m-A
AFCoryfee: Sebo Woldringh!
T>\\
30 november 2005 84e jaargang nr. 6
Heeft u het derde zaterdagmiddag elftal, voorheen tweede, wel eens
zien spelen? Is U ook die ene speler, die zo nadrukkelijk op het veld
aanwezig is, opgevallen? Ja, die speler, die zo graag de lijnen uitzet?
Echt een aanvoeder toch? Maar daarvoor is hij nog geen AFCoryfee,
maar wel omdat hij al sinds 1989 deel uitmaakt van de elftalcommis
sie zaterdag.
Vraag: Wat is er zo speciaal aan de zaterdagmiddagafdeling?
Antwoord: Toen ik in 1986 gevraagd werd om een nieuw zaterdag
middagteam te vormen, waren er slechts drie teams actief in de zater
dagcompetitie. Nu spelen er acht plus twee veteranenteams in compe
titieverband. De klassieke veteranen zijn natuurlijk al veel langer
actief op de zaterdagmiddag, maar spelen niet in een door de KNVB
georganiseerde competitie. Voor de meeste teams geldt dat zij al heel
lang bij elkaar zijn. Het zijn dan ook echte vriendenteams. Het ver
loop binnen deze teams is zeer gering. Sommige teams bestaan wel uit
meer dat twintig spelers. Bijvoorbeeld van mijn eigen team is de
harde kern toch al weer twintig jaar bij elkaar. Opgericht vanuit het
studentenkoor, onder andere met Nicolaas van Ommeren. Ik durf te
beweren dat wij het team zijn met de meeste doctorandussen. Eigen
lijk zijn we nog steeds een studententeam. Maar wat voor ons team
geldt, het derde voorheen het tweede maar wel in dezelfde klasse
spelend, dat geeft trouwens wel eens vermakelijke misverstanden op
bij de tegenstander, denken ze tegen allerlei voetbalberoemdheden te
spelen, komen wij er aan! Ja, het beroemde derde van vorig jaar is nu
het tweede.
Maar om terug te komen op de vraag, wat voor ons team geldt, geldt
ook voor de andere teams. In feite allemaal clubs binnen de club,
denk maar aan bijvoorbeeld het vijfde en aan de veteranenteams. Dat
is volgens mij meer het geval op de zaterdag dan op de zondag. Je ziet
het ook in het clubhuis, als er diverse teams 's middags thuis spelen is
het er heel gezellig, vol met AFC'ers. Ik denk dat het specifieke van
de zaterdagmiddag is, dat dan de oude AFC sfeer heerst. Bovendien
zaterdagmiddag voetballen en zondags naar het eerste is voor velen
een mooie tijdsbesteding.
Vraag: Dan moet er wel veel belangstelling zijn om op de zaterdag
middag te spelen, maar is daar nog wel ruimte voorzijn er wel ge
noeg velden?
Antwoord: Overigens elk team dat nieuw is, begint als laatste. Aan
meldingen gaan in eerste instantie altijd via de kennismakingcommis
sie, waarvan ik ook deel maak. Echter komt een aanvoerder met een
nieuwe speler en wij, Roy van Dijk en Benno Honsdrecht, mijn mede
commissieleden, en ik kennen de aanvoerder, dus wij weten waarvoor
hij staat, ja dan is het een ander verhaal. Maar voor het aanmelden
van een heel team is geen plaats meer. Door de aanleg van het kunst
grasveld waren we in staat om uit te groeien naar het huidige aantal
teams. Zaterdagmiddagen zijn regelmatig alle velden bezet.
Vraag: Zeventien jaar zaterdagmiddagcommissie, nooit eens gedacht
aan Het Bestuur?
