AFCoryfee:
Patrick Reddering!
AFC registreert anno 2009 maar liefst 225 leden die deel uitmaken
van de "Zilveren Ploeg", AFC'ers die 25 jaar of langer lid zijn van de
oudste voetbalclub van Amsterdam.
Binnen deze "Zilveren Ploeg" zijn vele familierelaties te onderschei
den, zoals Rein sr. en jr. Akkerman, Flans en Johan de Bie, Steven en
Flenry Bierman, Flenk en Dennis Bijlsma, Frans en André van der
Bor, Frank en Ernst Bouman, Theo en Jan van Broekhuizen, Jan en
Roy van Dijk, Peter sr. en jr. van den Dungen, Theo en Wim Husers,
Jacques en Barry van der Glas, Lou en Nicky Hekster, Hans en Benno
Honsdrecht, Dick en Meindert Huisman, Mannus en Michael Kins-
bergen, Dick en Brennus van der Klaauw, Marcel en Paul Koster,
Rolf en Benno Leeser, Jan en Michiel Roedema, Ernst en Jurgen
Seunke, Ben en Hans Slaap, Ger en Erwin Smit, Donald en Brian
Speelman, Sebo sr en jr Woldringh, Hugo en Jeroen Walker en Ge
orge en André Wijnand.
Er zijn ook families met 3 "Ploegers" vertegenwoordigd: Van de
Meent, Pim, Marcel en Ronald, Van Ommeren, Ruud, Nicolaas en
Michiel, De Wijs, Hans sr., jr. en Marcel en Gehring, Kees, Paul en
Fred.
Maar er is slechts één familie die met 4 man deel uitmaakt van dit
illustere gezelschap, de familie Reddering. Behalve Patrick als de
AFCoryfee van deze keer, wordt deze clan gevormd door vader Rob,
oom Frank en neef Arthur. Binnenkort zal zijn broer Michiel vast ook
nog aan dit rijtje worden toegevoegd
Vraag: Ik neem aan dat gezien jouw familieachtergrond, dat jij au
tomatisch lid werd van AFC?
Antwoord: We woonden in Amstelveen, mijn vriendjes gingen bij
NFC voetballen, maar dat ik bij AFC lid zou worden, heb ik altijd
logisch gevonden. Ik maakte deel uit van een mooie lichting, zoals ze
dat zo fraai noemen. Een paar namen: Erwin Smit, Arjan Coorengel,
Nils Adriaans, Peter van den Dungen, Ronald van de Meent. Met de
meesten heb ik nog een goed contact. Zij zijn dan ook regelmatig op
AFC te vinden en zijn lid van de Zilveren Ploeg! Echte AFC'ers.
Erwin Smit is het levende bewijs van het gezegde dat AFC opleidt
voor de veteranen. Hij behoort nu tot het selecte gezelschap van de
Klassieke Veteranen. Er is zelfs sprake dat een reünie wordt georgani
seerd. De hoogste jeugdteams met deze jongens doorlopen, maar
daarna gingen zij naar de selectieteams en ik naar het vijfde. Daar
kreeg ik mijn opleiding voor het seniorenvoetbal, met als goede ge
woonte na afloop bier in de kleedkamer. Sinds die tijd altijd op zon
dag gespeeld, afwisselend in het vierde, vijfde dan wel het zesde.
Momenteel ben ik aanvoerder van het vijfde, een leuke mix van oud
en jong. Wat is oud? De dertigers, zoals mijn broer Michiel en ik.
Wat is jong? De studenten in het team. Mijn sportieve hoogtepunt in
de jeugd was de uitnodiging voor het Amsterdams jeugdelftal. Maar
de eerlijk is eerlijk, officiële wedstrijden speelde ik pas als de spelers
van Ajax er niet bij waren.
Vraag: Wanneer ben je met je bestuurlijke activiteiten begonnen?
Antwoord: Ik ben niet zozeer op een bepaald moment begonnen, ik
ben er eigenlijk een beetje ingerold. In de jeugd hielp ik altijd al mee
15 april 2009 87e jaargang nr. 9
met het organiseren van jeugdtoernooien, zoals de Herfstdriedaagse.
