v
Een AFC'er vertelt
v
Drukte op het netvlies
v
15 september 2010 89e jaargang nr. 2
Juli 1944: links George Wijnand en rechts André van der Pijl
Of ik a raison van 1000 woorden stokoude herinneringen wilde opha
len. Ik dacht even met schrik aan die oud-politici die ontsnapt aan het
zorgcentrum indringend kwamen vertellen hoe het met dat kabinet
moet. Ik had het liefste nee gezegd, maar als Schakelredacteur van
een jaar of zestig geleden herinnerde ik mij hoe vervelend het is als
nee het antwoord is.
Over hoe het verder met AFC moet, weet ik niet. Het is de charme
van oud zijn dat je je nergens meer) mee hoeft te bemoeien. Hoewel.
Hoe lang kom ik al op AFC? Sinds ik lopen kan en toch oud genoeg
om niet in die rotsloot achter de Overdekte terrein Zuidelijke Wan
delweg) terecht te komen. Waar zijn wij dan? Begin jaren dertig. Wie
of wat drentelt uit die tijd nog over het netvlies? Wat heb je echt
gezien en wat is in al die jaren langzaam maar zeker een beetje van
horenzeggen geworden.
Van het eerste, jazeker, Charles Lungen, Roel van Nek, Tonnie
Knopper huisvriend van mijn ouders). O ja, het paard van de ter
reinknecht, dat de grasmachine voorttrok. En dat rare scoringbord met
'Casten' in plaats van 'Gasten'. De G was slecht geschilderd.
Het oude AFC was niet zo technologisch onderlegd. En al die hoge
heren in hun mooie pakken: Galavazi, Bessem, Gé Bosch. Ik heb ze
allemaal bij mij thuis op verjaardagen gezien. AFC'ers die eindeloos
over AFC spraken, die het echt eens waren of een beetje of helemaal
niet. En steevast kwam dat lied dat mij wakker maakte. En laat ze
maar doelen, we slaan ze allemaal op hun smoelen, ojee, alweer een
goaltje voor AFC'
Het wordt druk op het netvlies. Het is 1933, ik mocht mee met de bus
naar Enkhuizen, West Frisia uit. We wonnen met 5-0, allemaal van
mijn held Charles Lungen. Twee jaar later het 40-jarig bestaan met de
erewedstrijd tegen Ajax. Ik zat op de Overdekte naast Henny Immig,
die ouder was dan ik. Hij had een nieuwe yell bedacht en dat hebben
we laten horen. 'A punt F punt C punt doelpunt' Het hielp niet, we
verloren met 7-1 en onze yell stierf een zachte dood. Overigens, die
ene goal was van Charles van Lungen.
1937-12 jaar- lid van AFC? Nee. Suf gesmoesd over AFC, altijd,
altijd AFC? Zulke psychopathische gevoelens heeft een 12-jarige niet.
Er was nog een held waar ik eerbiedig tegenop keek: neef Piet Rood-
enburgh, rechtsbuiten van 'Amsterdam' en van het Nederlands hoc-
keyelftal. In de oorlog gefusilleerd door de Duitsers. Ik ging niet
voetballen, maar hockeyen. Ik geloof niet dat ik toen AFC gemist heb.
Tot 1943 ben ik bij 'Amsterdam' gebleven, maar merkwaardig, al
mijn vrienden waren AFC'ers: André van der Pijl zoon van de latere
pachters van AFC: tante Miep en oom Jan), Wallie van Weelde,
Jacques Mellegers, Piet Woerdeman, George Zeegers. Basketbal voor
de Oud OHS met Wallie, Jacques, Piet, Luuk Nijdam AFC), Chris
Kughelein (AFC).
Verjaardag van Piet in 1943 de hele meute was present en toen kwam
de aanval met André in de spits: 'dat gesodemieter met dat stokkie is
afgelopen, jij wordt lid van AFC.' Discussie gesloten. Toen ik weer
een plekje op de Overdekte zocht, zei meneer van Dijk de vader van
Jan en dus opa van Roy): 'En zo komen alle schaapjes weer in de
oude stal terug.
Met die vriendenkring zijn we de oorlog doorgekomen, mede dankzij
Jan Steensma, die op het bevolkingsregister werkte en onze personalia
zo aanpaste dat we niet naar Duitsland hoefden. Deed hij overigens
niet alleen voor ons.
1945 Wallie en ik tekenden voor de mariniers (opleiding in Ameri
ka). André, die de zeevaartschool had doorlopen, werd adelborst bij
de Koninklijke Marine. We vonden elkaar begin 1946 terug in het
morsige Seremban (Maleisië) en daarna regelmatig in Soerabaj.
Maakten ons kwaad omdat AFC de promotie naar de eerste klasse had
vergokt. Wat we toen nog niet konden weten, was het beroemde
telegram van Wim Staats aan mijn vader: 'AFC-TOG 0-5 stop AFC
wel opgekomen'
André en ik zouden eind januari 1948 samen thuisvaren met het
troepenschip 'Zuiderkruis'. Tijdens het gebruikelijke biertje zei hij,
dat hij nog één opdracht had. Eind oktober zou hij terugkomen. Er
zijn herinneringen waar je geen netvlies voor nodig hebt. Ik belde de
Marine en vroeg naar luitenant ter zee van der Pijl. Het antwoord
vond ik vreemd.
'Bent u familie?
'Nee, hij is mijn beste vriend'
'Ik verbind u door'
'Luitenant ter zee van der Pijl is gesneuveld op de Moesie bij Pa-
lembang'.
Terug in Nederland, thuiswedstrijd, goede dag voor de penningmees
ter. Jan en Miep van der Pijl aan het werk in het clubhuis. Ik zocht
André's vader op. George ,ze zijn hem allemaal vergeten'. Dat was
niet zo, maar het eerste had gewonnen en het werd heel gezellig in het
clubhuis.
De onvermijdelijke gang van een club en van alles wat leeft, dat als je
ouder wordt, je geleidelijk naar de periferie van de club drijft. Is het
AFC nu anders dan toen? Ik behoor niet tot de oude mensen die
klagen dat het vroeger zoveel beter was. Niet de club is anders maar
jij! Dat voelde ik eens toen ik na afloop naar boven ging. Ik stond
tegen een muur van lawaai. Toen ik aan een Belangrijk Bestuurslid
vroeg of het niet een beetje zachter kon, was hij een beetje geïrri
teerd:' De jongens hebben gewonnen en dat is hun muziek'. Ja, na
tuurlijk hij had gelijk. Dan kan je wel zeuren dat klassieke muziek
mooier is, maar dat werkt niet. Eens per jaar is er de Ridderlunch en
dan ben ik weer thuis op AFC.
George Wijnand
1