Interview met Machiel van der Woude in Voetbal International:
"AFC is een virus"
Ze werken aan de basis en vormen een oneindige bron van het Neder
landse voetbal: de eigenwijze trainer, het ervaren bestuurslid of de
ambitieuze opleider allen vaak diepgeworteld in het clubwezen. Deze
keer Machiel van der Woude (56), de voorzitter van de Amsterdam-
sche Football Club, kortweg AFC
Als zondaghoofdklasser AFC dé club van stand is in Nederland is,
dan is voorzitter Machiel van der Woude toch zeker de Olivier B.
Bommel van het vaderlandse amateurvoetbal. Net als de illustere
stripheld van wijlen Maarten Toonder is deze gesoigneerde vijftiger
een graag geziene gast met een uit gesproken mening die zeer klassen
bewust en sympathiek is.
De directeur van het Instituut Asbestslachtoffers zetelt in het gebouw
van de Sociaal Economische Raad (SER) in Den Flaag. Van der
Woude -stijlvol pak, zilverkleurige nette coupe en baard perfect ge
trimd - praat veel en uitvoerig over zijn AFC. De ras-Amsterdammer
zonder accent is verguld dat hij nu voor het derde achtereenvolgende
seizoen voorzitter van de club uit Amsterdam-Zuid is. Als elfjarig
jongetje speelde Van der Woude ooit een jaar voor AFC, maar hij
ging op kostschool in Hoogezand. Op het roemruchte instituut Hom
mes kwam hij in aanraking met hockey. 'Ik kon aardig tafeltennissen
en redelijk voetballen, die combinatie maakte me tot een ideale hoc-
keykeeper', zegt Van der Woude. 'Bij Pinoké en Hurley heb ik jaren
on afgebroken in het eerste team gespeeld.'
Pas toen zijn zoon niet wilde hockeyen maar voetballen, kwam hij
opnieuw in aanraking met volkssport nummer één. De keuze voor
AJFC was een logische. 'Mijn schoonvader is een AFC'er van het
eerste uur en al meer dan zeventig jaar lid van de club verklaart Van
der Woude. 'Als je kind voetbalt, word je vanzelf elftalleider en dan
komt van het een zoals altijd het ander. Ik heb zestien jaar in het
bestuur gezeten en heb allerlei functies bekleed, waaronder die van
commissaris jeugdzaken. Het is een grote eer in het bestuur van AFC
te zitten, je moet namelijk worden gevraagd. De club kenmerkt zich
door hartstocht. AFC is een virus, als het eenmaal in je bloed zit gaat
het er nooit meer uit.'
De hoofdklasser, in 1895 opgericht, is de oudste voetbalclub van
Amsterdam en met 102 teams en achttienhonderd leden zeker ook een
van de grootste verenigingen van Nederland. Op de eeuwige ranglijst
van de zondagamateurs staat AFC derde. Volgens Van der Woude
weigeren de Amsterdammers uit Buitenveldert grof te betalen voor
spelers in de selectie; dit in tegenstelling tot andere hoofdklassers.
Slechts in dat gegeven schuilt nog enigszins het amateuristische
karakter van AFC. Een van de meest kenmerkende uitspraken van
Olivier B. Bommel was: Geld speelt geen rol. Het had een citaat van
de voorzitter van AFC kunnen zijn, want qua faciliteiten, organisatie,
sponsoren en opleiding kan de club zich moeiteloos meten met de
meeste eerste divisieclubs. De fraaie internetsite en de indrukwekken
de persmap van de club zijn perfecte voorbeelden van de professiona
liteit waarmee AFC, dat werkt met een begroting van 650 duizend
euro, het voetbal benadert. 'Wij zijn er zeer trots op', zegt Van der
Woude. 'Het mag wat kosten, maar we hebben veel sponsors waar we
op deze manier weer veel aandacht aan besteden. De tijd dat selectie
spelers voor niets willen voetballen behoort helaas tot het verleden.
De spelers krijgen een vergoeding (duizend euro, red.) die is goedge
keurd door de KNVB, maar dat is peanuts. Wij betalen verder niet per
punt, hebben geen contracten, maar willen iedereen wel helpen om
maatschappelijk iets te bereiken. Dat is de kern waarom het draait
binnen deze club. Bovendien werkt de AFC-omgeving stimulerend,
bij deze club zijn veel goede bedrijven betrokken met mensen met
veel knowhow waarvan je wat kunt leren. Dat is in eerste instantie een
immateriële vergoeding, maar op den duur misschien niet.'
