MIXED P I C K L E S 7 maart 2007 85e jaargang nr. 10 ingelegd door Willem Adriaans/ w.adriaansz@zonnet.nl BAL NA In de vorige Schakel opende Pickelaar zijn M.P.-inleg met een triviaal stukje over een slecht gevallen vet 'broodje bal' (genuttigd vóór Hollan- dia-AFC), waarna hij langdurig geplaagd werd door oprispingen, die hij - soms maar niet altijd - vindingrijk voor omstanders verborgen kon houden. Een onderwerp van jofel ordi-gehalte, verpakt in enigszins deftig archaïsch taalgebruik. Pickelaar voorzag herkenning van zijn oraal ontregelde spijsvertering, die met enig oprekken van de betamelijkheid wellicht mocht leiden tot een glimlach van de gemiddelde Pickles- consument. Dat bleek een volstrekt verkeerde inschatting te zijn, want nooit eerder kreeg hij zoveel reacties (per e-mail, brievenbuspost, tele foontjes en in persoonlijke aansprekingen), waaruit bleek dat er na lezing van de Pickle alom vet geschaterd was. Dat heeft Pickelaar hogelijk en - eerlijk is eerlijk - aangenaam verbaasd, want hij is nu eenmaal niet het type, dat de lach aan zijn kont heeft hangen; om het maar eens basaal te zeggen. Daarbij vond hij het opmerkelijk dat de reacties van AFC-ers, die wat verder van hem afstonden, apart van elkaar lieten weten Pickelaar niet echt goed te kennen. Daarover heeft hij na zelfreflectie nagedacht. Tot beter begrip geeft hij - na het gebruikelijke citaat - onbehoorlijk veel informatie van zijn genen prijs, waarvan tot nu toe slechts enkele intimi afwisten. Kortom: Pickelaar komt uit de kast. CITAAT "Een houten schoolbank met een voetenplank. Een lei, een griffel en een sponzendoos. De leesplank: aap noot mies. Zo is het ooit begonnen". (Pim Pelaer, Nederlands croniqueur, 20-ste en 21-ste eeuw). PICKELAARS GENEN Voor wie enig inzicht wenst van Pickelaars historische genealogie is in feite raadpleging nodig van het onderzoek dat zijn wat singuliere oud oom Albert - niet de enige zonderling in de familie - ooit heeft laten uitvoeren. De scriptie is helaas teloorgegaan, maar uit overlevering is bij bloed- en aanverwanten een redelijk eenduidig beeld blijven bestaan van het geslacht Adriaansz, dat ergens in de Middeleeuwen is begonnen waar het naar de normen van toen juist had behoren uit te sterven." Het verhaal begint bij ene Elenbout Onderdilathe, een grutter te Wormer, gehuwd met Lijsje Nooytgedaght. Aan hun liefde ontsproot een kind van het mannelijke geslacht, genaamd Geerten. De lustige knaap, die hij weldra zou blijken te zijn, trad niettemin in in het klooster. Als kapu cijner monnik nam Geerten de naam Hadrianus aan. Eerlang kwam hij in of nabij de kloostertuin een frisse dienstmaagd tegen, die hij niet zon der gevolgen dartel op het hooipad prangde; waarbij de basis voor een royaal nageslacht tot in de twintigste generatie was gelegd. Lange tijd verzwegen de nazaten van Geerten Hadrianus de daad hunner oorsprong. Maar naar het voorvaderlijk voorbeeld weigerden de zonen het goede, dat op hun pad kwam, niet. Eenmaal gebeurde het zelfs, dat - aan het einde van de achttiende eeuw - na een ontmoeting in de hooi mijt uit Gerbrandt Hadrianus en Marregje Welgeleghen een drieling ontsproot. Het huidige familiewapen, uitbeeldende drie kapucijners in een veld van hooi, is daarmee afdoende verklaard. "Incipit Vita Nova Capucinae" staat dan ook voor "Hier begint nieuw kapucijnerleven". VORIG P.S. In de vorige Schakel beloofde Pickelaar terug te komen op twee onderwerpen, die wegens plaatsgebrek moesten sneuvelen: 1) de incidenten en strafmaatregelen