AFCoryfee: Jan Koomen! Bij elke thuiswedstrijd worden we van harte welkom geheten door de poortwachters. Zonder een bijdrage aan het trainersfonds, al dan niet in ruil voor het programmaboekje: 'AFC Thuis', kom je de poort niet door. Maar heeft u zich ooit afgevraagd wie, weliswaar droog en beschut, in het hokje zit om de betalende bezoekers van een paar euro af te helpen? Daarom deze keer een AFCoryfee aan het woord, die liever op de achtergrond blijft. Vraag: Je behoort dus tot de groep van poortwachters. Hoe ben je daar in terecht gekomen? Antwoord: Een leuk ploegje: Ron Susan; Ben Slaap; Frank Bouman en Edwin Geluk. Veel humor, veel lachen. Af en toe zo koud, dat ooit de chauffeur van een tegenstander even langs kwam om bij ons in de koffie een flinke scheut cognac te schenken. Ik zit dan wel droog, maar het hokje is nu zo geplaatst dat de wind er zo naar binnen waait en de kachel is door al het gesleep ook nog kapot gegaan. Hoe ben ik daarin terecht gekomen? Door Sal van Gelder. De toenmalige kaart jesverkoper kapte ermee. Sal heeft het nog een tijdje zelf gedaan. Vroeg hij mij of ik hem uit de brand kon helpen. Ik zei al ja voordat ik vroeg waarmee. Had ik eigenlijk beter niet moeten doen. Ik zit er nog steeds. Vraag: Waarschijnlijk maken jullie best wel het een en ander mee aan de poort. Wat kan je daarover vertellen? Antwoord: Veel AFC'ers komen in het begin even een praatje maken. Joop Turfkruier komt zijn laatste moppen vertellen. Edwin krijgt soms, als hij leden aanspreekt op het betalen van de contributie, van alles naar zijn hoofd. Gelukkig niet standaard, want het is soms ge woon bij het onbeschofte af. En ik in mijn hok krijg regelmatig te maken met bezoekers, die nog onder die paar euro, die we als toegang vragen, uit proberen te komen. Mijn zoon moet hier spelen'; 'Ik ben al 65, maar heb mijn pas niet bij me'; 'Mijn zoon is hier lid'; 'Ik ben lid van de tegenstander'. Laatst verkocht ik een 65plus kaartje, werd de man kwaad. 'Ik ben nog geen 65!' Dan moet ik wel lachen. Moet je nagaan. Entree is 4 euro en voor 65plussers 2 euro! Maar ze blijven het proberen. Vraag: In 1999 heb je de Nobelprijs gekregen voor je vele werk in de Jeugdcommissie. Hoe lang heb je van deze commissie deel uitge maakt? Antwoord: Mijn oudste zoon werd zes en wou voetballen. Wij wonen hier zo'n beetje om de hoek, dus laten we maar eens gaan kijken. Dat moet in 1985 geweest zijn. Daarna is alles in een stroomversnelling gegaan. Via André Brokman, die er mee stopte, werd ik min of meer gedwongen om in de jeugdcommissie te gaan. In 15 jaar heb ik vier jeugdvoorzitters meegemaakt: Marcel Koster, Machiel van der Wou- de; Jacques Parson en Ad Westerhof. Niet te vergelijken met elkaar, maar wel alle vier met dezelfde ambitie, namelijk de jeugdafdeling zo goed mogelijk te laten functioneren. Ik kan niets anders zeggen: met alle vier heb ik uitstekend gewerkt. 16 april 2008 86e jaargang nr. 12 Vraag: Wat waren je voornaamste taken binnen de jeugdcommissie? Antwoord: Ik werd direct commissaris van de D, E en F jeugd. In die tijd bestond die uit 3 D; 3 E en 6 F teams. Je was tegelijk ook secreta ris en je onderhield de contacten met de Bond, met de trainers, met de tegenstanders, noem maar op. Je moest alles zelf regelen. Je was dus volledig verantwoordelijk. In die tijd is ook de Herfstdriedaagse ontstaan. Deed ik samen met Jan Verhagen de organisatie. Moest ik gewoon drie dagen vrij nemen. Morgens om 6 uur al op AFC en pas om 7 uur 's avonds weer naar huis. We hadden via Jack van Gelder altijd speciale gasten: Marco van Basten; Dennis Bergkamp en Aron Winter zijn onder andere geweest. Ook