AFC is anno 2005 zeer tevreden over AFC. Zo kan de club naast alle
professionals die een vergoeding krijgen rekenen op de enthousiaste
inzet van circa tweehonderd vrijwilligers. Bovendien is met John Kila
een succestrainer binnengehaald, hoewel de resultaten in de competi
tie vooralsnog tegenvallen. AFC won in de tweede ronde van het toer
nooi om de Gatorade Cup wel van FC Omniworld en bekert verder
tegen MVV. Toch heeft AFC geen enkele ambitie in de richting van
het betaalde voetbal. Van der Woude is zelfs tegen een Topklasse
onder de eerste divisie. 'We moeten het niet doen, er zijn al te veel
betaald voetbalclubs. Er zijn problemen in de Gouden Gids Divisie en
de komst van een Topklasse is echt geen oplossing. Je moet amateurs
en profs gescheiden houden. Dat bvo's moeten kunnen degraderen is
beslist geen reden om een Topklasse te creëren. De hoofdklasse flo
reert, waarom moetje iets wat goed is aanpassen! Het betaalde voet
bal is een aparte wereld, moeten amateurs zich in de schulden gaan
steken om daar bij te horen? Want dat gebeurt, er moet meer geld
voor spelers komen, accommodaties moeten worden aangepast en de
beveiliging kost veel. De KNVB moet de problemen daar waar ze zijn
aanpakken. Als clubs het niet redden in het betaalde voetbal keren ze
maar terug naar de amateurs. Dit plan mag niet door de strot worden
geduwd van de hoofdklassers die het niet willen.'
AFC waakt over het roemruchte verleden als een zwaan over de pas
geboren kroost. In een wereld die nog sneller verandert dan de olie
prijzen koestert de hoofdklasser de ingeslepen tradities meer en meer.
Het stijlvolle rood-zwarte shirt wordt bijvoorbeeld nog altijd niet
ontsierd door reclame, het jaardiner is natuurlijk alleen voor mannen
in black tie en de zilverenploeg, ongeveer driehonderd leden die
minstens 25 jaar lid zijn, bewaakt de clubcultuur. Stijlvol, zonder
protserig te worden.
Lid van de AFC-familie word je niet zomaar. Afgezien van het feit dat
de contributie erg hoog is (230 euro voor de jeugd en 295 euro voor
senioren) en er vijftig euro entreegeld moet worden betaald, worden
jeugdleden uitgenodigd voor een kennismakingstraining en is er een
heuse commissie die beoordeelt of iemand wel of geen lid kan wor
den. Op dit moment is de club zo groot dat er zelfs een ledenstop
geldt.De conclusie ligt voor de hand dat AFC met het hoge lidmaat
schapsgeld en andere maatregelen bepaalde sociale bevolkingsgroe
pen uit de club wil weren. Niets is minder waar. AFC is in de etnische
smeltkroes van Amsterdam het juiste voorbeeld van hoe integratie
moet worden gerealiseerd. De hoofdklasser kent geen enkel probleem
met de keur aan culturen binnen de club. Het uitgangspunt is dat het
een eer is om lid te zijn van AFC en een strafcommissie houdt er
toezicht op dat het respect naar elkaar en de tegenstanders groot blijft.
Met alle geldende normen en waarden, de strafcommissie en de ma
nier van lid worden kan AFC zo door als Amsterdamse Fatsoen Club.
'We zitten er bovenop en daar steken we veel energie in', zegt Van
der Woude. 'Je wordt afgerekend op hoe je je binnen de club ge
draagt, want dat bepaalt het imago van AFC.'
"Wij zijn een fantastisch opleidingsinstituut, maar het rendement
is nihil"
Het opleiden van de jeugd in alle facet ten is een speerpunt in het
beleid van de hoofdklasser. De club trekt veel geld uit voor goede
trainers en goed materiaal. Toch stellen Van der Woude en zijn be
stuur zichzelf ook geregeld de vraag waarom en voor wie AFC het
eigenlijk doet. 'De omstandigheden moeten goed zijn voor iedereen
zegt Van der Woude. 'De ouders stellen het op prijs dat hun kind in
een prettige omgeving fatsoenlijke trainingen krijgt. Dan kun je ook
een wat hogere contributie rekenen, want het wordt omgezet in goede
trainers. Kwaliteit kost geld. Er is geen amateurclub in Nederland
waarvan de jeugdelftallen zo hoog spelen. De prijs die wij daarvoor
betalen is gigantisch, liefst 25 spelers zijn vorig jaar naar bvo's ge
gaan. Je krijgt een doorschuifeffect van andere amateurs naar ons en
zo blijf je aan de gang. We vinden het echt niet leuk om spelers van
andere clubs aan te trekken. Het kan niet zo zijn dat amateurclubs
onderling ruzie krijgen. We willen opleiden voor ons eerste en tweede
elftal, maar de meeste jongens vertrekken al naar bvo's voordat ze in
de selectie komen. Er is geen enkele regie mogelijk en de ethiek bij
profclubs is vaak ver te zoeken. We zijn een fantastisch opleidingsin
stituut, maar het rendement is nihil. De KNVB moet ervoor zorgen
dat bvo's er wat tegenoverstellen als zij jeugdspelers van amateur
clubs scouten zodat de amateurs dit goede werk kunnen blijven doen.
Anders stoppen clubs met de grote investeringen in de jeugd, die
discussie woedt al bij veel amateurs. Wij willen onze goede naam
hoog houden en doorgaan met onze mooie opleiding. Want we willen
niets liever dat AFC ook AFC blijft, maar dan moet dat wel mogelijk
zijn.'
12