De jeugdcoördinator
S p e e 1 s t i j 1
Jeugdplan
Niet-selectieteams
'HET GAAT EROM HOE JE WINT!'
Dialoog
Henny Schipper is een nieuw gezicht bij AFC. Samen met Jan Ver
hagen is hij jeugdcoördinator. De markante oefenmeester heeft
dertig jaar eerste elftallen getraind en is een bekende naam in
het Amsterdamse amateurvoetbal. De bevlogen coach zag al di
verse elftallen voetballen en geniet van de spelopvatting van alle
elftallen van AFC.
Henny Schipper: "Het eerste dat me
hier is opgevallen: de herkenbaarheid
in speelstijl. Onlangs speelde AFC cl
tegen Ajax c2 bij Ajax. En toen ont
dekte ik hoe gewaagd die jongens van
AFC voetballen. Het is herkenbaar
voetbal, allemaal 4:3:3. Maar dat niet
alleen, iedereen speelde met druk
naar voren en praktisch elke club
speelt normaal gesproken achteruit
tegen Ajax. Deze jongens speelden
vooruit. Drie verdedigers, een extra
man die doorschoof op het midden
veld. Ik heb mijn ogen uitgekeken.
Het had in de eerste helft faliekant
verkeerd kunnen aflopen. Toen had
het ook 5-1 of 5-2 voor Ajax kunnen
staan. Maar in de rust stond het 0-1
voor AFC cl. De tweede helft kwam
Ajax er niet meer aan te pas. Zij heb
ben geen kans meer gehad en AFC
maakte 0-2. Ik ben hier nu net, maar
dat viel me meteen al op. AFC speelt
herkenbaar voetbal van Al tot en met
de F-jes. Als trainer wil je winnen en
dat wordt ook van je gevraagd als
trainer van een eerste elftal. Nu zit ik
aan de andere kant. Jeugd opleiden
betekent ook datje wilt winnen, dat
hoort bij het proces, maar het gaat er
ook om hoe je wint. Dat is zeker net
zo belangrijk."
Henny Schipper: "De AFC-filosofie
staat in het jeugdplan en dat moet
ten uitvoer worden gebracht. Bij de Al
en BI staat de prestatie in het ver
lengde van de opleiding. Dat loopt
naast elkaar, maar voorafgaande aan
die leeftijd staat opleiden voorop. Ie
der spelertje beter maken. De Al
speelt op een hoog niveau en vaak te
gen betaalde jeugdteams. Wij zullen
het dus elk jaar moeilijk hebben. Dan
kun je wel betonvoetbal spelen met
een laatste man die dertig meter ach
ter zijn laatste linie speelt, maar daar
hebben we dus niets aan. We willen
er graag in blijven, maar wel met
voetbal waar die jongens wat aan
hebben."
Henny Schipper: "We hebben een bij
eenkomst gehad met alle trainers van
de niet-selectieteams. Vanaf de B3 tot
en met de B7. Van de A3 tot en met de
A5, al die teams. We hebben daar
twee belangrijke dingen aangegeven:
het gaat om het plezier en toch moe
ten ook deze spelers iets leren.
De derde doelstelling is dat er arbeid
wordt geleverd. Ik noem dat 'zweten'.
Er moet meer vanuit spel- en wed-
strijdvormen worden gedaan. En als
iets niet goed gaat, pakje dat item
andere kant! Dus komt de wisselpass
vanzelf. Als het toch niet lukt, kom ik
weer met instructies, maar het zou
zomaar kunnen dat door mijn organi
satie het er wel meteen uitkomt. Dat
is onbewust trainen.
Vroeger op straat wasje uren aan het
voetballen en kwam je ook zelf tot de
ontdekking waar je het beste kon
staan en watje het beste kon doen.
3 of 4 uur per dag wasje bezig, daar
kun je tegenwoordig niet tegen trai
nen en daarom is het zo belangrijk
dat hier bij AFC allemaal goede ge
kwalificeerde trainers in dienst zijn.
Een ander voorbeeld: ik sta voor de
groep en we spelen 5:5 met doeltjes
en ik zeg je mag de bal niet vooruit
spelen'. Dat is het enige wat ik zeg.
eruit en geef je daar instructie over.
Stekje bent bezig met een partij met
grote doelen, maar er komt geen
voorzet uit. Dan ga je een stap terug
en zegje jongens, de voorzet komt
niet aan'. Dan geef je een leuke af-
werkvorm met voorzetten, spelers die
voor de goal kruisen, inkoppen. Je
doet het een kwartier en dan ga je kij
ken of het er nu wel beter uitkomt in
de partijvorm. Mijn visie is om eerst
alles in een veld neer te zetten met
een spelvorm en daarna pas instruc
tie te geven. Dat is een ander proces
dan gebruikelijk. Veel trainers geven
eerst instructie, instructie, instructie
en daarna partijtje. Nee, zeggen wij:
eerst partijvorm en dan jouw accent
eruit pakken en daaraan werken. Je
moet proberen de spelers onbewust
te laten doen watje voor ogen staat.
Je wilt bijvoorbeeld het accent leggen
op de wisselpass (crosspass). Zet ik
vier doelen neer, dan krijg je vanzelf
een wisselpass. Aan de ene kant is
het vol, waar ligt dan ruimte? Aan de
Wat krijg je dan? Dan gaan ze pinge
len! Wel achteruitspelen en opzij,
maar het mag niet vooruit. Hoe kom
je bij die goal? Je moet erlangs, dus
wordt er gepingeld. Dan zeg ik daarna
tegen die jongens je mag de bal niet
achteruit spelen'. Dan krijg ik diepte-
spel. Door een goede organisatie neer
te zetten kun je spelers onbewust la
ten trainen op wat jij graag naar vo
ren wilt komen."
Henny Schipper: "Ik probeer zoveel
mogelijk wedstrijden te bekijken en
dan ga ik de dialoog aan met een se
lectietrainer. Waarom is die speler ge
wisseld? Waarom stond die speler
rechtsbuiten? Zo doe ik het met elke
trainer. Dan vraag ik: wat ga je deze
week op de training doen? Ik wil we
ten wat de oefeningsdoelen zijn.
Komt de voorzet niet aan? Dan deze
week trainen op de voorzet. Ik praat
met de trainers over een vorm waarin
we die voorzet kunnen verbeteren. Ik