Antwoord: Eerlijk gezegd, ik ben al eens gepolst in het kader van de
verjonging, zoals ook Nicolaas van Ommeren, Fred ten Nijenhuis en
Ronald Koster. Maar ik heb drie jonge kinderen en dan ook nog de
zondag besteden aan AFC vind ik een beetje teveel gevraagd. De
zaterdag is al mooi genoeg en bovendien ik wil wel blijven spelen op
de zaterdagmiddag. Maar versta me goed, ik ben wel een echte club
man. Ik neem mijn verantwoordelijkheden voor de taken, die ik op me
heb genomen en vind het ook leuk om dat te doen. Ik ben echt een
regelaar. Noem mij maar een regelneef. Mijn baan bij Troostwijk als
directeur personeelszaken brengt dat met zich mee, maar ik ben voor
al een "peoplemanager. Stel dat ik tot Het Bestuur zou toetreden, dan
wordt er misschien nog meer over AFC op het werk gesproken, vraag
me af of de baas dat wel apprecieert. Trouwens ik werk al weer zo'n
15 jaar bij Troostwijk, begonnen na mijn studie Bedrijfskunde aan de
UVA.
Vraag: Je hebt natuurlijk als commissielid zo je mening over het
reilen en zeilen van de club. Je loopt natuurlijk wel eens tegen het één
en ander aan. Hoe ga je daar dan mee om?
Antwoord: Laat ik voorop stellen, dat ik het altijd diplomatiek pro
beer op te lossen. Net zoals op mijn werk probeer ik de ander toch te
overtuigen. Dat ons mede-commissielid Roy van Dijk bij Kees Ge-
hring werkt, scheelt natuurlijk, hij zit dicht bij het vuur. We moeten
natuurlijk wel voor de belangen van de zaterdagmiddag opkomen. Dat
kan wel eens botsen, maar nogmaals ik zoek wel de diplomatieke
oplossing. Bovendien we vertegenwoordigen ongeveer 250 leden, dan
is het soms stuitend om te zien met voor materiaal we moeten spelen
of moeten trainen, afdankertjes. Toch een hoop contributie, die 250
leden opbrengen, dan mag je wel wat terug verwachten, toch?
Vraag: Wat betekent AFC voor jou?
Antwoord: Ik ben vrij traditioneel ingesteld en dat is AFC ook. Ik
kan niet alleen genieten van een Jaardiner of van de Zilveren Ploeg,
maar ook van de Sixes op nieuwjaarsmorgen. Probeer ik altijd bij te
zijn. Verder is AFC voor mij een onuitputtelijke bron van activiteiten.
Ik kijk ook vol bewondering naar AFC. Als je bijvoorbeeld op zater
dagmorgen hier rondloopt en je ziet zoveel jeugd met idem dito zo
veel begeleiding. Ja, dan ben ik echt trots op deze club. Voor mij geen
andere club. Mijn vader speelde trouwens niet voor AFC, maar de
kippenboer oftewel de poelier, de heer de Graaf, bezorgde de kippen
voor het restaurant van mijn vader, eerst Bali in de Leidsestraat en
daarna Samo Sebo, overigens net zo'n instituut als AFC. Nu deze
meneer de Graaf heeft ervoor gezorgd dat ik op mijn achtste lid werd
van AFC. Nooit gespeeld in de hoogste jeugd, maar wel altijd bloed-
fanatiek. Of mijn zoon ooit bij AFC gaat spelen, is de vraag. We
wonen in Overveen, dus wat doen zijn vriendjes, wordt het hockey of
wordt het voetbal. En als het voetbal wordt, wordt het dan de KHFC?
Voorlopig sta ik nog niet langs de lijn, maar moet wel naar een piano
recital van hem. AFC betekent veel voor mij en ik wil niet alleen mijn
energie geven aan de zaterdagmiddag maar ook aan mijn team, om het
bij elkaar te houden. We spelen al zo lang samen. In het begin toen
we nog studenten waren en 's avonds echt geen rekening hielden met
de wedstrijddag daarop, konden we regelmatig het veld niet vinden
van de tegenpartij. Maar gelukkig de grootvader van Nicolaas: Otto
van Rijn, stond ons al ergens op een rotonde op te wachten om ons de
weg te wijzen.
Zo en nu ga ik trainen
Samensteller André Wijnand.
20