AFCoryfee: Dick van der Klaauw! Oud-voorzitter en erelid van AFC. Jarenlang gezichtsbepalend ge weest voor de jeugdcommissie en daarna voor het Bestuur. Maar zet in een cabaret net zo goed een perfecte imitatie van de Zweedse kok uit de Muppetshow neer als dat hij onderhandelt met de Gemeente over de Zuidas. Alom een man met vele gezichten, maar ook een man die het Bourgondische leven omarmt. Vraag: Vele wonderlijke wegen zijn er soms afgelegd om bij AFC te komen. Hoe leidde jouw weg? Antwoord: Zal ik je zeggen. ABC organiseerde elk jaar één van de gezelligste honkbaltoernooien van Nederland. Het toernooi om de Hans Volkers Trofee. De initiatiefnemers waren de gebroeders de Bie. Het was niet alleen een eer om als team daarvoor uitgenodigd te worden, maar ook als scheidrechter. Ik vond dat prachtig. Als interna tionaal scheidrechter in die tijd ben ik vaak op EK's en WK's ge weest, maar dit toernooi van ABC was toch bijzonder. Hugo Walker speelde voor ABC en die zei gewoon: "Je moet lid worden van AFC". Bovendien mijn zoons Guido en Brennus gingen voor AFC spelen, dus dat advies heb ik maar opgevolgd. Vraag: Was je vanaf dat begin direct actief voor de club? Antwoord: Ik werd gevraagd of ik leider van het team van mijn zoons wou worden en ik zei: "Ja". En zo ben ik ook voor de jeugd commissie gevraagd. Vraag: Als je jouw tijd in de jeugdcommissie met die van nu verge lijkt, wat valt je dan op? Antwoord: In tegenstelling tot nu waren het in die tijd hoofdzakelijk goedwillende vaders, die de jeugd trainden. Ik stond ook op het veld en trainde onder andere de zoon van Piet Keizer. Ik stap op hem af en vraag of hij het over wilt nemen. Ja, dat is natuurlijk niet zomaar een ouder, die langs de kant staat. Krijg ik als antwoord. "Waarom, het gaat toch goed". Het was hartstikke leuk om te doen. Er stonden toen ook al ongeveer 250 jeugdleden op het veld. Als je dat vergelijkt met nu, met al die trainers, met al die aandacht voor de jeugd. Het is wel heel wat professioneler geworden. Maar ik heb wel het gevoel, dat het nu van de kant van de ouders wat afstandelijker is geworden. Het is nu meer van alleen maar aanwezig zijn. Ik heb het gevoel dat de betrokkenheid van de ouders bij de club vroeger groter was. Het was toen, naar mijn idee, veel meer één grote familie. Al met al ben ik negen jaar lid van de jeugdcommissie geweest, waarvan 5 jaar als voorzitter. Vraag: Waar denk je over die periode het liefst aan terug? Antwoord: Daar kan ik kort over zijn. Met de jeugd naar Londen onder leiding van good old Martin Duinker! Geweldige man was dat. Genoten van die trips. Vraag: In het AFC Honderdjarenboek zeg je dat de financiële situa tie van AFC in die tijd, toen je aantrad als penningmeester verre van rooskleurig was. Om AFC weer financieel gezond te makenzal je geen vrienden gemaakt hebben of is dat meegevallen Antwoord: Ach, dat valt wel mee. In eerste instantie zullen ze zo reageren, maar als je duidelijk bent in je uitleg, dan begrijpen ze waarom je zo streng bent en de hand op de knip houdt. Maar je moet het ze wel uitleggen, anders kweek je geen begrip. Ik heb het als een uitdaging ervaren om de club weer financieel gezond te maken en dat is gelukt ook. 21 december 2005 84e jaargang nr. 7 Pirn van de Meent mengt zich ineens met een dolletje (wanneer niet?) in het gesprek. Hetgeen door Dick op bekwame wijze wordt gepareerd. Dick: Toen ik in de jeugdcommissie zat, kon ik altijd een beroep op hem doen. Later heb ik, als voorzitter, eigenlijk wel lastige gesprek ken met hem gevoerd. Echter altijd met open vizier, recht voor zijn raap, we spreken dezelfde taal, moordvent, hou ik van. Vraag: Na zes jaar als penningmeester en één jaar als vice-voorzitter werd je voorzitter van de