij het Erelid dhr. Galavazi Sr op het Roelof Hartplein, die
mij over de historie van de A.F.C. uitvoerig informeerde. Het was
voor mij een enorme belevenis en realiseerde, dat ik in een bijzon
dere positie beland was. Samen met Jan van Dijk werd de admini
stratie bij Fred van Soomeren opgehaald, die met het le secretariaat
werd belast en Jan werd voorzitter. Het was veel werk, vooral met in
die tijd, de verplichte identiteitskaarten. De telefoon stond niet stil in
Huize Reddering en mijn vader was voor zijn bedrijf dan ook moei
lijk te bereiken
Pas in functie werd A.F.C. kampioen (seizoen 1960-1961). In de
Glazen Zaal van de RAI vond de receptie plaats met een immense rij
van gasten van de andere clubs om ons te feliciteren. Als nieuw-
1