AFCoryfee: Bob Duis!
Eén van de nieuwe gezichten binnen het bestuur van AFC. Zoon van
Erelid Robert Duis. Schrijft bovendien zeer lezenswaardige verslagen
over de wedstrijden van het eerste in de Schakel. Neemt als het moet
ook plaats in de radiokamer. Is secretaris van supportersclub The
Reds. Een AFC'er in hart en nieren, overal inzetbaar, maar toch meer
een bestuurder pur sang?
Vraag: Je vader was een goede voetballer en speelde vele jaren in het
le elftal. Heeft daarnaast op vele terreinen binnen AFC zijn waarde
voor de club bewezen. Niet voor niets is hem het Erelidmaatschap
verleend. Je moet AFC als het ware met de paplepel hebben binnen
gekregen. Is dat jouw drijfveer om zoveel te doen voor AFC?
Antwoord: Als jongetjes gingen mijn broer en ik altijd al mee met
mijn vader. Hij was geloof ik ongeveer 12 jaar elftalleider van het
eerste. Ik ging zelfs mee naar het Twentse Rostoernooi in Enschede.
Reuze spannend allemaal voor zo'n klein jochie.
Mijn opvoeding vond op en rond het eerste elftal plaats. De spelers
kwamen ook vaak bij ons thuis in Aalsmeer en zondagavond gingen
we met mijn ouders Studio Sport kijken bij Kees en Sylvia Gehring.
Ik kan me nog goed herinneren dat Henk Bijlsma bij ons thuis kwam
om over zijn overgang van SDW naar AFC te praten. Voor mij is hij
het voorbeeld dat je niet een geboren en getogen AFC'er hoeft te zijn
om toch een zeer goede AFC'er te worden. En nu zit ik met mijn
jeugdidolen Kees Gehring, Edwin Geluk en Henk Bijlsma in het
bestuur. Clubiconen met zoveel liefde en energie voor de club, die
zijn niet makkelijk te vervangen en ik hoop dan ook van harte dat zij
nog lang beschikbaar zullen blijven.
Vraag: Dat wil nog niet zeggen dat je nu een bestuurder bent gewor
den, waarom dan wel?
Antwoord: Ik ben pas weer zo'n zes jaar terug op AFC. Vijftien jaar
weggeweest, gestopt met voetballen na gespeeld te hebben in de
junioren B1speelde zelfs in het Amsterdamse jeugdelftal met alle
maal spelers van Ajax. Droomde van het eerste maar niet van Ajax. Ik
gaf er ineens de brui aan, ik was nogal rebels.
Ik koos voor de muziek, spelen in een bandje. Mijn vader heeft toen
een week niet met mij gesproken. Achteraf spijt, want muziek kan je
je hele leven nog maken, zie mijn vader, maar voetballen daar komt
toch echt een keer een einde aan.
Wie tegen mij zes jaar geleden had gezegd dat ik nu twee jaar in het
bestuur zou zitten, dan had ik gereageerd met 'Laat naar je kijken!'
Maar gezien mijn achtergrond bij AFC en je vindt het weer heerlijk
om terug te zijn, dan krab je wel even achter je oren als Kees naar je
toekomt met de vraag Is het bestuur niets voor jou?' Voelde me
toch wel vereerd. Nu ben ik zijn beoogd opvolger als secretaris. Dat
zal ik toch op mijn eigen wijze moeten gaan invullen. De tijd die Kees
in AFC heeft gestoken, heeft mijn respect, maar mijn gezin en mijn
bedrijf vragen ook veel energie. Alles goed en wel, maar AFC moet
voor mij wel een hobby blijven. Tot nu krijg ik van mijn vrouw, die
overigens helemaal niet van voetbal houdt, maar wel uren naar een
balletvoorstelling kan kijken, alle ruimte om tijd aan AFC te besteden.
12 november 2008 87e jaargang nr. 4
Vraag: En hoe bevalt het tot nu toe als bestuurslid?
Antwoord: Zal ik je zeggen, ik leer er nog steeds een hoop van. De
vergaderingen staan in tegenstelling tot wel eens beweerd wordt echt
op een hoog niveau. Zijn goed voorbereid en er wordt behoorlijk
gediscussieerd, wat wil je, er zitten nogal wat je noemt characters in
het bestuur, die laten zich niet zo makkelijk van het tegendeel over
tuigen.
Vraag: Wat zou jij als bestuurslid graag willen bereiken?
