r$"
"1
E
N OU'
EVEN OVER VI JF
Ons lid en AFC-Ridder Ben Bonkink vierde
zondag jl. de overwinning van het eerste
elftal als zijn verjaardagsgeschenk. Ben is
in het verleden zeer actief geweest voor de
AFC, hetgeen blijkt uit de archieven die
reeds uit de periode van vóór de 2e wereld
oorlog stammen. Namens de AFC wensen
wij hem nog vele gezonde jaren.
Onze nieuwe trainer Rob Bianchi en ons
jeugdcommissielid Gerard de Winther
werden 50 jaar en zagen dus Abraham. Aan
beiden onze felicitaties.
Verdrietig nieuws bereikte mij van ons lid
Jan Brand (50 jaar lid) dat zijn vrouw Ans
na een ziekbed medio februari is overleden.
Namens de AFC wensen wij Jan en zijn
familie alle sterkte om dit verlies te verwer
ken.
Tenslotte de verjaardagen van de leden van
de Zilveren Ploeg t.w. Kees Boyenk (19.3),
Edward Janus (20.3), Willem Vos (20.3),
Herman Houtman (21.3), Gijs Nijman (22.3),
Otto van Rijn (26.3 87 jaar), Cas Tromp
(26.3), Jan Hein Lans (27.3), Wil Brommel-
kamp (29.3) en Nol Kuikens (31.3). Aan al
deze jarigen onze hartelijke gelukwensen.
Johan de Bie
Gelezen in het blad "The Referee" orgaan
van de Scheidsrechters Vereniging Am
sterdam (SVA).
De schrijver is Tim Verheggen, heel vroe
ger lid van AFC
Vlak voor de 2e Wereldoorlog speelde ik op
aandringen van mijn vader, een verwoede
AFC-er, als doelverdediger in de A2 van
deze vereniging en ik moet zeggen: het was
een leuke tijd. Ik weet wel dat iedereen zei:
"Die lui met hun: Hup lui zet een punt, al
leen maar kapsones".maar dat kon allemaal
best waar zijn, toch was er sfeer. Een echte
vereniging. Ik speelde in een team met Karei
Prior, kortelings overleden, Guus Graan-
boom, Frits Griek en als invaller ook nog met
Wally van Weelde en Dick Disselkoen, de
laatste in die tijd één van Nederlands ko
mende talenten. Uiteraard was er bij elke
match een officiële scheidsrechter en die was
de baas. Praten tegen hem over een bepaalde
beslissing en je kon vertrekken. De man was
heilig ook al floot hij misschien geen we-
reldpot.
De meest kenmerkende herinnering aan AFC
had ik een half jaar voor de bezetting in
1939. Ik trainde op een zaterdagmiddag
tezamen met Frits Griek op het 2e veld aan de
Zuidelijke Wandelweg. Op het hoofdveld
zouden die middag de AFC-veteranen een
wedstrijd spelen tegen The Black Devils.
Vlak voor het begin van de wedstrijd werd
de keeper van dit team, de oud-voorzitter van
AFC, onwel en bleek een flinke griep te
hebben. De captain van het team was de
legendarische oud-midvoor Charles Lungen,
een panter uit Rhodesië, het huidige Zim
babwe met een Engels en een Nederlands
paspoort. Deze zag mij trainen en vroeg of ik
die middag hun doel wilde verdedigen. Trots
als een pauw stond ik onder de lat; WE
wonnen met 3-0 en ik verrichtte enkele safes
waarvoor een warm applaus vanaf de tribune
opklonk. Na de match kwam het hoogtepunt.
Lungen kwam naar mij toe, tezamen met de
captains van de Devils en de scheidsrechter
en zei: "Wellplayed my boy". Ik schudde de
handen van het drietal en bij thuiskomst
geloofde mijn vader het verhaal niet, totdat
één van zijn vrienden hem 's avonds opbel
de. Toen was hij apetrots.
Al ben ik na de oorlog niet meer in AFC
gaan voetballen, toch heb ik altijd de herin
nering gehouden aan die speciale clubsfeer.
Zo nu en dan ging ik zondags weer eens
kijken en praten met wat oude vrienden. En
die clubsfeer is een traditie die nog altijd
levendig is van generatie op generatie; iets
wat je bij de meeste verenigingen niet meer
zo aantreft. De reden is dat men eigenlijk
voor een vereniging niet meer warm loopt.
Hard werken voor een vereniging doen voor
al de ouderen, die deze sfeer nog van vroeger
kennen en niet begrijpen waarom de jongere
generaties geen pepernoot meer over hebben
voor hun club. De clubgedachte is er prak
tisch niet meer en wanneer er maar iets is wat
hun tegenstaat vragen ze overschrijving aan
en zijn vertrokken. In de hogere sferen van
het amateurvoetbal komt dan ook nog het
begrip sponsorbetaling om de hoek kijken en
dan is de clubliefde een gotspe.