club. Wat is makkelijker een grote trans portonderneming leiden of een club als AFC? Antwoord: In een club heb je veel meer rekening te houden met de mening van anderen. Je moet iedereen in zijn waarde laten. Je moet iedereen de gelegenheid geven om zijn verhaal te vertellen, maar je moet wel altijd duidelijk zijn in je eigen doelstellingen. Leiding geven in een bedrijf is toch heel wat anders. Je bent veel en veel meer op de hoogte van alle in en outs en daarop stuur je toch het bedrijf. Je kunt dan makkelijker zeggen: "En toch gaan we die kant op". Maar het is zeker een toegevoegde waarde als je leiding hebt leren geven in een bedrijf. Vraag: Maar is het ook niet lastig om leiding te moeten geven aan een bestuur, waarvan een aantal leden elkaar at heel lang kent en bij elkaar over de vloer komt? Antwoord: Zeker, je weet niet altijd wat er van te voren al besproken is. Maar het voordeel voor mij was wel, dat ik veel makkelijker mijn mening kon vertolken. Ik hoefde niet bang te zijn, dat de discussie later in de privé-sfeer eventueel herhaald zou worden. Een voorzitter dient onafhankelijk te zijn. Ik heb een mooie tijd gehad. Ik heb het altijd een plezierige onderbreking van mijn werkzaamheden gevon den, omdat je toch anders met elkaar omgaat. Het hoogtepunt van mijn tijd als voorzitter vond ik de terugkeer naar de Hoofdklasse, onder leiding van Ton du Chatinier. Die promotie was echt het resul taat van het collectief. Van voetbal heb ik weinig verstand, daar wa ren anderen voor. Ik heb wel verstand van het zakelijke. Je moet je eigen beperkingen kennen en zaken aan anderen overlaten als ze daar beter in zijn. Ik was erg betrokken bij het Eerste, ik vond het prachtig. Maar ik had me misschien toch op andere momenten meer moeten laten zien. Ik was echter al zoveel tijd voor AFC kwijt, dat dat erbij ingeschoten is. Vraag: Tijdens jouw voorzitterschap kwam de kwestie Zuidas onder andere veelvuldig tijdens het Jaardiner ter sprake. Jan van Dijk vertelde, dat hij nog steeds als adviseur voor het Bestuur optreedt, maar dat hij zich zorgen maakt over de huidige ontwikkelingen. Ben jij er ook nog zo bij betrokken Antwoord: Toen we te horen kregen van de plannen over de Zuidas, hadden we, volgens de projectontwikkelaars, een kans van 5% om op ons park te mogen blijven. We hebben geknokt en geknokt, het ging heel moeizaam. Maar je moet op speaking terms blijven met de be leidsbepalers. Ik hoor ook dat het op dit moment niet echt goed gaat in de onderlinge verhoudingen tussen AFC en de Gemeente. Je moet de onderhandelingen weer openbreken, je moet met elkaar weer om de tafel gaan zitten. Het is geven en nemen. Maak gebruik van de expertise die Jan van Dijk, Bob Neseker en ik hebben. Ik ben best bereid voor de club op projectbasis weer actief te worden. Ik zal niet nee zeggen als men mij erom vraagt. Hoe over AFC gesproken wordt en hoe je benaderd wordt als oud-voorzitter van deze club, ja. dat vervult mij namelijk met trots. Zaterdag vroeg in de ochtend kijken naar mijn kleinzoon, die nu ook lid is van AFC, dan loop ik te genieten, ook van alle bedrijvigheid op ons sportpark. Daarna naar het hockey van kleindochter om vervol gens een bordje bij Samo Sebo te eten. Prachtig! "Zo en nu moet ik gaan kaarten, anders worden mijn vrienden boos. We zitten al jaren op een vaste plek in het clubhuis en owee als je te laat komt. Dat wordt niet op prijs gesteld. Ik kaart nu al zeer veel jaren met Hugo Walker; Henk de Groot en Rob de Jong". Samensteller is er getuige van dat een paar jongeren, dat de vaste plek bezet hielden, keurig op verzoek opstonden om plaats te maken voor de kaart vrienden. Samensteller: André Wijnand 20

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 2005 | | pagina 20