SCHIJNBEWEGINGEN
ON DIT ET DATJES
De onderstaande column is de derde uit een reeks die dit sei
zoen in het kader van het 100-jarig bestaan van de AFC in De
Schakel verschijnt. Het betreffen hier stukjes die een aantal es
sentiële aspecten van het voetbal in historisch perspectief zet
ten. Eerder verschenen De Voetbalschoen en Het Spel
systeem. Deze keerDe Bal.
"De bal. Ja gotte, ik gaf hem gewoon een knal. Dacht ik
zong Ruud Krol in een ode aan zijn voetbal in 1984. Maar is dat
wel zo gewoon? In het moderne voetbaltijdperk realiseert men
zich wellicht niet langer welke ontwikkeling de bal doorge
maakt heeft. De bal, het middelpunt van het hele voetbalspel,
was vroeger nog niet zo gewoon om een lekkere knal te geven.
De huidige ballen zijn exponenten van productietechnieken
en verwerkingen van materialen zoals plastic en rubber, die,
toen de voetbalsport nog in de kinderschoenen stond,
volstrekt onbekend waren. En gelijk aan die van de voetbal
schoenen, heeft de perfectionering van de bal juist een enor
me invloed op het spel uitgeoefend.
Natuurlijk, balspelen waren reeds in de oudheid bekend. Zo
vervaardigden zelfs de Egyptenaren zo'n 4000 v.C. reeds bal
len gemaakt van linnen, gevuld met gesneden riet of stro. An
dere beschavingen produceerden ballen van dierenhuiden,
gevuld met aarde of plantevezels. Ook opgeblazen dierenbla-
zen werden gebruikt om balspelen mee te bedrijven, maar
waren te zwak om een harde trap te kunnen weerstaan. Door
de eeuwen heen waren er ballen in allerlei soorten en maten,
waarbij het rollen en werpen prevaleerden en het stuiteren let
terlijk en figuurlijk nauwelijks van de grond kwam. Daar kwam
echter grote verandering in toen dankzij Columbus' ontdek
kingen de Europeanen het gom van de rubberbomen leerden
kennen. In de Nieuwe Wereld hadden zich, door de aanwezig
heid van het gom, reeds diverse sporten op basis van een bal
van rubber ontwikkeld. Toch duurde het nog enige eeuwen
voordat in Europa artikelen van rubber gemaakt konden wor
den en in het bijzonder het rubber zijn intrede deed bij de pro
ductie van voetballen. Gesteld kan worden dat het zeker geen
toeval is dat de rubbertechnologie en de voetbalsport in de ne
gentiende eeuw tegelijkertijd tot bloei kwamen! Met behulp
van het rubber werden de dierenblazen in feite geïmiteerd en
vervolmaakt en functioneerden zij als een soort binnenband
of liever binnenbal voor het leren omhulsel. Het rubber bleek
zeer goed bestand tegen de harde trappen en het ontwerp sa
men met de donkerbruine leren buitenbal bleef vele tientallen
jaren onveranderd. Een dergelijk 'lederen rponster' wasvoor
zien van een vetersluiting voor de binnenbal, die bij koppen of
schieten veel pijn bij de spelers kon veroorzaken. Als deze bal
len nat werden, door regen of sloot bijvoorbeeld, hadden ze
voorts de onhebbelijkheid om het water op te zuigen en der
halve loodzwaar te worden.
De uitvinding van het ventiel en later plastic coatings, verwij
derde de bezwaren die aan de antieke ballen kleefden. Ook
realiseerde men zich dat de kleur van de bal, niet alleen voor
de spelers, maar ook voor de toeschouwers enorm belangrijk
was. In het begin van de jaren vijftig werd voor het eerst met
een witte bal gespeeld, terwijl onder winterse omstandighe
den ook rode of oranje ballen werden gebruikt. Het donker
bruin werd definitief afgeschaft. Het leer, dat aanvankelijk uit
een aantal repen bestond, met naden die als meridianen over
de bal heen liepen, wijzigde ook in vorm: uiteindelijk bleek dat
de beste manier om een perfecte bol te benaderen en de
luchtdruk zo gelijk mogelijk over een leren buitenbal te verde
len een patroon van 12 regelmatige vijfhoeken en 20 regelma
tige zeshoeken te zijn. Ook na veelvuldig gebruik blijkt dit mo
del bal zijn optimale rond vorm te behouden. De Eindhovense
hoogleraar in de wiskunde Seidel publiceerde ooit een artikel,
waaruit blijkt dat inderdaad de voorvermelde combinatie van
regelmatige veelhoeken de optimale is, wanneer het gaat om
het benaderen, van een ideale bolvorm.
De aldus ontstane verdeling in vakjes nodigde uit tot het kleu
ren van de bal. Thans zijn de vijfhoekjes in de regel zwart,
maar in Engeland werden ook ballen gebruikt waarbij dat in
het geheel niet het geval was. Daar gaf men soms de bal een
gekleurde band mee, hetgeen bij effectvolle ballen een nogal
storend tollend beeld van de bal teweeg bracht. De bekende
modieuze Tangoballen hebben daarentegen zwarte cirkels
op een wit oppervlak en deze tekening werkt geenszins sto
rend. (Zwart-)witte ballen blijven daarbij onder alle weersom
standigheden het beste zichtbaar.
Tegenwoordig zijn de afmeting en de druk van de bal aan
FIFA-regels onderworpen. De populaire 'drietjes', 'viertjes' en
'vijfjes' dienen de regels te gehoorzamen, hoewel het oppom
pen van de bal nog wel eens moeilijkheden oplevert. Een te
harde bal speelt absoluut niet lekker en een te zachte even
min. Het geoefend oor en de geoefende voet van een speler
kunnen aan het geluid en gevoel bij een schot merken of de
bal inderdaad goed opgepompt is! Een wedstrijd te beginnen
met een 'lekkere' (niet de vergrotende trap van 'lek'bal is het
halve werk. Als daarbij de grasmat een tikkeltje vochtig is, zo
dat de bal prima glijdt en rolt, is reeds een groot deel van de
beste speelcondities bereikt. Integenstelling tot bijvoorbeeld
rubgy blijft het aardige van voetbal uiteraard dat 'de bal rond
is'.
NICKY HEKSTER
ZILVEREN PLOEG (1)
In deze laatste maanden van 1995 vierden of vieren van
zelfsprekend wederom een aantal leden van deze Ploeg een
kroonverjaardag.
Dat waren of zullen zijn Willem van Oort (70), Frans Heineman
(75), Piet Nauta (80), Bouke Dorenbos (90), Ernst Werner (75)
en Tom Somers (70).
Allen nog hartelijk gelukgewenst.
ZILVEREN PLOEG (2)
Bovenstaand ziet u mijn laatste bijdrage over het wel en wee
van de Ploeg.
Wellicht kwam u ter ore, dat ik na 10 jaar het voorzitterschap
heb overgedragen aan Johan de Bie, die ik alle succes en ple
zier wens.
Ik denk door deze de leden van de Zilveren Ploeg voor de
fraaie bloemen en het horloge. U moet van mij maar aanne
men, dat het een schitterend exemplaar is.
JAN TJALLING
9