Geprojecteerd op de "Scheidsrechters Vere
niging Amsterdam" (SVA) is het nog veel
moeilijker. Wij voetballen niet: wij zijn er
voor de scheidsrechters in het algemeen en
ook bij ons is het probleem zichtbaar. Wer
ken voor je club is misschien geen vies
woord meer maar bij velen ontbreekt toch
vaak de elan om wat voor de vereniging te
doen. Het is een generatieverschijnsel waar
aan weinig te doen valt. De mentaliteit is
veranderd. Toch weiger ik te geloven dat
niemand in de jongere generatie geen enkele
fiducie meer heeft in gemeenschapszin, wat
je toch zo vaak vindt in een hechte gemeen
schap van mensen die een gemeenschappe
lijk doel nastreven. In ons geval het wel en
wee van onze scheidsrechters. Doen wij wel
voldoende aan werving van de nieuwe, ko
mende scheidsrechters? Een praatje en de
uitleg van de doelstelling van de vereniging;
is dat wel voldoende?
Tim Verheggen
Ongeveer een maand geleden repte uw scri
bent reeds over de brede en grote selectie,
waarop aanvoerder Dick Huisman steeds
mag rekenen. Voor de wedstrijd van zaterdag
jl. bleek echter dat een groot aantal spelers
absent was bij de enige wedstrijd die in de
twee afgelopen weken - gegeven de afkeu
ringen - gespeeld kon worden. Typisch AFC
natuurlijk, wanneer op het meest kritische
moment spelers 'gewoon' gaan wintersporten.
Het eerste (zondag) heeft hier al jaren last
van en frusteerde menigmaal de hoofdtrainer.
Ja, waar hing een ieder zoal uit? Bernie
Frankfort had een taartproeverij te Wenen in
Hotel Sacher, Anton van Broeckhuysen
bezocht een onroerend-goed beurs te Cannes
en verbleef op het miljoenenjacht van Prince
Dirk-Jean Boulanger. Verder was Herman
Drenkelford een hoogtestage op de Matter-
horn aan het afwerken, zat Hans de Wit met
12 man in een darkroom ergens in de
sneeuw, en was Michael Gosler gewoon
ingestort. Alphons Peters meldde per GSM
dat hij per se aanwezig moest zijn bij de
prijsuitreiking van een Noordwijks golftoer-
nooi met hele, hele bekende mensen. Nu
grossiert het Zami Cinque in contacten met
bekende Nederlanders, dus daar trappen we
de volgende keer eigenlijk niet meer in. Toch
waren er nog genoeg, inclusief reserves, die
opgesteld konden worden. Spits Guido Al-
bers had zijn wintersportvakantie te Italië
met een dag bekort en kwam net op tijd in de
Opel Omega 16V 2.0 liter Station aange-
blèèèrd om tegen deels zijn oude club Uit
hoorn te spelen. Kijk, dat getuigde nog eens
van teamgeest, hulde aan Guido! De tegen
stander betrof Legmeervogels (fusie tussen
VDO en Uithoorn), gekleed in IKEA
geel/blauw, en bleek lastiger dan AFC zich
had voorgesteld. De Reds probeerde in de
eerste helft tevergeefs tot scoren te komen.
De opponent voelde zich misschien gesterkt
het te moeten opnemen tegen de nummer 1
van de competitie. Dat resulteerde in een
aantal gevaarlijk schoten op gelegenheids
doelman Ronald Koster. Maar de kogels
werden gestopt of gingen vooralsnog hoog
over. En natuurlijk waren Roy van Dijk,
Eddy Meijer, Cees Thomas, en Lou Hekster
er in de achterhoede om Legmeervogels het
scoren te beletten. Aan de andere kant wist
Hans Hulst bijna de bal in het net te krijgen,
maar de afwerking miste richting en kracht.
Een discutabele hands van Cees bestrafte de
scheids met een vrije trap aan de rand 16-
meter gebied en daarop volgende situatie
leidde tot de eerste goal van de gastheren.
Ja, en daar zit je dan in de rust als coach.
Kampioenschap in zicht, geen punten te
verliezen, veel verse reserves op de bank en
1-0 achter. Wat doe je dan? Ja, natuurlijk
wisselen! Niks sterkste (bestaat dat in het
Vijfde?) opstelling laten staan. René Stefels,
de coach, Arjan Anderiesen, Tom Egbers en
ondergetekende erin! Bert de Rooy was het
weer 'ns (naar later bleek tot diep in de ATC-
tennisnacht) niet eens met het beleid, Ron
van Doesburg had het over klassejustitie en
de rest ging gewoon, armen uit de mouwen,
geen gezeur, aan de slag. De tweede helft
begon dadelijk met een AFC overwicht. De
lijn Meijer/Thomas, Rein Akkerman, Rob
Overweg stak stevig in elkaar en bracht keer
op keer de aanval van de geel/blauwen in
verlegenheid. Na tien minuten was het dan
ook raak: Rein wist met een fraaie pass Gui
do te bereiken die op rechts de bal rap tot de
achterlijn kon meenemen. De daarop volgen
de voortrekbal op de opgekomen Eddy was
op maat: Meijer scoorde naar eigen zeggen
na 16 seizoenen weer eens een belangrijke
goal. Nog eens tien minuten later probeerde