Antwoord: Wat ik graag zou willen en daar moeten wij als bestuur
veel aandacht aan besteden is, dat er over de gehele linie binnen de
club meer tevredenheid heerst. Spelers van de selectieteams klagen
niet zo gauw. Voor hen is echt alles goed geregeld. Maar ook de
recreatieteams moeten het gevoel hebben dat zij belangrijk zijn voor
de club. Natuurlijk is het eerste ons vlaggenschip. Als voetballer van
welk team dan ook speel je om te winnen en als club wil je natuurlijk
op het hoogste niveau spelen. Dat laatste staat zelfs in het beleidsplan.
Wat willen we? Alles opzij zetten om een keer kampioen te worden?
Ik geloof niet in het ene doen en het andere laten. Niet meer prestatief
denken past niet bij een voetballer en bij een club. Maar we dienen er
voor te waken dat een geboren en getogen AFC'er niet in de junioren
A3 wil spelen, maar voor de Al van een andere club kiest. Je moet
niet vergeten, er is echt onvrede als een AFC'ertje uit een team ver
drongen wordt, omdat zijn plaats wordt ingenomen door een leeftijd
genoot die bij Ajax is weggestuurd. In mijn eigen team, zaterdag 5,
krijg ik van mijn vrienden daarover wel eens kritiek en die is niet
altijd onterecht. Mijn doelstelling is dat het bestuur stappen weet te
maken, dat er minder gemopperd wordt binnen de club. AFC is een
heel mooie club, maar dat wil nog niet zeggen dat ondanks alle ener
gie en kwaliteit die in de club gestopt wordt, alles dan ook perfect
verloopt. Je kan namelijk niet alle 1800 leden allemaal even tevreden
stellen.
Vraag: Dat lijkt me geen gemakkelijke taak. Moet daarvoor een
cultuuromslag plaatsvinden?
Antwoord: Als voorbeeld kan ik mijn eigen bedrijf noemen, dat ik
samen met mijn broer Jack run. Zoals mijn vader dit bedrijf heeft
opgebouwd, zou nu niet meer kunnen. Dat wil niet zeggen dat wij
alles beter doen, maar wel anders. Dat geldt ook voor AFC. Wat 25
jaar geleden goed werkte, wil niet zeggen dat het nog steeds werkt. Er
zijn dus nieuwe, jongere bestuur- en commissieleden nodig om het
goede werk voort te zetten en aan de huidige tijd aan te passen. Zoals
Brian Speelman, de nieuwe voorzitter van de Jeugdcommissie. Brian
heeft geen gemakkelijke taak. Hij moet het prestatieve en het recrea
tieve met elkaar zien te verenigen. Als je de doorstroming vanuit de
jeugd naar het eerste wilt bevorderen, dan dienen je jeugdselectie-
teams wel zo hoog mogelijk te spelen. Daar komt nog bij dat er elk
jaar een groot aantal jeugdspelertjes door BVO's wordt weggeplukt.
Die opengevallen plaatsen moeten wel weer ingevuld worden. De
vraag is natuurlijk of dat met alleen spelertjes uit de eigen geleding
kan lukken. Waar we voor staan, is geen makkelijke opgave, maar wel
een geweldige uitdaging.
Laatste vraag: Even op je muziek maken terugkomen, speel je nog
wel eens?
Antwoord: Ha, nee, heel af en toe, zeg maar misschien 1 keer in de
twee jaar. De laatste keer was op het huwelijk van Robert Gehring,
samen met mijn broer Jack en met Fred Gehring. Ik speelde de bas.
We speelden alleen Beatlesnummers, waren gekleed in de Sgt. Pep-
perkostuums. Ik geloof dat we niet onaardig speelden waarvan
acte). Maar ik wil nog wat zeggen over zaterdag 5. Ik speel daar met
mijn generatiegenoten, zeg maar vrienden en met een heel grote
vriend van me: Benno Honsdrecht. De humor in de kleedkamer is
soms onnavolgbaar, vreselijk lachen. Komt Meindert Huisman de
kleedkamer binnen, werkt bij de ABN-AMRO en dan zomaar uit de
hoek Hans Hulst: 'Zo ambtenaar ben je er eindelijk en heb je je
broodtrommeltje bij je?' Dat is zo heerlijk en ik heb weer zoveel
plezier in het voetballen, zonde dat ik er een tijd uit ben geweest, dat
merk ik best wel.
Samensteller: André Wijnand
16