AFCoryfee: Cor Kerker! Cor Kerker (links) en Gerard van Dijk trainer/coach van AFC 1 rechts waren zeer nauw betrokken bij de grote successen in de 60- er jaren: kampioen in 1961, 1963, 1967 en 1969. In 1945 werd Cor Kerker lid van AFC. Van 1951 tot 1954 was hij secretaris en tot 1972 voorzitter van de elftalcommissie A. Vervol gens lid van verdienste in 1963 en winnaar van de Nobelprijs (nu de Henne Boskampprijs genaamd) in 1958 en in 1972. In 1972 werd hij Erelid. Cor is AFC's oudste Erelid. Nog steeds volgt hij het eerste op de voet. Een man die door "zijn" spelers van toen, nog altijd op handen wordt gedragen. Wat was zijn rol in de sportief meest succesvolle periode van AFC? Promotie naar de hoogste klasse in 1961 en kam pioen in 1963, 1967 en 1969! Maar ook: wat vindt hij van de huidige tijd? Vraag: Meneer Kerker, Rob Duis schreef onlangs in De Schakel dat uw overgang van Blauw Wit naar AFC de belangrijkste transfer voor AFC is geweest. Kunt u dat verklaren? Antwoord: Laat ik voorop stellen, dat ik niet van Blauw Wit, maar van Ajax kwam. Vanaf 1931 tot en met 1939 speelde ik voor de junioren van Blauw Wit. In het seizoen 1943-1944 werd ik met het vierde van Ajax kampioen van de reserve eerste klas AVB. Ik kwam naar AFC omdat veel bekenden van Blauw Wit al lid waren gewor den, onder wie Chris Geluk, Jaap Wildschut, Ton van der Valk, Teun Wiggemansen en Ties Gerrits. Maar wat Rob Duis met zijn uitspraak bedoelt, tja dat kan ik zo gauw niet verklaren. (Dus daarom Rob Duis gebeld, ik citeer: "Vanaf de oprichting tot 1960 had AFC geen succes behaald. Het voetballen werd steeds belangrijker, zie Ajax, maar AFC telde steeds minder mee. De keuze van Cor Kerker in de elftalcommissie bracht een stroomversnelling 3 november 2004 83e jaargang nr. 5 teweeg. Cor was een zeer prestatiegerichte man, die de juiste spelers wist op te stellen en die ook te laten staan. In samenwerking met onder anderen Gerard van Dijk als trainer, Henne Boskamp als aanvoerder en een paar bovengemiddelde voetballers werden zeer aansprekende resultaten behaald, namelijk drie kampioenschappen in de hoogste klasse. Na zijn vertrek uit de elftalcommissie, heeft AFC dit succes nimmer geëvenaard. Vandaar dat ik zijn transfer tot op heden de beste vind. Vraag: Wat was de rol van de elftalcommissie in uw tijd? Antwoord: De elftalcommissie ging over alle KNVB elftallen. De Commissie stelde niet alleen de selectie samen, maar bepaalde ook de opstelling. Dat gebeurde voor het eerste elftal altijd in overleg met de trainer, Gerard van Dijk. De elftalcommissie zat ook op de bank. Daar -hadden we, onder anderen Tonnie van de Valk, Rolf Leeser en ik, een roulatiesysteem voor. De ene week zat je bij het eerste, de andere week bij het tweede, enzovoort. Zo konden we een goed beeld krijgen van de spelers. De toenmalige voorzitter Henk Kappelhoff was het niet altijd eens met de opstelling, maar onze wil was wet! Zoals het nu gaat, met een veel beperktere rol van de elftalcommissie, nee, zo zou ik niet kunnen werken. Vraag: U heeft nog steeds een goede band met de spelers van weleer. Waar komt dat uit voort? Antwoord: Dat komt omdat we zolang met elkaar optrokken. De spelers kwamen niet voor één of twee seizoenen, het waren echte clubmensen. Dan ontstaat een band. Ik kwam ook op hun huwelijk, zoals die van Jos Lonnee. Maar als het moest, kon ik ook hard ingrij pen, of spelers bij me roepen met de mededeling, dat ik geen bood schap had aan hun onderlinge rivaliteit. Op het veld geldt het team verband en anders greep ik in. Elkaar steunen, dat is belangrijk. Vraag: Heeft u contact met de huidige selectie? Antwoord: Nee, helaas niet. Ik kan het allemaal niet meer bijbenen. Als je ze net hebt leren kennen, zijn ze al weer weg. Andere tijden, andere gewoontes. Vraag: In mijn vorige interview vertelde Henk Bijlsma hoe verster kingen voor het eerste benaderd worden, door hen enthousiast te maken om voor AFC te komen spelen, door erop te wijzen wat AFC voor hen kan betekenen. Was dat vroeger ook het geval? Antwoord: Nee, wij gingen niet achter spelers aan, de spelers kwa men uit zichzelf. Maar ze moesten wel door de ballotagecommissie. AFC stond in die tijd ook al bekend om zijn netwerk: werk en wonin gen. Wat dat betreft, is er niet veel veranderd. Verder ben ik van mening, dat Henk Bijlsma een waardige opvolger is. Hij is een echte clubman. Maar dit wil ik nog wel kwijt: ik heb ooit geprotesteerd tegen de komst van vier SDW-ers, onder wie Henk Bijlsma en Ri chard Schemmekes. Ik had niets tegen hen, maar vier vond ik teveel van het goede. Laatste vraag: U volgt nog bijna alle wedstrijden van het eerste. Wat is uw advies aan Stanley Menzo? Antwoord: Werk aan teamverband, werk aan enthousiasme en zorg voor gebondenheid. Dit is een goed team. Ik hoop alleen dat blessure leed ons niet gaat opbreken. O ja, moet Stanley zo luid coachen vanaf de kant? Ach, misschien is dat wel nodig. Bij het afscheid kreeg ik nog een laatste opmerking mee: "Ik heb nog steeds de pest erover in dat we in 1969 de wedstrijden tegen Middelburg om het algemeen zondagskampioenschap hebben verloren!" Noot van ondergetekende: 'Hoezo, op je 88' nog steeds prestatie gericht?' Samenstelling: André Wijnand 20

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 2004 | | pagina 20