de Mini WK heb ik helpen organiseren. Nee, ik heb nooit de ambitie gehad om voorzitter te worden. Laat mij maar lekker op de achtergrond de organisatie doen. Daar kan ik van genieten. Vraag: Dan heb je in de loop der tijd aardig wat zien veranderen. Hoe heb je dat ervaren? Antwoord: Het is allemaal veel professioneler geworden. Toen ik begon waren er alleen maar jeugdspelers met een AFC achtergrond. Langzaam zag je dat veranderen. Ik heb nog meegewerkt aan een jeugdplan. Mijn voorstel was om de selectieteams af te scheiden van de recreatieteams. Met een eigen budget, met eigen trainers. Dat is helaas niet gelukt. Ik heb geen affiniteit met selectieteams, waarvan het overgrote deel van buiten komt, die geen binding met AFC heb ben, die bij ons komen om zich in de kijker te spelen van de scouts. Als commissaris kreeg je ook steeds minder zeggenschap over de selectieteams. Dat trainers kregen het meer voor het zeggen. Maar eerlijk gezegd: na 15 jaar was het mooi geweest. Vraag: Je speelt zelf bij de Veteranen 2, maar spelen je zoons ook nog bij AFC? Antwoord: Tot mijn grote spijt moet ik erkennen dat Michael en Nick in een vriendenteam bij AMVJ spelen. Ze hebben wel hun hele jeugd bij AFC gespeeld, dat wel. Ach, mijn voetbal. Ooit begonnen bij de Spartaan, maar na twee jaar al gestopt. Karate was meer mijn sport. Op mijn 18e kwam ik via een collega, Martin Stroker, bij OVVO terecht. De voorzitter was de vader van Tineke, stom toevallig. Ik kende Tineke al. Tot mijn 30e daar gespeeld. Niet echt fanatiek. Ik speelde voornamelijk in het tweede of het derde. Wel nog steeds wat karate betreft. Heb ik de eerste dan gehaald. noot samensteller: Jan verhaalt over enkele gebeurtenissen dat karate van pas kwam, maar wil dat. helaas, absoluut niet vermeld hebben) Daar ik praktisch al mijn diploma's via avondstudies heb behaald, ben ik met karate niet verder gekomen. Had ik veel meer moeten trainen. Nu speel ik, ik weet niet hoe lang al, bij de Veteranen. Niet altijd makkelijk in onze competitie. Je speelt soms tegen teams waarvan de meeste spelers amper 35 jaar zijn. Dan merk je dat je ouder bent geworden. Maar dit jaar hebben we best wel leuke tegenstanders. Het is echter niet stan daard datje na afloop een biertje met ze drinkt. Wij hebben dat onder ling natuurlijk wel, vaak met de vrouwen erbij. En aan het eind van het seizoen altijd een afsluiting. Dat kan een onderling partijtje zijn, maar wel altijd met eten na afloop. Dan wordt de wisselbeker voor de Speler van het Jaar uitgereikt. Dan gaat het niet alleen om voetbal. Ondanks dat ik al heel lang bij dit team zit en al diverse keren werd genomineerd, heb ik nog nooit de beker ontvangen. Ik ben toch soci aal genoeg? Vraag: Je bent op latere leeftijd AFC'er geworden. Wat betekent AFC voor jou? Antwoord: Eigenlijk heb ik mij hier vanaf de eerste dag thuis gevoeld. Maar dat geldt ook voor Tineke. Zij heeft zelfs nog een behoorlijke tijd achter de bar gewerkt. Scheelt wel als het druk is. We zijn echte supporters van het eerste geworden. We gaan altijd naar de thuis- en uitwedstrijden. Dat gold ook voor mijn schoonouders. Sinds het overlijden van mijn schoonvader gaat Tineke altijd haar moeder halen om naar AFC te gaan. Kees Gehring roept altijd dat wij echte AFC'ers zijn geworden. Ik plaag hem dan altijd met: 'Dat geldt voor jou ook. Je komt toch van Swift?' Vele AFC'ers denken dat ik hier al mijn hele leven rondloop. Vragen ze aan mij waarom ik niet bij de Zilveren Ploeg ben. Bij het Jaardiner ben ik altijd aanwezig, dat wel! Samensteller: André Wijnand

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 2008 | | pagina 16