in de hoofdklasse A en 2) het clublied nieuwe stijl zoals dat op het achterliggende jaardiner werd gepresenteerd. Ten aanzien van het laatste hoopt hij - en verwacht hij ook - dat het in die vorm een eenmalige aanbieding was. Aan de 72-jarige toonzetting van ons clublied (componist L. Scheltus v. K.) dient niet gesleuteld te worden. Wat het eerstgenoemde onderwerp betreft verwijst Pickelaar naar de verstandige opmerkingen van voorzitter Machiel van der Woude in die zelfde Schakel. Daaraan valt weinig toe te voegen. Maar inmiddels zijn alle scenario's weer open: de competitie eindigt met 12, 13 of 14 clubs. Afhankelijk van het aangetekende Haaglandia-beroep en van de Türkiyemspor-continuïteit. Pickelaar vertrouwt dit op 3 maart toe aan het pa pier, maar misschien weten u en hij bij het uitkomen van de Schakel op 7 maart al wat meer. REPRESENTATIE De lezer zal het bijna niet meer geloven, maar Pickelaar is toch nog toegekomen aan de twee inmiddels gespeelde wedstrijden van onze hoofd macht. Twee eendere resultaten: thuis tegen Tonegido en uit bij Omniworld trokken 'onze' jongens met 2-0 aan het langste eind. In het partijtje tegen de onderaanstaande Haagse Bluffers zat Pickelaar naast de aimabele Ton Balk (vader van 2 cricketbalkjes), die behalve veel gesneuveld groen ook de ballenvanger achter het noordelijk doel bleek te missen. Hij wist te melden, dat die nog deel had uitgemaakt van de cricketkooi uit de beginjaren van Goed Genoeg, toen ACC daar aanvankelijk ook nog speelde. Van die historische ballenvanger wist Pickelaar niet meer, maar voor de geschiedenis legt hij het hierbij vast. Uit bij Omniworld was Pickelaar weer veel te vroeg, maar aan een voorafgaande gehaktbal heeft hij zich niet gewaagd. Hij was de eerste beta lende bezoeker van de dag en de poortwachter straalde een onvervalst Amsterdams verleden uit. Pickelaar (zonder pasmunt op zak) sprak hem aan en vroeg of hij al jatmoos (handgeld) had. De man schatte Pickelaar in als AFC-er en vroeg hem of hij geen zakgeld had gebeurd. Voor zijn doen antwoordde Pickelaar snedig, dat het al weer op was. De poortwachter gaf hem zijn toegangskaartje met gepast jatmoos en zei nog: "Asje blieft en die 3 punten krijgen jullie er straks nog bij cadeau". PICKELAARS VROUWEN. In tegenstelling tot zijn voorzaten leidt Pickelaar een onopvallend en deugdzaam leven in uiteenlopende kringen. Onder muziekliefhebbers en letterlievenden spreekt hij vrijmoedig over zijn ordinaire kant: zijn belangstelling voor AFC-voetbal (en AFC-vriendinnen). In die kring verhult hij zijn ordinaire interesse niet voor het (Bossche) carnaval, dat hij recent weer bezocht. Pickelaarse deelt zijn eerste en derde voorkeuren. Zij is nog altijd een hartelijke persoonlijkheid met een warme stem en houdt Pickelaar speels op het rechte spoor, maar soms dreigt er toch iets mis te gaan. Zoals die keer dat Pickelaar van een Franse lettervriend een presentexemplaar kreeg van diens eerste roman; voorzien van een opdracht: "Voor mijn Nederlandse vrienden Willem en Anna". Toen vroeg Pickelaarse onderkoeld en vorsend: "Wie is Anna"? Pickelaar had geen idee en stamelde geen Anna te kennen. Desondanks dacht hij gelijktijdig "man sta niet zo te liegen". Een bedankbrief naar de gulle gever, mede namens Olga werd onmiddellijk beantwoord met een gecorrigeerde opdracht en 1000 excuses van de schrijver. Voor de goede orde: dochter Anna van 'onze' Ron Prins kende hij toen nog niet... 8

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 2007 | | pagina 8