Men kon altijd een beroep op me doen. Vijf jaar geleden vroeg Frans
Jüch me voor de B- commissie. Hoefde ik dus niet lang over na te
denken. Na een inwerkperiode van twee jaar heb ik zijn taak als voor
zitter overgenomen. De commissie, verder bestaande uit Max Flam;
Lars Boering en Rogier de Boer, een prima commissie, we kunnen
heel goed met elkaar samenwerken/ noot samensteller: Max Flam bij
binnenkomst sociëteit ziet ons en roept op afstand: 'Patrick AFCory
fee en terecht')
Vraag: AFC is al een tijdje bezig de organisatie te professionalise
ren. In hoeverre verlicht dat de werkzaamheden van jullie werk als B-
commissie?
Antwoord: Frans moest in zijn tijd als voorzitter veel en veel meer
regelen. De administratie neemt ons veel werk uit handen. Ook de
digitalisering van AFC helpt een handje mee. Zoals de site 'Wie doet
mee?' Aanvoerders kunnen nu met één klik op onze website zien wie
al dan niet beschikbaar is. Het is tenslotte de verantwoordelijkheid
van een aanvoerder om het team rond te krijgen voor de komende
wedstrijd. Zonder daarbij direct een beroep te moeten doen op de
commissie, zoals vroeger vaak het geval was. Dat wil overigens niet
zeggen, dat wij als commissie niets meer te doen hebben. Nu zijn we
bijvoorbeeld druk bezig met het vastleggen van de trainers voor het
komend seizoen. Bijvoorbeeld Kees Bregman. Een trainer met zo'n
groots voetbalverleden en zich toch helemaal kan verplaatsen in wat
de recreatievoetballers willen. De spelers lopen dan ook weg met
hem! We kunnen als commissie gelukkig behoorlijk autonoom wer
ken. Er is een goede samenwerking met het Bestuur in de persoon van
Ronald Koster. In het begin van het seizoen is het echt druk als we de
teams moeten samenstellen. De aanvoerders moeten weten wie hun
aanspreekpunt binnen de commissie is. Je moet ook een goed verhaal
naar de aanvoerders hebben, want die stellen, vaak terecht 'Wij beta
len zoveel contributie, wij willen een veld, wij willen een goede bal,
wij willen een scheidsrechter'Men mag zich binnen de club wel eens
meer bewust zijn, dat recreatievoetballers de meeste contributie op
brengen. Men is in de maatschappij veeleisender geworden, dus ook
binnen de club. Onze taak als commissie is om goede voorwaarden te
scheppen zodat zij lekker kunnen voetballen.
Vraag: Over het samenstellen van de teams gesproken, hoe verloopt
de overgang van junioren naar senioren?
Antwoord: De tendens is dat men alleen met vriendjes wil spelen. Zo
ontstaan de zgn. vriendenteams. Je creëert dan clubs binnen de club.
Hoe ga je daar mee om? Neem bijvoorbeeld het team van Seth van
Straten, zondag 7, grotendeels samen uit de jeugd gekomen. Zijn ook
altijd nadrukkelijk op de kienavond aanwezig. Dat is toch prachtig?
Op die manier kan je, denk ik, veel junioren voor de club behouden.
Daar moeten we maar eens goed over nadenken. We raken nu zoveel
spelers kwijt, de doorstroming vanuit de jeugd is veel en veel te ma
ger. De jeugdselectiespelers, die zich te goed voelen voor het derde of
het vierde, ben je toch kwijt. Zij gaan liever ergens anders voor een
paar centen in de derde klas spelen, zij zijn ook niet voor AFC geko
men, maar alleen om zich bij ons in de kijker te spelen. Het is dan ook
niet verwonderlijk dat het derde en het vierde afgezakt zijn. Deze
teams vallen nu onder de B- commissie terwijl het vroeger selectie
teams waren, behorende tot de A- commissie.
Vraag: Hoe ervaar je je rol als voorzitter van de B- commissie?
Antwoord: Laat ik voorop stellen dat AFC voor mij vooral betekent:
ontspannen, lekker voetballen, de Zilveren Ploeg en straks de reünie,
hoop ik, met mijn oude teamgenoten uit de jeugd. Daar kan ik me
echt op verheugen. Naarmate je langer een functie uitoefent, ga je
door je ervaring steeds meer anticiperen. Maar voorop staat, je moet
altijd jezelf blijven, je moet dicht bij jezelf blijven. Het kan soms
hectisch zijn, te kunnen relativeren is dan absoluut noodzakelijk.
Verder kan je als B- commissie niet bij elke wedstrijd aanwezig zijn.
Wij zijn tenslotte geen politieagenten, de aanvoerders hebben ook
hun verantwoordelijkheid naar de club toe. En daarnaast er bestaat
ook nog een leven naast AFC!
Samensteller: André Wijnand
20